Traduction de «ebenfalls nicht in einer in belgien gesetzlich vorgeschriebenen » (Allemand → Néerlandais) :

« Die in Absatz 2 beschriebenen natürlichen Personen, die Summen, Kapitalbeträge oder Wertpapiere erhalten haben, die nicht, oder die sich ergeben aus Einkünften, die ebenfalls nicht in einer in Belgien gesetzlich vorgeschriebenen Buchführung oder Erklärung angegeben wurden oder auf die die in Belgien geschuldete Steuer nicht erhoben wurde, können vom 1. Januar 2004 bis zum 31. Dezember 2004 eine Erklärung abgeben:
« De in het tweede lid gedefinieerde natuurlijke personen die sommen, kapitalen of roerende waarden hebben genoten die niet, of die voortspruiten uit inkomsten die evenmin, in een in België wettelijk verplichte boekhouding of aangifte werden vermeld of waarop de in België verschuldigde belasting niet werd geheven, kunnen vanaf 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004 aangifte doen :

(1) Stimmen Motoren, die mit einer gesetzlich vorgeschriebenen Kennzeichnung und gegebenenfalls mit einer Übereinstimmungserklärung versehen sind, nicht mit dem genehmigten Motortyp oder der genehmigten Motorenfamilie überein, so ergreift die Genehmigungsbehörde, die die EU-Typgenehmigung erteilt hat, die notwendigen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass in der Produktion befindliche Motoren mit dem jeweils genehmigten Motortyp oder der jeweils genehmigten Motorenfamilie in Übereinstimmung gebracht werden.
1. Indien motoren met een voorgeschreven opschrift en, indien van toepassing, met een overeenstemmingsverklaring, niet in overeenstemming met het goedgekeurde motortype of de goedgekeurde motorfamilie zijn, neemt de goedkeuringsinstantie die de EU-typegoedkeuring heeft verleend de nodige maatregelen teneinde de in productie zijnde motoren in overeenstemming met het goedgekeurde motortype of de goedgekeurde motorfamilie te brengen.

bei Parzellen, die im Rahmen einer gesetzlich vorgeschriebenen Krankheits- oder Schädlingsbekämpfungsmaßnahme der zuständigen Behörde des Mitgliedstaats mit einem Mittel behandelt wurden, das nicht für die ökologische/biologische Produktion zugelassen ist.
percelen die in het kader van een door de bevoegde autoriteit van de lidstaat opgelegde maatregel ter bestrijding van een ziekte of plaag, zijn behandeld met een product dat niet voor gebruik in de biologische landbouw is toegestaan.

(5) Zusätzlich zu der gesetzlich vorgeschriebenen Kennzeichnung gemäß Artikel 32 gibt der Hersteller entweder auf den von ihm hergestellten und in Verkehr gebrachten Motoren selbst oder, wenn dies nicht möglich ist, in einer den Motoren jeweils beigefügten Unterlage seinen Namen, seinen eingetragenen Handelsnamen oder seine eingetragene Handelsmarke und seine Kontaktanschrift in der Union an.
5. In aanvulling op de in artikel 32 bedoelde voorgeschreven opschriften, vermelden fabrikanten op de motoren die zij hebben geproduceerd en in de handel brengen, of, wanneer dit niet mogelijk is, op een bij de motor gevoegd document, hun naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd merk en contactadres in de Unie.

« Die in Absatz 2 beschriebenen natürlichen Personen, die Summen, Kapitalbeträge oder bewegliche Werte erhalten haben, die nicht, oder die sich ergeben aus Einkünften, die ebenfalls nicht in einer in Belgien gesetzlich vorgeschriebenen Buchführung oder Erklärung angegeben wurden oder auf die die in Belgien geschuldete Steuer nicht erhoben wurde, können vom 1. Januar 2004 bis zum 31. Dezember 2004 eine Erklärung abgeben:
« De in het tweede lid gedefinieerde natuurlijke personen die sommen, kapitalen of roerende waarden hebben genoten die niet, of die voortspruiten uit inkomsten die evenmin, in een in België wettelijk verplichte boekhouding of aangifte werden vermeld of waarop de in België verschuldigde belasting niet werd geheven, kunnen vanaf 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004 aangifte doen :

Gemäss dem Gesetzesvorentwurf, der dem angefochtenen Gesetz zugrunde liegt, sollte die einmalige befreiende Erklärung für die Gesamtheit der « Summen, Kapitalbeträge oder beweglichen Werte [.] die nicht, oder die sich ergeben aus Einkünften, die ebenfalls nicht in einer in Belgien gesetzlich vorgeschriebenen Buchführung oder Erklärung angegeben wurden oder auf die die in Belgien geschuldete Steuer nicht gezahlt wurde » gelten (Artikel 2 § 1 des Gesetzesvorentwurfes; Parl. Dok., Kammer, 2003-2004, DOC 51-0353/001, S. 19), einschliesslich der hinterzogenen Regionalsteuern wie Erbschaftssteuern und Registrierungsgebühren.
Volgens het voorontwerp van wet dat aan de bestreden wet ten grondslag ligt, zou de eenmalige bevrijdende aangifte gelden voor het geheel van « sommen, kapitalen of roerende waarden [.] die niet, of die voortspruiten uit inkomsten die evenmin, in een in België verplichte boekhouding of aangifte werden vermeld of waarop de in België verschuldigde belasting niet werd voldaan » (artikel 2, § 1, van het voorontwerp van wet; Parl. St., Kamer, 2003-2004, DOC 51-0353/001, p. 19), met inbegrip van ontdoken gewestelijke belastingen zoals de successie- en registratierechten.

In seinem Entscheid Nr. 43/2015 vom 26. März 2015 hat der Gerichtshof geurteilt, dass Artikel 40bis § 2 Absatz 1 Nr. 2 Absatz 2 Buchstabe a) des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, ersetzt durch Artikel 8 des Gesetzes vom 8. Juli 2011, in Verbindung mit Artikel 40ter des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, ersetzt durch Artikel 9 des Gesetzes vom 8. Juli 2011, keinen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, darstellt, insofern er den nichtbelgischen Staatsangehörigen, der ein gesetzliches Zusammenwohnen gemäß Artikel 1476 § 1 des Zivilgesetzbuches eingegangen ist, dazu verpflichtet, den dauerhaften und stabilen Charakter der Beziehung nachzuweisen, damit er im Hinblick auf eine Familienzusammenführung als ein Familienmitglied eines belgischen Staatsangehörigen betrachtet werden kann, wobei diese Beweislast nicht gilt für den Ausländer, der mit einem belgischen Staatsangehörigen verheiratet ist, oder für den Ausländer, der mit einem Belgier eine registrierte Partnerschaft führt, die in Belgien einer Ehe gleichgesetzt ist.
Bij zijn arrest nr. 43/2015 van 26 maart 2015 heeft het Hof geoordeeld dat artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2°, tweede lid, a), van de wet van 15 december 1980, zoals vervangen bij artikel 8 van de wet van 8 juli 2011, in samenhang gelezen met artikel 40ter van de wet van 15 december 1980, zoals vervangen bij artikel 9 van de wet van 8 juli 2011, geen schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het aan de buitenlandse onderdaan die overeenkomstig artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk Wetboek een wettelijke samenwoning is aangegaan, de verplichting oplegt het stabiele en duurzame karakter van de relatie te bewijzen om voor gezinshereniging als familielid van een Belgische onderdaan in aanmerking te komen, terwijl die bewijslast niet bestaat voor de vreemdeling die met een Belgische onderdaan is gehuwd of voor de vreemdeling die met een Belg is verbonden door een geregistreerd partnerschap dat als gelijkwaardig met een huwelijk in België wordt beschouwd.

