(2) Die zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten leisten einander nach Maßgabe des Artikels 39 Absatz 1 Satz 1 des Übereinkommens vom 19. Juni 1990 zur Durchführung des Übereinkommens von Schengen vom 14. Juni 1985 betreffend den schrittweisen Abbau der Kontrollen an den gemeinsamen Grenzen Hilfe, insbesondere durch
2. Overeenkomstig artikel 39, lid 1, eerste zin van de overeenkomst van 19 juni 1990 betreffende de uitvoering van de Overeenkomst van Schengen van 14 juni 1985 inzake de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, bieden de bevoegde autoriteiten elkaar bijstand, met name door: