Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Mindestens haltbar bis
Mindestens haltbar bis Ende
Probe mit mindestens einer Flaeche im Walzzustand
Probe mit mindestens einer Walzhaut
Probe mit mindestens einer Walzoberflaeche
Protokoll von Helsinki

Vertaling van "durchschnitt mindestens " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Probe mit mindestens einer Flaeche im Walzzustand | Probe mit mindestens einer Walzhaut | Probe mit mindestens einer Walzoberflaeche

proefstaaf met ten minste één walshuid | proefstaaf met ten minste één walsoppervlak


mindestens haltbar bis Ende

ten minste houdbaar tot einde




Protokoll von Helsinki | Protokoll zum Übereinkommen von 1979 über weiträumige grenzüberschreitende Luftverunreinigung betreffend die Verringerung von Schwefelemissionen oder ihres grenzüberschreitenden Flusses um mindestens 30 Prozent

Protocol bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand inzake de vermindering van zwavelemissies of van de grensoverschrijdende stromen van deze zwavelverbindingen met ten minste 30 procent | Protocol van Helsinki


allgemeine Regelung zur Anerkennung der Hochschuldiplome, die eine mindestens dreijährige Berufsausbildung abschliessen

algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
- Bis 2010 sollten sich im EU-Durchschnitt mindestens 15 % der Erwachsenen im erwerbsfähigen Alter (Altersgruppe 25-64 Jahre) am lebenslangen Lernen beteiligen; in keinem Land soll die Quote unter 10 % liegen.

- Tegen 2010 moet het EU-gemiddelde voor participatie in levenslang leren minstens 15% van de volwassen bevolking op beroepsactieve leeftijd (de leeftijdscategorie van de 25- tot 64-jarigen) bedragen en mag het percentage in geen enkel land lager liggen dan 10%.


(2) Eine Umsiedlung nach Maßgabe dieses Beschlusses erfolgt nur bei einem Antragsteller, der einem Staat angehört, bei dessen Staatsangehörigen der Anteil der Entscheidungen zur Gewährung internationalen Schutzes in Relation zu allen in erster Instanz ergangenen Entscheidungen über Anträge auf internationalen Schutz gemäß Kapitel III der Richtlinie 2013/32/EU nach den jüngsten aktualisierten vierteljährlichen Eurostat-Daten im Unions-Durchschnitt mindestens 75 % beträgt.

2. Herplaatst in de zin van dit besluit worden slechts verzoekers die een nationaliteit hebben waarvoor geldt dat, volgens de meest recente kwartaalgemiddelden die door Eurostat voor de gehele Unie zijn vastgesteld, 75 % of meer van de verzoeken om internationale bescherming als bedoeld in hoofdstuk III van Richtlijn 2013/32/EU heeft geleid tot een besluit tot verlening van internationale bescherming in eerste aanleg.


Bei Mitgliedstaaten, die das mittelfristige Haushaltsziel nicht erreicht haben, bei der Beurteilung der Veränderung des strukturellen Haushaltssaldos, ob die Abweichung in einem Jahr mindestens 0,5 % des BIP oder in zwei aufeinanderfolgenden Jahren im Durchschnitt mindestens 0,25 % des BIP jährlich beträgt.

voor een lidstaat die de middellangetermijndoelstelling voor de begroting niet heeft bereikt: bij de beoordeling van de verandering van het structurele saldo, of de afwijking ten minste 0,5 % van het bbp in een enkel jaar of gemiddeld ten minste 0,25 % van het bbp per jaar in twee opeenvolgende jaren bedraagt.


Bei Mitgliedstaaten, die das mittelfristige Haushaltsziel nicht erreicht haben, bei der Beurteilung der Veränderung des strukturellen Saldos, ob die Abweichung in einem Jahr mindestens 0,5 % des BIP oder in zwei aufeinanderfolgenden Jahren im Durchschnitt mindestens 0,25 % des BIP jährlich beträgt; bei der Beurteilung der Ausgabenentwicklung ohne Anrechnung ermessensabhängiger einnahmenseitiger Maßnahmen, ob die Abweichung eine Gesamtauswirkung auf den Haushaltssaldo von mindestens 0,5 % des BIP in einem Jahr oder kumulativ in zwei aufeinanderfolgenden Jahren hat.

Voor een lidstaat die de budgettaire middellangetermijndoelstelling niet heeft bereikt: bij de beoordeling van de verandering van het structurele saldo, of de afwijking ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of van gemiddeld ten minste 0,25% van het bbp per jaar in twee opeenvolgende jaren bedraagt; bij de beoordeling van de ontwikkeling van de uitgaven, ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde: of de afwijking een totale weerslag heeft op het overheidssaldo ter grootte van ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of een cumulatieve weerslag van die grootte binnen twee opeenvolgende jaren.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Bei Mitgliedstaaten, die das mittelfristige Haushaltsziel nicht erreicht haben, bei der Beurteilung der Veränderung des strukturellen Saldos, ob die Abweichung in einem Jahr mindestens 0,5 % des BIP oder in zwei aufeinanderfolgenden Jahren im Durchschnitt mindestens 0,25 % des BIP jährlich beträgt ; bei der Beurteilung der Ausgabenentwicklung ohne Anrechnung ermessensabhängiger einnahmenseitiger Maßnahmen, ob die Abweichung eine Gesamtauswirkung auf den Haushaltssaldo von mindestens 0,5 % des BIP in einem Jahr oder kumulativ in zwei aufeinanderfolgenden Jahren hat.

