Ein Mitgliedstaat kann, anders gesagt, vermeintlich oder tatsächlich rechtswidrige Beihilfen, die in einem anderen Mitgliedstaat gewährt werden, nicht als Argument dafür anführen, dass analoge Beihilfen auf seinem eigenen Hoheitsgebiet mit dem Gemeinsamen Markt vereinbar sind.
Een lidstaat kan zich met andere woorden niet op het vermeende of werkelijke bestaan van onrechtmatige steun in een andere lidstaat beroepen om de verenigbaarheid van een gelijkaardige steun op zijn grondgebied te rechtvaardigen.