Sie sind insbesondere der Auffassung, dass die Verpflichtung der bezuschussten freien Universitäten, vorzusehen, dass die Studenten zu mindestens 20 Prozent mit Stimmrecht in den in ihren jeweiligen Einrichtungen eingesetzten Gremien, die damit beauftragt seien, unter anderem über die Ernennung des Verwaltungs- und wissenschaftlic
hen Personals, über Vorlesungen und pädagogische Ausrichtungen
oder den Haushalt zu entscheiden, vertreten sein müsst
en, gegen die ihnen durch Artikel 24 § 1 der ...[+++]Verfassung anerkannte Organisationsfreiheit und ihre durch Artikel 27 der Verfassung garantierte Vereinigungsfreiheit verstosse.Zij voeren meer bepaald aan dat de verplichting, voor de gesubsidieerde vrije universiteiten, om de studenten, naar rata van minstens 20 pct. en met beslissende stem, zitting te laten nemen in de organen die binnen hun respectieve instellingen zijn samengesteld en di
e ermee belast zijn beslissingen te nemen met betrekk
ing tot onder meer de benoeming van het administratief en wetenschappelijk personeel, de colleges en pedagogische opties of de begroting, afbreuk doet aan de vrijheid om zich te organiseren, die hun is toegekend bij artikel 24, § 1, van de G
...[+++]rondwet, en aan hun vrijheid van vereniging gewaarborgd bij artikel 27 van de Grondwet.