Voor een lidstaat die de budgettaire middellangetermijndoelstelling niet heeft bereikt: bij de beoordeling van de verandering van het structurele saldo, of de afwijking ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of van gemiddeld ten minste 0,25% van het bbp per jaar in twee opeenvolgende jaren bedraagt ; bij de beoordeling van de ontwikkeling van de uitgaven, ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde: of de afwijking een totale weerslag heeft op het overheidssaldo ter grootte van ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of een cumulatieve weerslag van die grootte binnen twee opeenvolgende jaren.


Bei Mitgliedstaaten, die das mittelfristige Haushaltsziel nicht erreicht haben, bei der Beurteilung der Veränderung des strukturellen Saldos, ob die Abweichung in einem Jahr mindestens 0,5 % des BIP oder in zwei aufeinanderfolgenden Jahren im Durchschnitt mindestens 0,25 % des BIP jährlich beträgt; bei der Beurteilung der Ausgabenentwicklung ohne Anrechnung ermessensabhängiger einnahmenseitiger Maßnahmen, ob die Abweichung eine Gesamtauswirkung auf den Haushaltssaldo von mindestens 0,5 % des BIP in einem Jahr oder kumulativ in zwei aufeinanderfolgenden Jahren hat.

Voor een lidstaat die de budgettaire middellangetermijndoelstelling niet heeft bereikt: bij de beoordeling van de verandering van het structurele saldo, of de afwijking ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of van gemiddeld ten minste 0,25% van het bbp per jaar in twee opeenvolgende jaren bedraagt; bij de beoordeling van de ontwikkeling van de uitgaven, ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde: of de afwijking een totale weerslag heeft op het overheidssaldo ter grootte van ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of een cumulatieve weerslag van die grootte binnen twee opeenvolgende jaren.


Bei Mitgliedstaaten, die das mittelfristige Haushaltsziel nicht erreicht haben, gilt bei der Beurteilung der Veränderung des strukturellen Saldos eine Abweichung als erheblich, wenn sie in einem Jahr mindestens 0,5 % des BIP oder in zwei aufeinanderfolgenden Jahren im Durchschnitt mindestens 0,25 % des BIP jährlich beträgt; bei der Beurteilung der Ausgabenentwicklung ohne Anrechnung diskretionärer einnahmenseitiger Maßnahmen, ob die Abweichung eine Gesamtauswirkung auf den Haushaltssaldo von mindestens 0,5 % des BIP in einem Jahr oder kumulativ in zwei aufeinanderfolgenden Jahren hat.

Ingeval een lidstaat de budgettaire middellangetermijndoelstelling niet heeft bereikt, wordt, bij de beoordeling van de verandering van het structurele saldo, de afwijking als aanzienlijk beschouwd indien deze ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of van gemiddeld ten minste 0,25% van het bbp per jaar in twee opeenvolgende jaren bedraagt; bij de beoordeling van de ontwikkeling van de uitgaven, ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde: of de afwijking een totale weerslag heeft op het overheidssaldo ter grootte van ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of een cumulatieve weerslag van die grootte binnen ...[+++]


Bei Mitgliedstaaten, die das mittelfristige Haushaltsziel nicht erreicht haben, bei der Beurteilung der Veränderung des strukturellen Saldos, ob die Abweichung in einem Jahr mindestens 0,5 % des BIP oder in zwei aufeinanderfolgenden Jahren im Durchschnitt mindestens 0,25 % des BIP jährlich beträgt; bei der Beurteilung der Ausgabenentwicklung ohne Anrechnung diskretionärer einnahmenseitiger Maßnahmen, ob die Abweichung eine Gesamtauswirkung auf den Haushaltssaldo von mindestens 0,5 % des BIP in einem Jahr oder kumulativ in zwei aufeinanderfolgenden Jahren hat.

Voor een lidstaat die de budgettaire middellangetermijndoelstelling niet heeft bereikt: bij de beoordeling van de verandering van het structurele saldo, of de afwijking ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of van gemiddeld ten minste 0,25% van het bbp per jaar in twee opeenvolgende jaren bedraagt; bij de beoordeling van de ontwikkeling van de uitgaven, ongerekend discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde: of de afwijking een totale weerslag heeft op het overheidssaldo ter grootte van ten minste 0,5% van het bbp in een enkel jaar of een cumulatieve weerslag van die grootte binnen twee opeenvolgende jaren.


Bis 2010 sollten sich im EU-Durchschnitt mindestens 15 % der Erwachsenen im erwerbsfähigen Alter (Altersgruppe 25 bis 64 Jahre) am lebenslangen Lernen beteiligen; in keinem Land soll die Quote unter 10 % liegen.

Tegen 2010 moet het gemiddelde van de participatie aan levenslang leren in de EU minstens 15% van de volwassen bevolking op beroepsactieve leeftijd (leeftijdscategorie van 25 tot 64 jaar) bedragen; in geen enkel land mag het percentage lager liggen dan 10.


Bis 2010 sollten sich im EU-Durchschnitt mindestens 15 % der Erwachsenen im erwerbsfähigen Alter (Altersgruppe 25 bis 64 Jahre) am lebenslangen Lernen beteiligen; in keinem Land soll die Quote unter 10 % liegen.

Tegen 2010 moet het gemiddelde van de participatie aan levenslang leren in de EU minstens 15% van de volwassen bevolking op beroepsactieve leeftijd (leeftijdscategorie van 25 tot 64 jaar) bedragen; in geen enkel land mag het percentage lager liggen dan 10.




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'durchschnitt mindestens' ->

Date index: 2022-05-17
w