Vertaling van "durch griechenland führt " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Schnellverkehrsstraße für Personenkraftverkehr die durch eine Grünzone führt
hoofdverkeersader gewoonlijk gelegen in een parklandschap

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Griechenland führt Kontrollen im Rahmen von Verwaltungskontrollen und Kontrollen vor Ort durch.
Griekenland controleert aan de hand van administratieve controles en controles ter plaatse.

Das Büro führt Unterstützungsprogramme für Italien (sowie Griechenland und Bulgarien) durch.
Het voert ondersteuningsprogramma's uit voor Italië (maar ook voor Griekenland en Bulgarije).

Griechenland führt zudem keine Rechtsgrundlage an, aufgrund derer am 8. Dezember 1999 die Gewährung der Bürgschaft durch den Finanzminister entschieden wurde.
Griekenland heeft niet aangegeven op welke rechtsgrond de minister van Financiën op 8 december 1999 besloot de garantie toe te kennen.

In ihrer Klage betreffend die Umsetzung der Verordnung (EWG) 3577/92 und insbesondere von Artikel 3 Absatz 2 der Verordnung durch Griechenland führt die Kommission an, dass sich das Recht des Aufnahmestaats, Fragen im Zusammenhang mit der Besatzung von Schiffen der Küstenschifffahrt zu regeln, auf das Personal an Deck und im Maschinenraum beschränkt.
In haar document betreffende de toepassing door Griekenland van Verordening (EEG) 3577/92 en in het bijzonder van artikel 3, lid 2 stelt de Commissie: "het recht van de staat van ontvangst om regels uit te vaardigen met betrekking tot aangelegenheden die met het bemannen van kustvaartschepen te maken heeft, is beperkt tot dekpersoneel en machinekamerpersoneel".

In ihrer Klage betreffend die Umsetzung der Verordnung (EWG) 3577/92und insbesondere von Artikel 3 Absatz 2 der Verordnung durch Griechenland führt die Kommission an, dass sich das Recht des Aufnahmestaats, Fragen im Zusammenhang mit der Besatzung von Schiffen der Küstenschifffahrt zu regeln, auf das Personal an Deck und im Maschinenraum beschränkt.
In haar document betreffende de toepassing door Griekenland van verordening (EEG) 3577/92 en in het bijzonder van artikel 3, lid 2 stelt de Commissie: "het recht van de staat van ontvangst om regels uit te vaardigen met betrekking tot aangelegenheden die met het bemannen van kustvaartschepen te maken heeft, is beperkt tot dekpersoneel en machinekamerpersoneel".

Ferner führt Griechenland an, dass Artikel 173 des griechischen Bergbaugesetzes zwar einen Steuersatz von rund 5 % vorsehe, dieser jedoch nur für Transaktionen „against consideration“ (με επαχθή αιτία) gelte, wobei es sich nach Aussage Griechenlands um Transaktionen handelt, die durch unglückliche Umstände wie beispielsweise den Tod des Eigentümers ausgelöst werden. Daher sei diese Steuer im vorliegenden Fall nicht anwendbar.
Voorts voert Griekenland aan dat artikel 173 van de Griekse mijnbouwwet in een belastingtarief van circa 5 % voorziet, maar alleen voor transacties „onder bezwarende titel” (με επαχθή αιτία), waarmee volgens Griekenland transacties naar aanleiding van ongelukkige gebeurtenissen, bijvoorbeeld de dood van de eigenaar, worden bedoeld; daarom was het in het onderhavige geval niet van toepassing.

Insbesondere machte Griechenland geltend: a) die darlehensgebenden Banken hätten der Umschuldung selbst ohne staatliche Garantie zugestimmt, b) es bestand keine Notwendigkeit für eine staatliche Garantie, da die Darlehen in der Umschuldung ausreichend durch Vermögenswerte abgedeckt waren, deren Wert den offenen Betrag überstieg, und c) die staatliche Garantie aus dem Jahr 2007 führte nicht zu einer Verbesserung der Kapitalaufnahmemöglichkeiten des Unternehmens am Kapitalmarkt, da Varvaressos nach wie vor in der Lage war, selbst Kapital zu beschaffen.
Griekenland stelt met name dat a) geldverstrekkende banken ook zonder de staatsgarantie zouden hebben ingestemd met de herschikking, b) er geen noodzaak was voor een staatsgarantie omdat de leningen bij de herschikking voldoende gedekt werden door activa met een hogere waarde dan het uitstaande bedrag, en c) de staatsgarantie van 2007 de mogelijkheden van de onderneming om geld op de kapitaalmarkt aan te trekken niet heeft verbeterd, omdat Varvaressos nog zelf in staat was geld aan te trekken.

