30. fordert Kohärenz zwischen den Vorschriften der vorgeschlagenen Gesetzgebungsakte und den zu erwartenden künftigen Vorschriften der Verfassung, wobei i
n allen Fällen eine effektive demokratische Mitwirkung des Parlaments an der Beschlussfassung, einschließlich der Annahme und Revision mehrjähriger strategischer Rahmen, zu verstärken ist; verweist auf die besondere Notwendigkeit einer stärkeren Mitwirkung des Parlaments an Beschlüssen über GASP-Maßnahmen, insbesondere dann, wenn diese Auswirkungen auf den Haushalt haben; hält es in diesem Kontext für unerlässlich, die gegenwärtigen Praktiken für die Unterrichtung und die Konsultation
...[+++] des Parlaments im Kontext der GASP weiter zu entwickeln; vertritt die Auffassung, dass die Bewilligung von Mitteln im Rahmen des "regulären" EU-Haushalts erfolgen und somit der Entlastungsbefugnis des Parlaments unterliegen sollte; 30. dringt aan op coherentie tussen de bepalingen van voorgestelde wetgevingsinstrumenten en mogelijke toekomstige bepalingen van de Grondwet, waarbij i
n alle gevallen een effectieve democratische participatie van het Europees Parlement in de besluitvorming versterkt moet worden, inclusief wat de goedkeuring en herziening van strategische meerjarenkaders betreft; wijst op het bijzondere belang van een grotere betrokkenheid van het Europees Parlement in besluiten over GBVB-acties, met name wanneer deze begrotingsimplicaties hebben; acht het in dit verband onmisbaar om door te gaan met het ontwikkelen van de huidige praktijken op het geb
...[+++]ied van informatie aan en raadpleging van het Europees Parlement in de GBVB-context; is in dit verband van mening dat de toewijzing van middelen in het kader van de gewone EU-begroting moet passen en dat het Europees Parlement hierover bijgevolg kwijtingsbevoegdheid moet hebben;