Traduction de «eigenen pflichten wird » (Allemand → Néerlandais) :

Auf der Grundlage der vom Gemeinschaftsgesetzgeber eingegangenen Verpflichtungen und ihrer eigenen Pflichten wird die Kommission aktiv an diesen Prozessen teilnehmen, indem sie den Mitgliedstaaten die Möglichkeit gibt, eine vorbildliche Regulierungspraxis aufzubauen. Gleichzeitig wird sie die aktive und transparente Marktüberwachung fortsetzen, um die Verwirklichung der Ziele der EU-Postreform zu gewährleisten.
Op grond van de toezeggingen van de Gemeenschapswetgever en haar verplichtingen zal de Commissie actief aan dit proces deelnemen door de lidstaten de mogelijkheid te bieden goede regelgevingspraktijken vast te stellen. Zij zal tevens doorgaan met een actieve en transparante marktbewaking om de doelstellingen van de hervorming van de postsector in de EU veilig te stellen.

« Verstösst Artikel 1 Nr. 3 Absatz 1 von Artikel 3 der Ubergangsbestimmungen des Gesetzes vom 14. Juli 1976 über die gegenseitigen Rechte und Pflichten der Ehegatten und über die ehelichen Güterstände, der bestimmt, dass, falls die Erklärung im Sinne von Nr. 1 nicht abgegeben wird, die Ehegatten, die den Güterstand der Errungenschaftsgemeinschaft angenommen haben, den Bestimmungen der Artikel 1415 bis 1426 unterliegen für alles, was die Verwaltung der Gütergemeinschaft oder des eigenen Vermögens betrifft, sowie den Bestimmungen der Artikel 1408 bis 1414 hinsichtlich der gemeinsamen Schulden und der Rechte der Gläubiger, dahingehend interpretiert, dass die früheren Artikel 1453 und 1463 des Zivilgesetzbuches auf die im vorerwähnten Artikel genannten Kategorien von Ehegatten anwendbar sind, gegen die Artikel 10, 11 und 11bis der Verfassung sowie gegen den Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz, indem davon ausgegangen wird, dass die geschiedene Frau in dem Fall, wo sie nicht innerhalb von drei Monaten und vierzig Tagen nach der Ehescheidung die Gemeinschaft angenommen hat, auf die Gemeinschaft verzichtet hat, während der Mann seine Rechte in der Gemeinschaft von Rechts wegen erhält?
« Schendt artikel 1, 3°, eerste lid, van artikel 3 van de overgangsbepalingen van de wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels, dat bepaalt dat de echtgenoten die de in het 1° bedoelde verklaring niet hebben afgelegd en die de tot de aanwinsten beperkte gemeenschap hadden aanvaard, worden onderworpen aan de bepalingen van de artikelen 1415 tot 1426 voor al wat betrekking heeft op het bestuur van de gemeenschap en van hun eigen goederen, alsook aan die van de artikelen 1408 tot 1414 betreffende de gemeenschappelijke schulden en de rechten van de schuldeisers, in die zin geïnterpreteerd dat de vroegere artikelen 1453 en 1463 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn op de in het voormelde artikel bedoelde categorieën van echtgenoten, de artikelen 10, 11 en 11bis van de Grondwet en het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie, in zoverre de gescheiden vrouw die niet binnen drie maanden en veertig dagen na de echtscheiding de gemeenschap heeft aanvaard, wordt geacht daarvan afstand te hebben gedaan, terwijl de man zijn rechten in de gemeenschap van rechtswege verkrijgt ?

D. in der Erwägung, dass es in Ermangelung einer Harmonisierung der materiellen Rechte im Bereich des Eigentums, des Stimmrechts und der Rechte und Pflichten der Zentralverwahrer gegenüber den Kontoinhabern, insbesondere der Unterscheidung zwischen den Guthaben auf eigenen Konten und solchen auf Kundenkonten notwendig ist, das Europäische Parlament tatsächlich zu konsultieren, und zwar auf der Grundlage einer eingehenden Prüfung seitens aller betroffenen Ausschüsse, bevor der PRIMA-Grundsatz aufgegeben wird,
D. overwegende dat bij gebrek aan een harmonisatie van het materiële eigendomsrecht, het stemrecht en de rechten en verplichtingen van de centrale effectenbewaarinstellingen ten aanzien van de rekeninghouders, met name het onderscheid tussen tegoeden voor eigen rekening en tegoeden voor rekening van cliënten, een daadwerkelijke raadpleging van het Europees Parlement op grond van een voorafgaand onderzoek van al zijn betrokken commissies noodzakelijk is alvorens het PRIMA-principe op te geven,

D. in der Erwägung, dass es in Ermangelung einer Harmonisierung der materiellen Rechte im Bereich des Eigentums, des Stimmrechts und der Rechte und Pflichten der Zentralverwahrer gegenüber den Kontoinhabern, insbesondere der Unterscheidung zwischen den Guthaben auf eigenen Konten und solchen auf Kundenkonten notwendig ist, das Europäische Parlament tatsächlich zu konsultieren, und zwar auf der Grundlage einer eingehenden Prüfung seitens aller betroffenen Ausschüsse, bevor der PRIMA-Grundsatz aufgegeben wird,
D. overwegende dat bij gebrek aan een harmonisatie van het materiële eigendomsrecht, het stemrecht en de rechten en verplichtingen van de centrale effectenbewaarinstellingen ten aanzien van de rekeninghouders, met name het onderscheid tussen tegoeden voor eigen rekening en tegoeden voor rekening van cliënten, een daadwerkelijke raadpleging van het Europees Parlement op grond van een voorafgaand onderzoek van alle betrokken commissies noodzakelijk is alvorens het PRIMA-principe op te geven,

