Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Executive der Flämischen Gemeinschaft
Geistiges Eigentum
Gewerbliches Eigentum
Ministerium der Flämischen Gemeinschaft
Missbrauch von Rechten an geistigem Eigentum
Rat der Flämischen Gemeinschaft
Regierung der Flämischen Gemeinschaft
Schutz des geistigen Eigentums
Schutz des gewerblichen Eigentums
TRIPS
Vorsitzender der Flämischen Exekutive
Übereinkommen über Rechte an geistigem Eigentum

Traduction de «eigentum flämischen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Paritätische Unterkommission für die von der Flämischen Gemeinschaft oder der Flämischen Gemeinschaftskommission bezuschussten beschützten Werkstätten und die von der Flämischen Gemeinschaft zugelasse

Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of door de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de sociale werkplaatsen erkend en/of gesubsidieerd door de Vlaam


gewerbliches Eigentum [ Schutz des gewerblichen Eigentums ]

industriële eigendom


geistiges Eigentum [ Schutz des geistigen Eigentums ]

intellectuele eigendom [ intellectueel recht ]


TRIPS [ Übereinkommen über handelsbezogene Aspekte der Rechte an geistigem Eigentum | Übereinkommen über Rechte an geistigem Eigentum ]

TRIP's [ ADPIC | overeenkomst over intellectuele eigendomsrechten | regelingen inzake bescherming van de intellectuele eigendom | TRIP | TRIP(S)-overeenkomst | TRIPS ]


Regierung der Flämischen Gemeinschaft

Regering van de Vlaamse Gemeenschap


Executive der Flämischen Gemeinschaft

Executieve van de Vlaamse Gemeenschap


Rat der Flämischen Gemeinschaft

Raad van de Vlaamse gemeenschap


Ministerium der Flämischen Gemeinschaft

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap


Vorsitzender der Flämischen Exekutive

Voorzitter van de Vlaamse Executieve


Missbrauch von Rechten an geistigem Eigentum

misbruik van de intellectuele eigendomsrechten
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Damit der Eigentümer für eine Entschädigung wegen Planschäden in Frage kommen kann, ist durch Artikel 2.6.1 § 3 Absatz 1 Nr. 2 des Flämischen Raumordnungskodex unter anderem vorgeschrieben, dass er in seinem Antrag vor dem Zivilrichter nachweist, dass seine Parzelle am Tag vor dem Inkrafttreten des endgültigen räumlichen Ausführungsplans in städtebaulicher und bautechnischer Hinsicht für eine Bebauung in Frage kam.

Opdat de eigenaar voor een vergoeding wegens planschade in aanmerking kan komen, vereist artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, 2°, van de VCRO onder meer dat hij in zijn vordering voor de burgerlijke rechter aantoont dat zijn perceel op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van het definitieve ruimtelijk uitvoeringsplan stedenbouwkundig en bouwtechnisch voor bebouwing in aanmerking kwam.


Die Berücksichtigung der Genehmigungspolitik würde außerdem dem Eigentümer eine unverhältnismäßig schwere Beweislast auferlegen, da er vor dem Zivilrichter nachweisen muss, dass seine Parzelle die Bedingungen von Artikel 2.6.1 § 3 Absatz 1 des Flämischen Raumordnungskodex erfüllt.

Het in aanmerking nemen van het vergunningenbeleid zou bovendien een onevenredig zware bewijslast leggen op de eigenaar, die voor de burgerlijke rechter dient aan te tonen dat zijn perceel aan de voorwaarden van artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, van de VCRO voldoet.


Wenn die in Artikel 2.6.1 § 3 Absatz 1 Nr. 2 des Flämischen Raumordnungskodex enthaltene Bedingung, dass die Parzelle « in städtebaulicher Hinsicht » für eine Bebauung in Frage kommen muss, so verstanden wird, dass damit auf die räumlichen Strukturpläne verwiesen wird, wird auf unverhältnismäßige Weise gegen das Eigentumsrecht der betreffenden Eigentümer, so wie es durch die in B.5.1 angeführten Bestimmungen gewährleistet wird, verstoßen, da die räumlichen Strukturpläne von sich aus keine Rechtsfolgen für die Bürger haben und nicht di ...[+++]

Indien de voorwaarde vervat in artikel 2.6.1, § 3, eerste lid, 2°, van de VCRO, dat het perceel « stedenbouwkundig » in aanmerking moet komen voor bebouwing, zo wordt begrepen dat daarmee wordt verwezen naar de ruimtelijke structuurplannen, wordt op onevenredige wijze afbreuk gedaan aan het eigendomsrecht van de betrokken eigenaars, zoals gewaarborgd door de in B.5.1 vermelde bepalingen, nu de ruimtelijke structuurplannen uit zichzelf geen rechtsgevolgen hebben voor de burger en geen afbreuk kunnen doen aan de bindende en verordenende voorschriften van de bestemmingsplannen, zoals die bestonden de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding ...[+++]


Die zweite Interventionsklage wurde eingereicht durch drei verschiedene juristische Personen, die der Auffassung sind, dass sie über ein ausreichendes Interesse verfügten, um zu intervenieren, da sie alle Eigentümer einer Reihe von Parzellen seien, die infolge des Erlasses der Flämischen Regierung vom 9. Juli 2010 zur Genehmigung des räumlichen Ausführungsplans zur Abgrenzung des Stadtgebiets Gent nicht mehr in einem Wohngebiet, sondern in einem Zweckbestimmungsgebiet lägen, in dem nun ein Bau- oder Parzellierungsverbot gelte.

