C. in der Erwägung, dass mit dieser Bestimmung sichergestellt werden soll, dass die Mitglieder des Europäischen Parlaments grundsätzlich das Recht auf freie Meinungsäußerung haben, dieses Recht jedoch kein Freibrief für Verleumdung, üble Nachrede, Anstachelung zu Hass, ehrenrührige Behauptungen oder jede andere Äußerung sein darf, die gegen Artikel 21 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union verstößt;
C. overwegende dat deze bepali
ng bedoeld is om de leden van het Europees Parlement in beginsel vrijheid van
meningsuiting te garanderen, doch dat dit recht op vrijhei
d van meningsuiting geen vrijbrief is voor laster, smaad, het aanzetten tot haat of het in twijfel trekken van de eer van
anderen of voor enige
andere vorm van meningsuiting die in strijd is met artikel 21
...[+++] van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie;