22. ist überzeugt, dass der Gemeinsame Strategische Rahmen zwar Zweckbindung, und andere thematische Ziele vorsieht, diese Maßnahmen aber auf flexible Weise innerhalb von Partnerschaftsvereinbarungen angewandt werden sollten, um es den Mitgliedstaaten zu ermöglichen, ihre eigenen wirksamsten Strategien zur Erreichung der Ziele der EU-2020-Strategie und der Kohäsionspolitik zu verfolgen;
22. wijst erop dat de gemeenschappelijke verordening voorziet in de algemene toewijzing en afbakening van middelen en andere thematische doelstellingen en dat deze maatregelen in partnerschapsovereenkomsten soepel moeten worden toegepast zodat de lidstaten en hun regio's de meest doeltreffende weg naar het verwezenlijken van de Europa 2020-doelstellingen en de cohesiedoelstellingen kunnen bewandelen;