Het tweede verzoek tot tussenkomst werd ingediend door drie onderscheiden rechtspersonen die menen dat zij over een voldoende belang beschikken om tussen te komen, aangezien zij alle eigenaar zijn van een reeks percelen die, ingevolge het besluit van de Vlaamse Regering van 9 juli 2010 tot goedkeuring van het ruimtelijk uitvoeringsplan tot afbakening van het grootstedelijk gebied Gent, niet meer zijn gelegen in een woongebied, maar in een bestemmingsgebied waar thans een bouw- of verkavelingsverbod geldt.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
2. Verstößt Artikel 2.6.2 § 2 Absatz 1 des Flämischen Raumordnungskodex gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, Artikel 16 der Verfassung und/oder Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, indem er bestimmt, dass die Entschädigung für Planschäden nur 80 % der Wertminderung beträgt, was eine unverhältnismäßig schwere Belastung darstellen würde, welche die Eigentümer im allgemeinen Interesse zu tragen hätten, wenn ihr Grundstück mit einem sich aus einem räumlichen Ausführungsplan ergebenden Bau ...[+++]

2. Schendt artikel 2.6.2, § 2, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, artikel 16 van de Grondwet en/of artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europese Verdrag voor de rechten van de mens doordat het bepaalt dat de planschadevergoeding slechts 80 % bedraagt van de waardevermindering, hetgeen een onevenredig zware last zou zijn die eigenaars in het algemeen belang moeten dragen wanneer hun goed getroffen wordt door een bouwverbod dat uit een ruimtelijk uitvoeringsplan volgt ?


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 11. Juni 2015 in Sachen der Flämischen Region gegen Tony Sneijers, dessen Ausfertigung am 22. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 51 des Gesetzes vom 16. September 1807 über die Sumpftrockenlegung - der bestimmt: ' Häuse ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 11 juni 2015 in zake het Vlaamse Gewest tegen Tony Sneijers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 juni 2015, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Maakt artikel 51 van de wet van 16 september 1807 betreffende de drooglegging van de moerassen waarvan de Franse tekst luidt als volgt : ' les maisons et bâtiments dont il serait nécessaire de faire démolir et d'enlever une portion pour cause d ...[+++]


Die klagenden Parteien führen im ersten Teil des ersten Klagegrunds an, dass Artikel 40 des Dekrets vom 9. Mai 2014 gegen die Artikel 10, 11 und 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention und mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit verstoße, indem die Möglichkeit geboten werde, im flämischen Natura-2000-Programm und durch die programmatische Vorgehensweise zur Verringerung einer oder mehrerer Umweltdrucke Maßnahmen aufzuerlegen, die die Nutzung des Eigentums auf weitgehende Wei ...[+++]

De verzoekende partijen voeren in het eerste onderdeel van het eerste middel aan dat artikel 40 van het decreet van 9 mei 2014 in strijd zou zijn met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met het rechtszekerheidsbeginsel, doordat de mogelijkheid wordt geboden om maatregelen op te leggen in het Vlaamse Natura 2000-programma en bij de programmatische aanpak ter vermindering van één of meer milieudrukken, die het gebruik van eigendom op verregaande wijze zouden beperken, zonder dat voorzien is in een passende ve ...[+++]


Artikel 15 § 2 des Dekrets der Flämischen Region vom 19. April 1995 zur Festlegung von Maßnahmen zur Bekämpfung und Verhütung der Nichtbenutzung und Verwahrlosung von Gewerbebetriebsgeländen (nachstehend: Nichtbenutzungsdekret in Bezug auf Gewerbebetriebsgelände) bestimmt in der auf die Streitsache vor dem vorlegenden Richter anwendbaren Fassung: « Diese Abgabe wird zu Lasten desjenigen erhoben, der am 1. Januar des Abgabenjahres Eigentümer der unbeweglichen Güter ist, die der Abgabe unterliegen.

Artikel 15, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten (hierna : Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten), zoals het van toepassing is op het geschil voor de verwijzende rechter, bepaalt : « Die heffing komt ten laste van diegene die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar is van de aan de heffing onderworpen onroerende goederen.


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 31. Oktober 2014 in Sachen An Ruyters gegen die Flämische Region, dessen Ausfertigung am 10. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das niederländischsprachige Gericht erster Instanz Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 42 § 2 Nr. 2 des flämischen Dekrets vom 22. Dezember 1995 zur Festlegung von Bestimmungen ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 31 oktober 2014 in zake An Ruyters tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 december 2014, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 42, § 2, 2°, van het Vlaamse decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd door artikel 7 van het decreet van 8 juli 1997, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet do ...[+++]


Die Flämische Regierung führt hauptsächlich an, dass die angefochtenen Bestimmungen nicht Bestandteil der föderalen Zuständigkeit für den Energietransport seien, sondern der Zuständigkeit der Flämischen Region für die Regelung der privaten Nutzung des öffentlichen Eigentums in den Angelegenheiten im Sinne von Artikel 6 § 1 X Absatz 1 Nrn.

In hoofdorde voert de Vlaamse Regering aan dat de bestreden bepalingen niet passen in het kader van de federale bevoegdheid voor het vervoer van energie, doch wel van de bevoegdheid van het Vlaamse Gewest om het privatieve gebruik van het openbaar domein te regelen in de aangelegenheden bedoeld in artikel 6, § 1, X, eerste lid, 1° tot 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980.


w