Vertaling van "ebene des stellvertretenden außenministers sollte " (Duits → Nederlands) :

Auf der Grundlage dieser engeren Verbindungen sollte zudem ein regelmäßiger Dialog mit der BSEC auf Ebene der Außenminister eingerichtet werden, der die Umsetzung und weitere Entwicklung der EU-Politik für die Schwarzmeerregion erleichtern würde.
Voortbouwend op deze nauwere contacten zou het bovendien nuttig zijn een regelmatige dialoog met de BSEC op het niveau van de ministers van Buitenlandse Zaken tot stand te brengen, wat de implementatie en verdere ontwikkeling van het EU-beleid inzake de Zwarte Zeeregio zou bevorderen.

- der kürzlich vereinbarte Dialog auf Ebene des stellvertretenden Außenministers sollte zur zentralen Einrichtung werden und sich mit regionaler und geopolitischer Thematik befassen, um den Beziehungen eine stärkere Zielrichtung, größere Wirkungsmöglichkeiten und einen noch größeren Nutzeffekt zu verleihen;
- De onlangs overeengekomen strategische dialoog op het niveau van de vice-minister van Buitenlandse zaken dient een centraal mechanisme te zijn om regionale en geopolitieke aangelegenheden te bestrijken en focus, impact en waarde aan de relatie toe te voegen;

5. nimmt Kenntnis von dem Vorschlag der Kommission, in der im Zuge des Barcelona-Prozesses zu schaffenden Union für den Mittelmeerraum auf der Ebene der Staats- und Regierungschefs und auf der Ebene der Außenminister einen gemeinsamen Vorsitz einzuführen und vertritt die Auffassung, dass ein solcher Vorsitz die Zusammenarbeit Europa-Mittelmeerraum stärken wird; unterstreicht, dass der Vorsitz aus dem Mittelmeerraum von den Partnern aus dem Mittelmeerraum einvernehmlich benannt werden sollte und dass das Land, das den Vorsitz innehat, sämtliche am Barcelona-Prozess: Union für den Mittelmeerraum beteiligten Länder zu den Gipfeltreffen und Tagungen auf Ministerebene einladen sollte; ist der Auffassung, dass das zur Festigung der verstärkten Partnerschaft vorgeschlagene Sekretariat weder eine neue bürokratische Struktur darstellen noch parallel zu bestehenden Strukturen geschaffen werden sollte;
5. neemt kennis van het Commissievoorstel een covoorzitterschap in te stellen voor het proces van Barcelona: Unie voor het Middellandse-Zeegebied op het niveau van staatshoofden en ministers van Buitenlandse Zaken, en is van mening dat dit de gemeenschappelijke beleving van de Euromediterrane samenwerking zal versterken; benadrukt dat de zuidelijke tak van het voorzitterschap in overleg tussen de mediterrane partners zou moeten worden benoemd en dat het voorzittende land alle staten die bij het Barcelona-proces: Unie voor het Middellandse-Zeegebied betrokken zijn, moet uitnodigen op topbijeenkomsten en ministervergaderingen; is van mening dat het voorgestelde secretariaat van het versterkte partnerschap geen bureaucratie mag veroorzaken en evenmin bestaande structuren mag dupliceren;

5. begrüßt den Vorschlag der Kommission, einen gemeinsamen Vorsitz bei der Initiative „Barcelona-Prozess: Union für den Mittelmeerraum“ auf der Ebene der Staats- und Regierungschefs und der Außenminister einzuführen, und würdigt den Umstand, dass ein gemeinsamer Vorsitz die gemeinsame Wahrnehmung der Verantwortung für die Zusammenarbeit Europa-Mittelmeerraum stärken wird; unterstreicht, dass die Mittelmeerkomponente des Vorsitzes im Einvernehmen von den Partnern im Mittelmeerraum benannt werden sollte und dass das Land, das den Vorsitz inne hat, sämtliche an der Initiative „Barcelona-Prozess: Union für den Mittelmeerraum“ beteiligten Staaten zu Gipfeltreffen und Ministertagungen einladen sollte; ist der Auffassung, dass das vorgeschlagene Sekretariat der verstärkten Partnerschaft weder eine neue bürokratische Struktur sein noch parallel zu bestehenden Strukturen bestehen sollte;
5. spreekt zijn waardering uit voor het Commissievoorstel een co-voorzitterschap in te stellen voor het proces van Barcelona: Unie voor het Middellandse-Zeegebied dat wordt uitgeoefend tijdens vergaderingen van staatshoofden en ministers van buitenlandse zaken, en is van mening dat dit de gemeenschappelijke beleving van de Euro-Mediterrane samenwerking zal versterken; benadrukt dat de zuidelijke partners eenstemmig de zuidelijke tak van het voorzitterschap zouden moeten benoemen en dat het voorzittende land alle staten die bij het Barcelona-proces: Unie voor het Middellandse-Zeegebied betrokken zijn, moet uitnodigen op topbijeenkomsten en ministervergaderingen; is van mening dat het voorgestelde secretariaat van het versterkte partnerschap geen nieuwe bureaucratie mag veroorzaken en evenmin bestaande structuren mag dupliceren;