« Verstösst Artikel 1 Nr. 3 Absatz 1 der bergangsbestimmungen des Gesetzes vom 14. Juli 1976 über die gegenseitigen Rechte und Pflichten der Ehegatten und über die ehelichen Güterstände (Artikel 3), der bestimmt, dass, falls die Erklärung im Sinne von Nr. 1 nicht abgegeben wird, die Ehegatten, die den Güterstand der Errungenschaftsgemeinschaft angenommen haben, den Bestimmungen der Artikel 1415 bis 1426 unterliegen für alles, was die Verwaltung der Gütergemeinschaft oder des eigenen Vermögens betrifft, sowie den Bestimmungen der Artikel 1408 bis 1414 hinsichtlich der gemeinsamen Schulden und der Rechte der Gläubiger, dahingehend interpretiert, dass Artikel 1447 des Zivilgesetzbuches nicht auf diese Ehegatten anwendbar ist, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung?
« Schendt artikel 1, 3, eerste lid, van de overgangsbepalingen van de wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels (artikel 3) dat bepaalt dat indien de verklaring bedoeld in 1 niet wordt afgelegd, de echtgenoten die de gemeenschap beperkt tot de aanwinsten hadden aangenomen, onderworpen zullen zijn aan de bepalingen van de artikelen 1415 tot 1426 voor alles wat betrekking heeft op het bestuur van de gemeenschap en van de eigen goederen, alsook aan de bepalingen van de artikelen 1408 tot 1414 betreffende de gemeenschappelijke schulden en de rechten van de schuldeisers, geïnterpreteerd in die zin dat artikel 1447 van het Burgerlijk Wetboek op deze echtgenoten niet van toepassing is, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?

« Verstösst Artikel 1 Nr. 3 Absatz 1 der Übergangsbestimmungen des Gesetzes vom 14. Juli 1976 über die gegenseitigen Rechte und Pflichten der Ehegatten und über die ehelichen Güterstände (Artikel 3), der bestimmt, dass falls die unter Nr. 1 gemeinte Erklärung nicht abgegeben wird, die Ehegatten, die den Güterstand der Errungenschaftsgemeinschaft angenommen haben, den Bestimmungen der Artikel 1415 bis 1426 unterliegen für alles, was die Verwaltung der Gütergemeinschaft oder des eigenen Vermögens betrifft, sowie den Bestimmungen der Artikel 1408 bis 1414 hinsichtlich der gemeinsamen Schulden und der Rechte der Gläubiger, dahingehend interpretiert, dass Artikel 1447 des Zivilgesetzbuches nicht auf diese Ehegatten anwendbar ist, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung?
« Schendt artikel 1, 3°, eerste lid, van de overgangsbepalingen van de wet van 14 juli 1976 betreffende de wederzijdse rechten en verplichtingen van echtgenoten en de huwelijksvermogensstelsels (artikel 3) dat bepaalt dat indien de verklaring bedoeld in 1° niet wordt afgelegd, de echtgenoten die de gemeenschap beperkt tot de aanwinsten hadden aangenomen, onderworpen zullen zijn aan de bepalingen van de artikelen 1415 tot 1426 voor alles wat betrekking heeft op het bestuur van de gemeenschap en van de eigen goederen, alsook aan de bepalingen van de artikelen 1408 tot 1414 betreffende de gemeenschappelijke schulden en de rechten van de schuldeisers, geïnterpreteerd in die zin dat artikel 1447 van het Burgerlijk Wetboek op deze echtgenoten niet van toepassing is, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ?

(2) Die Vertragsparteien sind sich in der Auffassung einig, dass Partnerschaft im Zusammenhang mit Einwanderung bedeutet, dass die sich legal in ihrem Hoheitsgebiet aufhaltenden Staatsangehörigen von Drittländern fair behandelt werden, dass sie im Rahmen einer Integrationspolitik Rechte und Pflichten erhalten, die denen ihrer eigenen Staatsangehörigen vergleichbar sind, dass die Diskriminierung im wirtschaftlichen, gesellschaftlichen und kulturellen Leben verringert wird und dass Maßnahmen gegen Rassismus und Fremdenfeindlichkeit entwickelt werden.
2. De partijen zijn het erover eens dat ten aanzien van migratie een partnerschap met zich meebrengt: billijke behandeling van onderdanen van derde landen die legaal op hun grondgebied verblijven, integratiebeleid dat deze onderdanen rechten en plichten geeft die vergelijkbaar zijn met die van hun staatsburgers, versterking van de bestrijding van discriminatie in het economische, sociale en culturele leven en ontwikkeling van maatregelen tegen racisme en vreemdelingenhaat.

6. Nach Auffassung des Rates ist es wichtig, dass sich die einzelstaatliche Integrationspolitik um eine Annäherung der Rechte und Pflichten der betreffenden Personen, insbesondere der langfristig aufenthaltsberechtigten Personen, an die Rechte und Pflichten der eigenen Bürger der EU-Mitgliedstaaten bemüht, damit sichergestellt wird, dass diese Personen tatsächlich in jeder Hinsicht am wirtschaftlichen, sozialen, kulturellen und politischen Leben des Gastlandes teilnehmen können.
6. De Raad acht het belangrijk dat het integratiebeleid van de verschillende landen ernaar streeft de rechten en plichten van de betrokkenen, in het bijzonder van langdurig ingezetenen, meer in overeenstemming te brengen met die van de eigen onderdanen van de EU-lidstaten om te bewerkstelligen dat zij daadwerkelijk kunnen deelnemen aan alle aspecten van het economisch, sociaal, cultureel en civiel leven in hun gastland.