(1) Für den landwirtschaftlichen Umrechnungskurs, der auf die in Artikel 5 der Verordnung Nr. 136/66/EWG genannte Erzeugungsbeihilfe für Oli
venbauern mit einer durchschnittlichen Erzeugung von mindes
tens 500 kg Olivenöl angewendet wird, gilt der maßgebliche Tatbestand am ersten Tag des Monats als erfuellt, in dem eine Partie Oliven gemäß Artikel 9 Absatz 2 Buchstabe a) der Verordnung (EWG) Nr. 3061/84 der Kommission (9) bezueglich der Führung einer einheitlichen täglichen Bestandsbuchhaltung bei einer zugelassenen Ölmühle angeliefert
...[+++]wird.
1. Het ontstaansfeit voor de landbouwomrekeningskoers die moet worden gehanteerd voor de in artikel 5 van Verordening nr. 136/66/EEG bedoelde, aan olijventelers met een gemiddelde produktie van 500 kg olijfolie of meer toe te kennen produktiesteun, wordt geacht plaats te hebben op de eerste dag van de maand waarin, voor een bepaalde partij, de olijven in een erkende oliefabriek worden aangevoerd, zoals omschreven in artikel 9, lid 2, onder a), van Verordening (EEG) nr. 3061/84 van de Commissie (9) met betrekking tot het voeren van een dagelijkse genormaliseerde voorraadadministratie.