Sie vertritt den Standpunkt, die Rechtsprechung des Hofes in bezug auf die fragliche Bestimmung, insbesondere sein Urteil Nr. 27/97 vom 6. Mai 1997, beziehe sich nur auf das objektive Streitverfahren vor dem Staatsrat und nicht - wie in diesem Fall - auf die Streitfälle, in denen der Staatsrat als Kassationsrichter in bezug auf Entscheidungen von Verwaltungsgerichtsbarkeiten auftrete.
De verzoekende partij is van mening dat de rechtspraak van het Hof met betrekking tot de in het geding zijnde bepaling, onder meer in zijn arrest nr. 27/97 van 6 mei 1997, enkel het objectief contentieux voor de Raad van State betreft en niet de gedingen - zoals te dezen - waarin de Raad van State optreedt als cassatierechter ten aanzien van beslissingen van administratieve rechtscolleges.