Vertaling van " gesetz unmittelbar anhand " (Duits → Nederlands) :

Insofern der Gerichtshof gebeten wird, die Vereinbarkeit der fraglichen Bestimmung direkt mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention zu prüfen, ist die Frage ebenfalls unzulässig, da der Gerichtshof nicht befugt ist, ein Gesetz unmittelbar anhand von Bestimmungen des internationalen Rechts zu prüfen.
In zoverre zij het Hof verzoekt de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling rechtstreeks te toetsen aan artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, is de vraag eveneens onontvankelijk, omdat het Hof niet bevoegd is om een wet rechtstreeks te toetsen aan internationaalrechtelijke bepalingen.

Auch wenn er nicht befugt ist, die Gültigkeit eines Gesetzes unmittelbar anhand allgemeiner Grundsätze oder internationalrechtlicher Bestimmungen zu prüfen, kann der Gerichtshof diese Grundsätze und Bestimmungen bei der direkten Verfassungsmäßigkeitsprüfung, die er in Bezug auf die Artikel 10, 11 und 191 der Verfassung ausführt, berücksichtigen.
Ook al is het niet bevoegd om de geldigheid van een wet rechtstreeks aan algemene beginselen of internationaalrechtelijke bepalingen te toetsen, toch kan het Hof met die beginselen en met die bepalingen rekening houden bij de rechtstreekse grondwettigheidstoets die het ten aanzien van de artikelen 10, 11 en 191 van de Grondwet uitvoert.

Insofern die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 5577 einen Verstoß gegen die Artikel 10, 11 und 157bis der Verfassung anführen, betrifft der Klagegrund die Vereinbarkeit der angefochtenen Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit deren Artikel 157 bis. Folglich wird der Gerichtshof nicht gebeten, das angefochtene Gesetz unmittelbar anhand von Artikel 157bis der Verfassung zu prüfen.
In zoverre de verzoekende partijen in de zaak nr. 5577 de schending aanvoeren van de artikelen 10, 11 en 157bis van de Grondwet, betreft het middel de bestaanbaarheid van de bestreden bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 157bis ervan. Bijgevolg wordt het Hof niet gevraagd om de bestreden wet rechtstreeks te toetsen aan artikel 157bis van de Grondwet.

Obwohl der Gerichtshof nicht zuständig ist, eine unmittelbare Prüfung anhand des Aarhus-Übereinkommens, der Richtlinie 2003/4/EG und der Europäischen Menschenrechtskonvention vorzunehmen, ist er zuständig, Artikel 3 des Gesetzes vom 16. August 2016 anhand der Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den vorerwähnten internationalen Bestimmungen zu prüfen.
Hoewel het Hof niet bevoegd is om rechtstreeks te toetsen aan het Verdrag van Aarhus, de richtlijn 2003/4/EG en het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, is het wel bevoegd om artikel 3 van de wet van 16 augustus 2016 te toetsen aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de voormelde internationale bepalingen.

Obwohl der Gerichtshof nicht zuständig ist, eine unmittelbare Prüfung anhand der Artikel 144, 145, 159, 160 und 161 der Verfassung, des Rechts auf Zugang zum Gericht und der aus dem Recht der Europäischen Union sich ergebenden Rechte und Freiheiten sowie des Aarhus-Übereinkommens vorzunehmen, ist er zuständig, den angefochtenen Artikel 11 des Gesetzes vom 20. Januar 2014 anhand der Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den vorerwähnten Verfassungs- und internationalen Bestimmungen zu prüfen.
Hoewel het Hof niet bevoegd is om rechtstreeks te toetsen aan de artikelen 144, 145, 159, 160 en 161 van de Grondwet, het recht op toegang tot een rechter en de rechten en vrijheden voortvloeiend uit het recht van de Europese Unie, alsook het Verdrag van Aarhus, is het wel bevoegd om het bestreden artikel 11 van de wet van 20 januari 2014 te toetsen aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de voormelde grondwets- en internationale bepalingen.

Die präjudizielle Frage in der von der klagenden Partei neu formulierten Fassung betreffe nicht die unmittelbare Prüfung von Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat anhand des Artikels 6.1 der Europäischen Menschenrechtskonvention.
De prejudiciële vraag, zoals zij werd geherformuleerd door de verzoekende partij, betreft niet de vraag tot rechtstreekse toetsing van artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State aan artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.