Vertaling van "durch gemeinsame ausschreibungen einzelstaatlicher forschungsprogramme " (Duits → Nederlands) :

Die Forschung kann entweder über die Einleitung neuer Forschungsprogramme/-projekte (insbesondere unter Nutzung der vorkommerziellen Auftragsvergabe) oder durch die Koordinierung bestehender Forschungsprogramme (wie dies bereits in den EU-Initiativen für die gemeinsame Planung in den Bereichen Alzheimer und Alterung der Fall ist) laufen.
Het onderzoek kan worden uitgevoerd door hetzij nieuwe onderzoeksprogramma's of –projecten te lanceren (waarbij vooral gebruik wordt gemaakt van precommerciële overheidsopdrachten), hetzij bestaande onderzoeksprogramma's te coördineren (zoals nu al bij de EU-initiatieven voor een gezamenlijke programmering op het gebied van Alzheimer of de vergrijzing).

[19] Zum Forschungsbereich siehe KOM(2008) 468 „Gemeinsame Planung der Forschungsprogramme: Bessere Bewältigung gemeinsamer Herausforderungen durch Zusammenarbeit“.
[19] Voor het onderzoekgebied, zie COM(2008) 468: "Naar een gezamenlijke programmering van het onderzoek: Samenwerken om gemeenschappelijke uitdagingen doeltreffender aan te pakken".

Fortschritte sollten durch multidisziplinäre Forschung und die gemeinsame Durchführung europaweiter Forschungsprogramme sowie mittels erstklassiger Einrichtungen im Hinblick auf wissenschaftliche Durchbrüche in Bezug auf Energiekonzepte und Grundlagentechnologien beschleunigt werden (z. B. Nanowissenschaften, Werkstoffwissenschaften, Festkörperphysik, IKT, Biowissenschaften, Geowissenschaften, Computerwissenschaften und Weltraumwissenschaften).
De vooruitgang op dit gebied dient te worden bespoedigd door multidisciplinair onderzoek en gezamenlijke uitvoering van pan-Europese onderzoeksprogramma's en faciliteiten van wereldklasse met het oog op wetenschappelijke doorbraken met betrekking tot energiegerelateerde concepten en ontsluitende technologieën (bijv. nanowetenschap, materiaalwetenschap, vastestoffysica, ICT, biowetenschappen, aardwetenschappen, computerkunde en ruimtevaart).

15. gibt zu bedenken, dass der Dialog und der Informationsaustausch innerhalb jedes Berufs und die Zusammenarbeit zwischen den zuständigen Behörden und den nationalen Kontaktstellen sowohl auf einzelstaatlicher Ebene als auch zwischen den Mitgliedstaaten verbessert werden müssen; fordert die Kommission auf, die Bildung von Netzwerken der zuständigen Behörden und der Berufsverbände für die mobilsten Berufe zu erleichtern, allgemeine Informationen über die einzelstaatlichen Prozesse und den Bildungsbedarf auszutauschen, bewährte Verfahren auszutauschen und Möglichkeiten für eine engere Zusammenarbeit – etwa durch gemeinsame Plattformen – zu erörtern; ist der Auffassung, dass die öffentlichen Behörden und die Sozialpartner einen strukturierten Dialog darüber aufnehmen müssen, wie die berufliche Integration junger Menschen gefördert werden kann;
15. is van oordeel dat de dialoog en de uitwisseling van informatie binnen elk beroep en de samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten en de NCP's moeten worden verbeterd, zowel in, als tussen de lidstaten; verzoekt de Commissie te werken aan bevordering van netwerken van bevoegde autoriteiten en beroepsorganen voor de beroepen met de hoogste mobiliteitsgraad, de uitwisseling van algemene informatie over nationale processen en onderwijsvereisten, en de uitwisseling van optimale werkmethoden, en te onderzoeken op welke wijze tot nauwere samenwerking kan worden gekomen, bijvoorbeeld door middel van gemeenschappelijke platforms; is van mening dat overheidsinstanties en de sociale partners een gestructureerde dialoog moeten aangaan over de vraag op welke wijze jongeren beter in de arbeidswereld kunnen worden geïntegreerd;

