72. stellt fest, dass die Beitrittskandidatenländer sowie die Nachbarländer der EU im Osten und Süden oberste Priorität bei der EIB haben; betont insbesondere die Notwendigkeit, den demokratischen und wirtschaftlichen Übergang nach dem Arabischen Frühling weiterhin zu unterstützen und sich dabei besonders auf die Unterstützung der Zivilgesellschaft, die Schaffung von Arbeitsplätzen und den Konjunkturaufschwung in den Ländern im Süden und den östlichen Partnerländern zu konzentrieren; stellt mit Genugtuung die Schwerpunktsetzung auf die KMU und den Zugang zur Finanzierung fest;
72. constateert dat de kandidaat-lidstaten en de oostelijke en zuidelijke buurlanden de hoogste prioriteit hebben van de EIB; benadrukt met name de noodzaak om steun aan de democratische en economische omschakeling na de Arabische lente te handhaven, met specifieke aandacht voor steun aan onderdelen van het maatschappelijk middenveld, banengroei en economisch herstel in de zuidelijke landen en de oostelijke partnerlanden; is tevreden over de aandacht voor kmo's en toegang tot financiering;