Traduction de «eigentum diese vorhaben » (Allemand → Néerlandais) :

Beim Schutz geistigen Eigentums liegt der Schwerpunkt auf drei wichtigen Gesetzgebungsvorschlägen - dem Gemeinschaftspatent, der Richtlinie über die Patentierbarkeit computerimplementierter Erfindungen und der Richtlinie über die Maßnahmen und Verfahren zum Schutz der Rechte an geistigem Eigentum. Diese Vorhaben sollen auf unterschiedliche Weise dafür sorgen, dass das System weiterhin den Bedürfnissen von Wirtschaft und Verbrauchern gerecht wird.
Op het gebied van de intellectuele-eigendomsrechten ligt de nadruk op drie belangrijke wetsvoorstellen, namelijk de voorstellen ten aanzien van het Gemeenschapsoctrooi, de richtlijn betreffende de octrooieerbaarheid van in computers geïmplementeerde uitvindingen en de richtlijn ten aanzien van de handhaving van de intellectuele-eigendomsrechten.

Die vom Vorhaben betroffenen Kraftwerke und Stromerzeugungskapazitäten sind derzeit Eigentum von Electrabel. Dieses Unternehmen steht wiederum im Eigentum des internationalen Industrie- und Dienstleistungskonzerns GDF Suez SA, der in folgenden Bereichen tätig ist: Strom, Erdgas, Energiedienstleistungen, Wasser- und Abfallwirtschaft.
De overgenomen centrales en de met de overgenomen trekkingsrechten verworven stroomproductiecapaciteit zijn eigendom van Electrabel, een onderdeel van het internationale industrie- en dienstverlenende concern GdF Suez SA, dat actief is op het gebied van stroom, aardgas, energiediensten, water- en afvalbeheer.

70. befürwortet das Vorhaben der Kommission, die Plattform für internationale Zusammenarbeit im Bereich Energieeffizienz zu schaffen; fordert die Mitgliedstaaten und die Kommission auf, die internationale Zusammenarbeit im Bereich Energieeffizienz zu verstärken, um dafür zu sorgen, dass neue Vorschriften und Normen nicht eine Zersplitterung des Weltmarkts bewirken; fordert, dass diese – bilateralen und multilateralen – Übereinkommen nicht nur eine gemeinsame Verpflichtung auf Mindestnormen für Energieeffizienz vorsehen, sondern auch die gemeinsame Nutzung von Technologie im Bereich der Energieeffizienz; verweist auf das strategische Erfordernis der Verbreitung von Technologie, das einem vom Allgemeininteresse bestimmten Ansatz zu den Rechten des geistigen Eigentums notwendig macht;
70. steunt het voorstel van de Commissie voor het oprichten van het Platform voor internationale samenwerking inzake energie-efficiëntie; roept de lidstaten en de Commissie op tot meer internationale samenwerking op het gebied van energie-efficiëntie om te voorkomen dat nieuwe voorschriften en normen tot fragmentatie van de mondiale markten leiden; dringt er met klem op aan in deze internationale bilaterale en multilaterale overeenkomsten niet alleen bepalingen inzake minimumenergie-efficiëntienormen op te nemen, maar ook bepalingen inzake het uitwisselen van energie-efficiëntietechnologieën; beschouwt technologieverspreiding als een strategische 'must', met het oog waarop intellectuele eigendomsrechten als een publiek belang moeten worden beschouwd;

6. ist der Ansicht, dass die Politik des Ankaufs von Büros und Gebäuden unter normalen Umständen fortgesetzt werden sollte, insbesondere da diese Politik im Laufe der Jahre durchaus im Interesse des Europäischen Parlaments lag, Einsparungen erbracht und damit die Finanzierung anderer Vorhaben ermöglicht hat; ist jedoch der Auffassung, dass einige Organe diese Politik möglicherweise allein im Hinblick auf den Erwerb von Eigentum verfolgen; fordert, dass im Rahmen dieser Politik auch damit verbundene Aspekte wie z. B. Bürofläche/-größe pro Bedienstetem berücksichtigt werden und auch die erheblichen Kosten, z. B. für Sicherheit und Instandhaltung, hinreichende Beachtung finden, vor allem da die Immobilienausgaben mehr als 16 % der Mittel der Rubrik 5 ausmachen; drängt ferner darauf, dass die Organe für jeden künftigen Vorschlag, der einen Erwerb vorsieht, Angaben über die damit verbundenen zusätzlichen Kosten, die mittelfristig anfallen würden, vorlegen; empfiehlt die Durchführung einer Politik der mehrjährigen Planung für Immobilieninvestitionen anstelle eines jährlichen Plans;
6. is van mening dat onder normale omstandigheden het beleid van aankoop van kantoren en gebouwen moet worden voortgezet, vooral omdat dit beleid in de loop der jaren het belang van het Europees Parlement uitstekend heeft gediend en besparingen heeft opgeleverd waarmee andere projecten konden worden gefinancierd; meent echter dat enkele instellingen dit beleid mogelijk alleen overnemen om eigendom te verwerven; dringt erop aan dat bij dit beleid rekening wordt gehouden met ondersteunende gegevens, zoals kantoorruimte per werknemer, en aandacht wordt geschonken aan de aanzienlijke kosten, van bijvoorbeeld beveiliging en onderhoud, in het bijzonder omdat kosten voor gebouwen meer dan 16% van rubriek 5 uitmaken; dringt er tevens op aan dat instellingen voor elk toekomstig aankoopvoorstel een indicatie geven van de bijkomende gerelateerde kosten op de middellange termijn; beveelt aan dat een meerjarenplanning voor vastgoedinvesteringen wordt gevolgd in plaats van een jaarlijks plan;