38. vertritt die Auffassung, dass die gegenseitige Anerkennung nur dann verwirklicht werden kann, wenn die Bürger und die Angehörigen der Rechtsberufe den entsprechenden Institutionen der jeweils anderen Partei vertrauen; stellt fest, dass die Stärkung einer wirklich europäischen Rechtskultur, die die Grundrechte und die Grundsätze der Subsidiarität und der Unabhängigkeit der Justiz uneingeschränkt wahrt, die Festlegung gemeinsamer Normen und das durch Aus- und Weiterbildung vermittelte Verständnis anderer Rechtssysteme eine sehr wichtige Rolle spielen, wenn es darum geht, die gegenseitige Anerkennung und das gegenseitige Vertrauen zu fördern; weist darauf hin, dass die gegenseitige Anerkennung und das gegenseitige Vertrauen durch den Austausch bewährter Methoden zwischen den Mitgliedstaaten dazu führen können, dass sich einzelstaatliche zivilrechtliche Traditionen allmählich ändern; ist der Ansicht, dass dieser Austausch den Wert einzelstaatlicher Rechtstraditionen nicht schmälern darf;
38. meent dat wederzijdse erkenning het vertrouwen van burgers en praktijkjuristen in elkaars rechtsinstellingen veronderstelt; constateert dat versterking van een werkelijke Europese rechtscultuur die de grondrechten en de beginselen van subsidiariteit en rechterlijke onafhankelijkheid ten volle respecteert, de invoering van gemeenschappelijke normen, en inzicht in andere rechtsstelsels, met name dankzij opleiding, zeer belangrijk zijn als fundament voor wederzijdse erkenning en vertrouwen; wijst erop dat wederzijdse erkenning en vertrouwen geleidelijke veranderingen in nationale civielrechtelijke tradities kunnen bewerkstelligen, via uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten; is van mening dat deze uitwisseling geen afbreuk hoeft te doen aan de waarde van nationale rechtstradities;

70. betont, dass durch die jüngsten Entwicklungen auf internationaler Ebene deutlich geworden ist, dass die Erreichung des 20%-Energieeffizienzziels noch dringlicher ist als bisher; schlägt vor, das Ziel durch eine Kombination aus Maßnahmen auf europäischer und einzelstaatlicher Ebene zu erreichen, z. B. durch steuerliche Anreize, vergünstigte Kredite, indirekte Zuschüsse, Änderungen im Mietrecht, Vorgaben bei öffentlichen Ausschreibungen und Setzung von Standards; wiederholt seine Forderung, für alle Mitgliedstaaten zwingend einzuhaltende Energieeffizienzziele vorzuschreiben, und fordert, dass das 20%-Ziel so schnell wie möglich in Ziele für die Mitgliedstaaten umgewandelt wird und diese rechtlich verbindlich festgesetzt werden; erkennt an, dass den Mitgliedsstaaten bei der Wahl der Mittel aber entsprechend dem Subsidiaritätsprinzip Freiräume gelassen werden müssen.
70. beklemtoont dat het door de jongste internationale ontwikkelingen duidelijk is geworden dat het behalen van de 20%-doelstelling inzake energie-efficiëntie nog urgenter is geworden; stelt voor het streefcijfer te bereiken door een mix van instrumenten uit Europese en nationale maatregelen te gebruiken, zoals belastingprikkels, goedkope leningen, indirecte subsidies, wijzigingen in het huurrecht, richtlijnen voor de openbare aanbesteding en het vaststellen van normen; herhaalt zijn oproep voor de invoering van verplichte energie-efficiëntiedoelstellingen voor lidstaten en verzoekt dat de 20%-doelstelling zo snel mogelijk omgezet wordt in doelstellingen voor de lidstaten en dat deze juridisch bindend verklaard worden; erkent dat bij de keuze van de middelen echter, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, aan de lidstaten wel enige speelruimte gegund moet worden;

Zur Stärkung der internationalen Forschungszusammenarbeit sollte das gemeinsame Unternehmen für die Beteiligung von Drittländern offen stehen, die mit Euratom ein Abkommen über die Zusammenarbeit auf dem Gebiet der Kernfusion geschlossen haben, durch die ihre jeweiligen Forschungsprogramme mit den Euratom-Programmen assoziiert sind.
Om de internationale samenwerking op het gebied van onderzoek te versterken, moet de gemeenschappelijke onderneming openstaan voor deelname door landen die met Euratom samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van kernfusie hebben gesloten waarbij hun respectieve programma's met de Euratom-programma's worden geassocieerd.