(1) Griechenland führt Verwaltungskontrollen vor Ort durch, um zuverlässig feststellen zu können, ob die Voraussetzungen für die Gewährung der Beihilfe auch eingehalten werden.
1. Griekenland verricht administratieve controles en controles ter plaatse zodat op doeltreffende wijze kan worden nagegaan of de steunverleningsvoorwaarden worden nageleefd.

Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Luc CARBONEZ Stellvertreter des Ständigen Vertreters Dänemark Frau Karen MOUSTGAARD JESPERSEN Ministerin für soziale Fragen Deutschland Herr Heribert SCHARRENBROICH Staatssekretär im Bundesministerium für Familie und Senioren Griechenland Frau Titina PANTAZIS Generalsekretärin im Ministerium für Arbeit und soziale Fragen Spanien Frau Cristina ALBERDI ALONSO Ministerin für Soziales Herr Javier VALERO Staatssekretär Frankreich Herr Pierre SELLAL Stellvertreter des Ständigen Vertreters Irland Herr Proinsias de ROSSA Minister für soziale Angelegenheiten Frau Eithne FITZGERALD Staatsministerin im Ministerium für Unternehmen und Beschäftigung, mit besonderer Zuständigkeit für Arbeitsmarktfragen Italien Herr Tiziano TREU Minister für Arbeit und Sozialfragen Luxemburg Frau Marie-Josée JACOBS Familienministerin und Ministerin für Frauenförderung Österreich Frau Helga KONRAD Bundesministerin für Frauenangelegenheiten Niederlande Herr Ad MELKERT Minister für soziale und Arbeitsmarktfragen Portugal Herr José FALCÃO e CUNHA Minister für Arbeitsmarktfragen und soziale Sicherheit Finnland Frau Terttu HUTTU-JUNTUNEN Ministerin für Soziales und Gesundheit Schweden Frau Ann-Christin TAUBERMAN Staatssekretärin für Gesundheit und soziale Angelegenheiten Vereinigtes Königreich Herr Eric FORTH Staatsminister, Ministerium für Bildung Frau Cheryl GILLAN Parlamentarische Staatssekretärin Kommission Herr Padraig FLYNN Mitglied VIERTE WELTFRAUENKONFERENZ - UNTERRICHTUNG DURCH DEN VORSITZ UND ÖFFENTLICHE AUSSPRACHE Der Rat führte eine öffentliche Aussprache über die Ergebnisse der Vierten Weltfrauenkonferenz, die vom 4. bis 15. September 1995 in Peking stattgefunden hat.
De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : België : de heer Luc CARBONEZ Plaatsvervangend Permanent Vertegen- woordiger Denemarken : mevrouw Karen MOUSTGAARD JESPERSEN Minister van Sociale Zaken Duitsland : de heer Heribert SCHARRENBROICH Staatssecretaris van Gezins- en Bejaardenzorg Griekenland : mevrouw Titina PANTAZIS Secretaris-Generaal op het Ministerie van Arbeid en Sociale Zaken Spanje : mevrouw Cristina ALBERDI ALONSO Minister van Sociale Zaken de heer Javier VALERO Staatssecretaris Frankrijk : de heer Pierre SELLAL Plaatsvervangend Permanent Vertegen- woordiger Ierland : de heer Prionsias de ROSSA Minister van Sociale Zaken mevrouw Eithne FITZGERALD Onderminister van Ondernemingszaken en Werkgelegenheid, speciaal belast met Arbeidszaken Italië : de heer Tiziano TREU Minister van Arbeid en Sociale Voorzieningen Luxemburg : mevrouw Marie-Josée JACOBS Minister van Gezins- en Vrouwenzaken Oostenrijk : mevrouw Helga KONRAD Minister van Vrouwenaangelegenheden Nederland : de heer Ad MELKERT Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Portugal : de heer José FALCÃO e CUNHA Minister van Werkgelegenheid en Sociale Zekerheid Finland : mevrouw Terttu HUTTU-JUNTUNEN Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Zweden : mevrouw Ann-Christin TAUBERMAN Staatssecretaris van Volksgezondheid en Sociale Zaken Verenigd Koninkrijk : de heer Eric FORTH Onderminister van Onderwijs mevrouw Cheryl GILLAN Staatssecretaris Commissie : de heer Padraig FLYNN Lid VIERDE WERELDVROUWENCONFERENTIE - INFORMATIE VAN HET VOORZITTERSCHAP EN OPENBAAR DEBAT De Raad hield een publiek debat over de resultaten van de Vierde Wereldvrouwenconferentie die van 4 tot en met 15 september 1995 in Peking heeft plaatsgevonden.

Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Herr Réginald MOREELS Dem Premierminister beigeordneter Staatssekretär für Entwicklungszusammenarbeit Dänemark Herr Poul NIELSON Minister für Entwicklungshilfe Deutschland Herr Carl-Dieter SPRANGER Bundesminister für wirtschaftliche Zusammen- arbeit und Entwicklung Griechenland Herr Stelios PERRAKIS Generalsekretär im Ministerium für auswärtige Angelegenheiten Spanien Herr Fernando VILLALONGA Staatssekretär für die internationale Zusammenarbeit und für Iberoamerika Frankreich Herr Pierre DE BOISSIEU Botschafter, Ständiger Vertreter Irland Frau Joan BURTON Staatsministerin im Ministerium für auswärtige Angelegenheiten, mit besonderer Zuständigkeit für die Entwicklungshilfe für die überseeischen Länder Italien Herr Rino SERRI Staatssekretär im Ministerium für auswärtige Angelegenheiten Luxemburg Herr Jean-Jacques KASEL Botschafter, Ständiger Vertreter Niederlande Herr Jan PRONK Minister für Zusammenarbeit in Entwicklungs- fragen Österreich Herr Manfred SCHEICH Botschafter, Ständiger Vertreter Portugal Herr José LAMEGO Staatssekretär für Zusammenarbeit Finnland Herr Pekka HAAVISTO Minister für Umwelt und Zusammenarbeit in Entwicklungsfragen Schweden Herr Pierre SCHORI Beigeordneter Minister beim Minister für Entwicklungshilfe Vereinigtes Königreich Baroness Lynda CHALKER Ministerin für Entwicklungsfragen u u u Kommission Frau Emma BONINO Mitglied Herr João de DEUS PINHEIRO Mitglied VERBINDUNGEN ZWISCHEN SOFORTHILFE, WIEDERAUFBAUHILFE UND LANGFRISTIGER ENTWICKLUNG Der Rat führte auf der Grundlage einer Mitteilung der Kommission vom 30. April 1996 eine eingehende Erörterung über die Notwendigkeit eines Ausbaus der bestehenden Verbindungen zwischen der Soforthilfe - die aufgrund der zahlreichen Naturkatastrophen bzw. durch den Menschen verursachten Katastrophen insbesondere in Afrika, bedeutend zugenommen hat - und der im Anschluß daran erforderlichen Wiederaufbauhilfe.
De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : België : de heer Réginald MOREELS Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, toegevoegd aan de Eerste Minister Denemarken : de heer Poul NIELSON Minister van Ontwikkelingssamenwerking Duitsland : de heer Carl-Dieter SPRANGER Minister van Economische Samenwerking en Ontwikkeling Griekenland : de heer Stelios PERRAKIS Secretaris-Generaal bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken Spanje : de heer Fernando VILLALONGA Staatssecretaris voor internationale samenwerking en voor Latijns-Amerika Frankrijk : de heer Pierre DE BOISSIEU Ambassadeur, Permanent Vertegenwoordiger Ierland : mevrouw Joan BURTON Onderminister van Buitenlandse Zaken, speciaal belast met Ontwikkelingshulp Italië : de heer Rino SERRI Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken Luxemburg : de heer Jean-Jacques KASEL Ambassadeur, Permanent Vertegenwoordiger Nederland : de heer Jan PRONK Minister van Ontwikkelingssamenwerking Oostenrijk : de heer Manfred SCHEICH Ambassadeur, Permanent Vertegenwoordiger Portugal : de heer José LAMEGO Staatssecretaris van Samenwerking Finland : de heer Pekka HAAVISTO Minister van Milieu en Ontwikkelingssamenwerking Zweden : de heer Pierre SCHORI O n d e r m i n i s t e r v a n Ontwikkelingssamenwerking Verenigd Koninkrijk : Lynda Barones CHALKER O n d e r m i n i s t e r v a n Ontwikkelingssamenwerking Commissie : mevrouw Emma BONINO Lid de heer João de Deus PINHEIRO Lid SAMENHANG VAN NOODHULP, REHABILITATIE EN ONTWIKKELING OP DE LANGE TERMIJN De Raad hield, op basis van de mededeling van de Commissie van 30 april 1996, een diepgaand debat over de noodzaak om de bestaande samenhang tussen, enerzijds, de noodhulp - die aanzienlijk is toegenomen door het grotere aantal door de natuur of door de mens veroorzaakte rampen, met name in Afrika - en, anderzijds, de steun voor de rehabilitatie die daarop dient te volgen, te versterken.