Vertaling van "dürfen bereits vorhandene " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

bereits vorhandenes und aktuelles Interesse
reeds verkregen en dadelijk belang

Klassifizierung neuer Haushaltslinien oder bereits vorhandener Haushaltslinien,deren Rechtsgrundlage geändert wurde
classificatie van nieuwe begrotingslijnen of van bestaande begrotingslijnen waarvan de rechtsgrondslag werd gewijzigd

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

77. ist der Auffassung, dass die erneuerbaren Energiequellen wie Wind, Biogas, Solarenergie, Wasserkraft, Biomasse, geothermische und Gezeitenenergie zu den wichtigsten potenziellen Energiequellen der Europäischen Union zählen, die zu einer Stabilisierung der Energiepreise und zur Eindämmung der steigenden Energieabhängigkeit beitragen können, und steht der Initiative einer Mitteilung über die Beseitigung der Hindernisse für erneuerbare Energiequellen wohlwollend gegenüber; betont in diesem Zusammenhang, dass neue Initiativen nicht zum Aufschub bereits vorhandener Projekte führen dürfen;
77. meent dat hernieuwbare energie zoals wind- en zonne-energie, hydraulische energie, biomassa, aardwarmte en mariene bronnen de belangrijkste potentiële energiebronnen van de Europese Unie zijn, die kunnen helpen de energieprijzen te stabiliseren en de toenemende afhankelijkheid op energiegebied te beperken, en juicht het initiatief toe om een mededeling in te dienen over de verwijdering van obstakels voor hernieuwbare energie; benadrukt in dit verband dat een eventueel nieuw initiatief niet mag leiden tot uitstel van bestaande projecten;

68. ist der Auffassung, dass die erneuerbaren Energiequellen wie Wind, Biogas, Solarenergie, Wasserkraft, Biomasse, geothermische und Gezeitenenergie zu den wichtigsten potenziellen Energiequellen der EU zählen, die zu einer Stabilisierung der Energiepreise und zur Eindämmung der steigenden Energieabhängigkeit beitragen können, und steht der Initiative einer Mitteilung über die Beseitigung der Hindernisse für erneuerbare Energiequellen wohlwollend gegenüber; betont in diesem Zusammenhang, dass neue Initiativen nicht zum Aufschub bereits vorhandener Projekte führen dürfen;
68. meent dat hernieuwbare energie zoals wind- en zonne-energie, hydraulische energie, biomassa, aardwarmte en mariene bronnen de belangrijkste potentiële energiebronnen van de Europese Unie zijn, die kunnen helpen de energieprijzen te stabiliseren en de toenemende afhankelijkheid op energiegebied te beperken, en juicht het initiatief toe om een mededeling in te dienen over de verwijdering van obstakels voor hernieuwbare energie; benadrukt in dit verband dat een eventueel nieuw initiatief niet mag leiden tot uitstel van bestaande projecten;

ist der Auffassung, dass die erneuerbaren Energiequellen wie Wind, Biogas, Solarenergie, Wasserkraft, Biomasse, geothermische und Gezeitenenergie zu den wichtigsten potenziellen Energiequellen der Europäischen Union zählen, die zu einer Stabilisierung der Energiepreise und zur Eindämmung der steigenden Energieabhängigkeit beitragen können, und steht der Initiative einer Mitteilung über die Beseitigung der Hindernisse für erneuerbare Energiequellen wohlwollend gegenüber; betont in diesem Zusammenhang, dass neue Initiativen nicht zum Aufschub bereits vorhandener Projekte führen dürfen;
meent dat hernieuwbare energie zoals wind- en zonne-energie, hydraulische energie, biomassa, aardwarmte en mariene bronnen de belangrijkste potentiële energiebronnen van de Europese Unie zijn, die kunnen helpen de energieprijzen te stabiliseren en de toenemende afhankelijkheid op energiegebied te beperken, en juicht het initiatief toe om een mededeling in te dienen over de verwijdering van obstakels voor hernieuwbare energie; benadrukt in dit verband dat een eventueel nieuw initiatief niet mag leiden tot uitstel van bestaande projecten;

Duftstoffe, die nach der Verordnung (EG) Nr. 648/2004 des Europäischen Parlaments und des Rates über Detergenzien (Anhang VII) anzugeben sind und die nicht bereits durch das Kriterium 2 Buchstabe b ausgeschlossen sind, sowie (sonstige) Duftstoffe mit der Einstufung H317/R43 (Kann allergische Hautreaktionen verursachen) und/oder H334/R42 (Kann bei Einatmen Allergie, asthmaartige Symptome oder Atembeschwerden verursachen) dürfen nicht in Konzentrationen ≥ 0,010 % (≥ 100 ppm) je Stoff vorhanden sein.
Parfumstoffen die dienen te worden vermeld conform Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende detergentia (bijlage VII) en die nog niet zijn uitgesloten krachtens criterium 2b, en (andere) parfumstoffen die zijn ingedeeld in de klasse H317/R43 (kan een allergische huidreactie veroorzaken) en/of H334/R42 (kan bij inademing allergie- of astmasymptomen of ademhalingsmoeilijkheden veroorzaken) mogen niet voorkomen in hoeveelheden ≥ 0,010 % (≥ 100 ppm) per stof.

