16. erkennt die zur Umsetzung der EU-MVW-Strategie in den ersten eineinhalb Jahren ihres Bestehens insbesondere vom Persönlichen Beauftragten und der Kommission geleistete Arbeit an und hebt aber hervor, dass für die Union Folgendes prioritär sein sollte:
16. is erkentelijk voor het werk dat in de eerste anderhalf jaar van het bestaan van de MVW-Strategie van de EU is verricht en in het bijzonder voor de werkzaamheden van de persoonlijke vertegenwoordiger van de Commissie, en onderstreept dat de Europese Unie de volgende prioriteiten zou moeten stellen: