(2) für den Fall, dass aufgrund der nach Nummer 1 anzuwendenden Rechtsvorschriften eines Mitgliedstaates die Familienangehörigen nicht von anderen Personen, auf die die Vorschriften anwendbar sind, unterschieden werden können, den Ehegatten, die minderjährigen Kinder und die unterhaltsberechtigten volljährigen Kinder;
(ii) indien in de overeenkomstig alinea (1) toepasbare wetgeving van de lidstaat geen onderscheid wordt aangebracht tussen de leden van het gezin en anderen waarop zij van toepassing is, worden de echtgeno(o)t(e), minderjarige en afhankelijke kinderen die de meerderjarige leeftijd hebben bereikt beschouwd als leden van het gezin.