(11) Die zuständige Behörde des Herkunftsmitgliedstaats kann bei natürlichen oder juristischen Personen, die im Rahmen der in Absatz 1, 3 oder 4 genannten Ausnahmen tätig sind, schriftliche Informationen über gehaltene Short-Positionen oder über die im Rahmen der Ausnahme durchgeführten Tätigkeiten anfordern.
11. De bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst kan een natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van de in lid 1, 3 of 4 genoemde vrijstellingen handelt, schriftelijk om informatie verzoeken met betrekking tot in het kader van de vrijstelling aangehouden shortposities of uitgevoerde activiteiten.