Neue Antragsteller, denen noch kein Code für diese Datenbank zugewiesen wurde, dürfen bereits vorhandene Codes, die in der Tabelle mit den Codes der Antragsteller in dieser Datenbank aufgeführt sind, nicht benutzen.
Een nieuwe aanvrager, die niet in de database is vermeld, mag geen bestaande codes gebruiken die zijn vermeld in de codetabel voor organisaties in de database.

2) In Artikel 17 Absatz 2 dritter Unterabsatz hätten die einleitenden Worte „Der ersuchte Mitgliedstaat nimmt . vor“, die bereits im Text von Artikel 13 Absatz 3 der Verordnung (EG) Nr. 1560/2003 der Kommission vorhanden sind, nicht zwischen Anpassungspfeilen stehen dürfen.
2) In artikel 17, lid 2, derde alinea, hadden de inleidende woorden “De aangezochte lidstaat verricht”, die al voorkomen in de bestaande tekst van artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1560/2003 van de Commissie, niet tussen aanpassingstekens geplaatst moeten worden.

16. nimmt zur Kenntnis, dass in den Verfassungsvertrag ein Passus über die Schaffung eines Europäischen Freiwilligenkorps für humanitäre Hilfe aufgenommen wurde, was ein eindeutiges Signal dafür ist, dass die Europäische Union im Bereich der Entwicklung Interesse zeigt; unterstreicht jedoch, dass die EU gefordert ist, der Festlegung der Modalitäten für den Einsatz des Korps besondere Aufmerksamkeit zu widmen und dafür zu sorgen, dass nur erfahrene Freiwillige sich daran beteiligen dürfen; bekundet seinen Standpunkt, dass diese Initiative den Prozess der Verbesserung der Qualität und des professionellen Vorgehens der in humanitären Krisensituationen eingesetzten Humanressourcen verstärken sollte, indem bereits vorhandene Ausbildungsprogramme in enger Zusammenarbeit mit den NRO vervollständigt werden, ein Register der verfügbaren Ressourcen erstellt wird und im Vorfeld ermittelte gute operationelle Praktiken verbreitet werden; fordert die Kommission auf, Durchführbarkeitsstudien im Hinblick auf die künftige Weiterentwicklung dieser Vorschrift durchzuführen; unterstreicht die Notwendigkeit, im Rahmen von gemeinsamen Abrüstungsmaßnahmen, humanitären Missionen, Aufgaben der Konfliktverhütung und der Erhaltung des Friedens sowie Frieden schaffenden Maßnahmen – wie in Artikel III-309 Absatz 1 dargelegt – den Unterschied zwischen zivilen und militärischen Umfeldern anzuerkennen;
16. neemt kennis van de in de Grondwet opgenomen bepaling over het opzetten van een Europees vrijwilligerskorps voor humanitaire hulp, hetgeen een duidelijk signaal is van de belangstelling van de Europese Unie voor ontwikkeling; wijst niettemin met nadruk op de uitdaging voor de EU, die speciale zorg en aandacht dient te besteden aan het vaststellen van de werkwijze van het korps en ervoor dient te zorgen dat alleen ervaren vrijwilligers aan het korps kunnen deelnemen; is van mening dat dit initiatief het proces van verbetering van de kwaliteit en professionaliteit van personeel dat bij humanitaire crises wordt ingezet dient te versterken via aanvulling van reeds beschikbare opleidingsprogramma's, nauwe samenwerking met NGO's, de opstelling van een register van beschikbare hulpbronnen en de verspreiding van vooraf geïdentificeerde goede operationele praktijken; verzoekt de Commissie haalbaarheidsstudies te verrichten in verband met de toekomstige ontwikkeling van deze bepaling; onderstreept de noodzaak van erkenning van het verschil tussen civiele en militaire aspecten bij gemeenschappelijke missies op het gebied van ontwapening, humanitaire missies, conflictpreventie en handhaving en herstel van vrede, zoals vastgelegd in artikel III-309, lid 1;