8. begrüßt den Vorschlag der Kommission, einen gemeinsamen Vorsitz bei der Initiative "Barcelona-Prozess: Union für den Mittelmeerraum" auf der Ebene der Staats- und Regierungschefs und der Außenminister einzuführen, und würdigt den Umstand, dass ein gemeinsamer Vorsitz die gemeinsame Wahrnehmung der Verantwortung für die Zusammenarbeit Europa-Mittelmeerraum stärken wird; begrüßt den Vorschlag der Kommission , dass die zuständigen Organe der Europäischen Union den gemeinsamen Vorsitz für die Union innehaben sollten; unterstreicht, dass die Mittelmeerkomponente des Vorsitzes von den Partnern im Mittelmeerraum im Einvernehmen benannt werden sollte und dass das Land, das den Vorsitz inne hat, sämtliche an der Initiative "Barcelona-Prozess: Union für den Mittelmeerraum" beteiligten Staaten zu Gipfeltreffen und Ministertagungen einladen sollte;
8. spreekt zijn waardering uit voor het Commissievoorstel een co-voorzitterschap in te stellen voor het Proces van Barcelona: Unie voor het Middellandse-Zeegebied dat wordt uitgeoefend tijdens vergaderingen van staatshoofden en regeringsleiders en van ministers van Buitenlandse Zaken, en is van mening dat dit de gemeenschappelijke beleving van de Euromediterrane samenwerking zal versterken; is ingenomen met het voorstel van de Commissie dat het EU-co-voorzitterschap dient georganiseerd te worden door de bevoegde EU-instellingen; benadrukt dat de mediterrane partners eenstemmig de mediterrane tak van het voorzitterschap zouden moeten benoemen en dat het voorzittende land alle staten die bij het Barcelona-proces: Unie voor het Middellandse-Zeegebied betrokken zijn, moet uitnodigen op topbijeenkomsten en ministersbijeenkomsten;

8. begrüßt den Vorschlag der Kommission, einen gemeinsamen Vorsitz bei der Initiative „Barcelona-Prozess: Union für den Mittelmeerraum“ auf der Ebene der Staats- und Regierungschefs und der Außenminister einzuführen, und würdigt den Umstand, dass ein gemeinsamer Vorsitz die gemeinsame Wahrnehmung der Verantwortung für die Zusammenarbeit Europa-Mittelmeerraum stärken wird; unterstreicht, dass die Mittelmeerkomponente des Vorsitzes im Einvernehmen von den Partnern im Mittelmeerraum benannt werden sollte und dass das Land, das den Vorsitz inne hat, sämtliche an der Initiative „Barcelona-Prozess: Union für den Mittelmeerraum“ beteiligten Staaten zu Gipfeltreffen und Ministertagungen einladen sollte;
8. spreekt zijn waardering uit voor het Commissievoorstel een co-voorzitterschap in te stellen voor het Proces van Barcelona: Unie voor het Middellandse-Zeegebied dat wordt uitgeoefend tijdens vergaderingen van staatshoofden en ministers van Buitenlandse Zaken, en is van mening dat dit de gemeenschappelijke beleving van de Euromediterrane samenwerking zal versterken; benadrukt dat de zuidelijke partners eenstemmig de zuidelijke tak van het voorzitterschap zouden moeten benoemen en dat het voorzittende land alle staten die bij het Barcelona-proces: Unie voor het Middellandse-Zeegebied betrokken zijn, moet uitnodigen op topbijeenkomsten en ministersbijeenkomsten;

Am 27. Juli dieses Jahres fanden die jährlichen Beratungen auf hoher Ebene zwischen der EU und Japan unter dem gemeinsamen Vorsitz des Generaldirektors für Außenwirtschaftsbeziehungen der Europäischen Kommission, Horst Günter Krenzler, und des Stellvertretenden Außenministers Japans, Sadayuki Hayashi, in Brüssel statt.
Op 27 juli vonden de jaarlijkse besprekingen op hoog niveau tussen de EU en Japan plaats in Brussel, die voorgezeten werden door de heer Horst Günter Krenzler, Directeur-generaal Economische Buitenlandse Betrekkingen van de Europese Commissie en de heer Sadayuki Hayashi, onderminister van Buitenlandse Zaken van Japan.