« Verstößt Artikel 10 § 1 Absatz 1 Nr. 5 und Absatz 2 Buchstabe a) des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, in dem Sinne, dass er dem nichtbelgischen Staatsangehörigen, der einen Vertrag über das gesetzliche Zusammenwohnen gemäß Artikel 1476 § 1 des Zivilgesetzbuches abgeschlossen hat, die Verpflichtung auferlegt, den dauerhaften und stabilen Charakter der Beziehung zu beweisen, damit er als Familienmitglied eines Nicht-EU-Staatsangehörigen betrachtet werden kann, wobei diese Beweislast für den Ausländer, der mit einem Nicht-EU-Staatsangehörigen verheiratet ist, oder für den Ausländer, der durch eine registrierte Partnerschaft, die in Belgien einer Ehe gleichgesetzt ist, mit einem Nicht-EU-Staatsangehörigen verbunden ist, nicht existiert, unter Berücksichtigung des am 3. Oktober 2013 erfolgten Inkrafttretens des am 2. Juni 2013 angenommenen Gesetzes im Hinblick auf die Bekämpfung von Scheinehen und von vorgetäuschtem gesetzlichen Zusammenwohnen, und insbesondere der Artikel 1476bis und 1476quater des Zivilgesetzbuches, die ähnliche Bestimmungen sind wie Artikel 146bis desselben Gesetzbuches, welcher auf die Ehen Anwendung findet?
« Schendt artikel 10, § 1, eerste lid, 5° en tweede lid a) van de wet van 15 december 1980, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet samenhang gelezen met artikel 8 van het EVRM, in die zin dat het aan de buitenlandse onderdaan die overeenkomstig artikel 1476, § 1, van het Burgerlijk Wetboek een wettelijke samenwoning is aangegaan, de verplichting oplegt het stabiele en duurzame karakter van de relatie te bewijzen om als familielid van een niet-EU-onderdaan te worden beschouwd, bewijslast die niet bestaat voor de vreemdeling die met een niet-EU-onderdaan is gehuwd of voor de vreemdeling die met een niet-EU-onderdaan verbonden is door een geregistreerd partnerschap dat als gelijkwaardig met een huwelijk in België wordt beschouwd, dit rekening houdend met de inwerkingtreding, op 3 oktober 2013, van de wet aangenomen op 2 juni 2013 met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen, en in het bijzonder van de artikelen 1476bis en 1476quater van het Burgerlijk Wetboek, bepalingen die vergelijkbaar zijn met artikel 146bis van hetzelfde Wetboek, dat op huwelijken van toepassing is ?

Mit dem Gesetz vom 31. Dezember 2003 wurde ein System der einmaligen befreienden Erklärung eingeführt, das es natürlichen Personen, die Summen, Kapitalien oder Wertpapiere genossen haben, die nicht in einer in Belgien gesetzlich vorgeschriebenen Buchführung oder Erklärung angegeben wurden, bis zum 31. Dezember 2004 ermöglichte, diese Summen, Kapitalien oder Wertpapiere zu melden.
Bij de wet van 31 december 2003 is een systeem ingevoerd voor een eenmalige bevrijdende aangifte op grond waarvan natuurlijke personen die sommen, kapitalen of roerende waarden hebben genoten die niet werden vermeld in een in België wettelijk verplichte boekhouding of aangifte, tot 31 december 2004, van die sommen, kapitalen of roerende waarden aangifte kunnen doen.

Niemand kann endgültig in eines der Ämter als Direktor, stellvertretender Direktor, Professor, Chef eines Studienbüros oder Dozent im Hochschulunterricht mit langer Studiendauer ernannt werden, wenn er nicht im Besitz eines zur Ernennung als Mitglied des Unterrichtspersonals einer staatlichen Universität gesetzlich vorgeschriebenen Diploms ist.
Niemand kan vast benoemd worden in een van de ambten van directeur, adjunct-directeur, hoogleraar, hoofd van studiebureau of van docent in het hoger onderwijs van het lange type, tenzij hij houder is van een diploma dat bij de wet vereist is om benoemd te worden tot lid van het onderwijzend personeel van een rijksuniversiteit.