6. ist der Ansicht, dass die Politik des Ankaufs von Büros und Gebäuden unter normalen Umständen fortgesetzt werden sollte, insbesondere da diese Politik im Laufe der Jahre durchaus im Interesse des Europäischen Parlaments lag, Einsparungen erbracht und damit die Finanzierung anderer Vorhaben ermöglicht hat; ist jedoch der Auffassung, dass einige Organe diese Politik möglicherweise allein im Hinblick auf den Erwerb von Eigentum verfolgen; fordert, dass im Rahmen dieser Politik auch damit verbundene Aspekte wie z.B. Bürofläche/-größe pro Bedienstetem berücksichtigt werden und auch die erheblichen Kosten, z.B. für Sicherheit und Instandhaltung, hinreichende Beachtung finden, vor allem da die Immobilienausgaben mehr als 16 % der Mittel der Rubrik 5 ausmachen; drängt ferner darauf, dass die Organe für jeden künftigen Vorschlag, der einen Erwerb vorsieht, Angaben über die damit verbundenen zusätzlichen Kosten, die mittelfristig anfallen würden, vorlegen; empfiehlt die Durchführung einer Politik der mehrjährigen Planung für Immobilieninvestitionen anstelle eines jährlichen Plans;
6. is van mening dat onder normale omstandigheden het beleid van aankoop van kantoren en gebouwen moet worden voortgezet, vooral omdat dit beleid in de loop der jaren het belang van het Europees Parlement uitstekend heeft gediend en besparingen heeft opgeleverd waarmee andere projecten konden worden gefinancierd; meent echter dat enkele instellingen dit beleid mogelijk alleen overnemen om eigendom te verwerven; dringt erop aan dat bij dit beleid rekening wordt gehouden met ondersteunende gegevens, zoals kantoorruimte per werknemer, en aandacht wordt geschonken aan de aanzienlijke kosten, van bijvoorbeeld beveiliging en onderhoud, in het bijzonder omdat bouwkosten meer dan 16% van rubriek 5 uitmaken; dringt er tevens op aan dat instellingen voor elk toekomstig aankoopvoorstel een indicatie geven van de bijkomende gerelateerde kosten op de middellange termijn; beveelt aan dat een meerjarenplanning voor vastgoedinvesteringen wordt gevolgd in plaats van een jaarlijks plan;

66. ist jedoch der Auffassung, dass das Ergebnis dieses Verfahrens im voraus feststand, teilweise aufgrund des Umstands, dass die belgische Regierung lediglich eine Zusage im Hinblick auf die kostenlose Bereitstellung des Grundstücks für den Standort D4-D5 machte; bedauert ebenfalls, dass die belgische Regierung die fraglichen Grundstücke selbst nach den Zusagen der Premierminister Martens und Dehaene dem EP nicht zur Verfügung stellte, sondern dass Immobilienmaklern und Bauträgern die Möglichkeit geboten wurde, das Eigentum oder eine Option am Eigentum zu erwerben, u.a. mit Hilfe einer am 6. April 2000 abgeschlossenen „Vereinbarung über eine Kaufoption zwischen den Bauträgern des Vorhabens D4-D5 mit der SNCB“, die sich wiederum aus einer zu einem früheren Zeitpunkt – am 22. Mai 1990 – abgeschlossenen Vereinbarung über die D4-D5-Gebäude ergibt; ist erstaunt darüber, dass sich die SNCB uneingeschränkt dieser Strategie angeschlossen hat;
66. meent evenwel dat de uitslag van deze oefening bij voorbaat vaststond, mede omwille van het feit dat de Belgische regering enkel een toezegging deed m.b.t. het kostenloos ter beschikking stellen van de grond voor de D4-D5 locatie; betreurt verder dat zelfs na de toezeggingen van de eerste ministers Martens en Dehaene de Belgische overheid de bewuste terreinen niet ter beschikking van het EP stelde maar dat aan vastgoedmakelaren en bouwpromotoren de mogelijkheid werd geboden de eigendom of een optie op de eigendom te verwerven, o.m. middels een op 6 april 2000 afgesloten "convention d'option d'achat liant le promoteurs du projet D4-D5 avec la SNCB" die zelf voortvloeit uit een eerder gesloten overeenkomst van 22 mei 1990 inzake de D4-D5-gebouwen; verbaast zich erover dat de NMBS zich ten volle in deze strategie kon vinden;