Wird die dänische Rente nach den dänischen Rechtsvorschriften auf der Grundlage von Wohnzeiten berechnet, die nicht von der Person zurückgelegt wurden, die die Wohnzeiten zurückgelegt hat, die von einem oder mehreren anderen Mitgliedstaaten bei der Anwendung der Bestimmungen des Titels III Kapitel 3 der Verordnung berücksichtigt werden, so werden bei der Berechnung des dänischen theoretischen Betrags und anteiligen Rentenbetrags nach Artikel 46 Absatz 2 der Verordnung die von der letztgenannten Person zurückgelegten Wohn- und Versicherungszeiten zugrunde gelegt".
Wanneer het Deense pensioen volgens de Deense wettelijke regeling wordt berekend op basis van tijdvakken van wonen die door een andere persoon zijn vervuld dan degene die de tijdvakken van wonen heeft vervuld die door een of meer Lid-Staten krachtens de bepalingen van titel III, hoofdstuk 3, van de verordening in aanmerking worden genomen, worden de tijdvakken van wonen en van verzekering die door laatstbedoelde persoon zijn vervuld, in aanmerking genomen bij de berekening van het Deense theoretische bedrag en pro rata-pensioen overeenkomstig artikel 46, lid 2, van de verordening".
