25. ist der Auffassung, dass Maßnahmen, die die Identifizierung eines Abonnenten gestatten, dessen Konto zur mutmaßlichen Rechtsverletzung genutzt wurde, vielfältige Formen der Überwachung der Ben
utzung des Internet durch Einzelpersonen umfassen; betont, dass der EuGH unzweifelhaft erkannt hat, dass durch die Überwachung sämtlicher elektronischer Kommunikationen ohne zeitliche Begrenzung und genauen Umfang, wie etwa das Filtern durch Internetdienstleister, oder die Sammlung von Daten
durch Rechteinhaber kein angemessenes Gleichgewicht
zwischen ...[+++] IPRs und anderen Grundrechten und Freiheiten, insbesondere dem Recht auf Schutz ihrer personenbezogenen Daten und dem Recht auf freien Empfang oder freie Sendung von Informationen oder dem Schutz der unternehmerischen Freiheit gewährleistet wird (Artikel 8, 11 und 16 der Charta); 25. is van mening dat de maatregelen die het toestaan een abonnee te identificeren wiens account herhaaldelijk is gebruikt voor inbreuk, diverse vormen van toezicht op het internetgebr
uik van individuele personen met zich mee zou brengen; benadrukt dat het HvJ-EU in onaanvechtbare termen heeft geoordeeld dat bij het toezicht op alle vormen van elektronische communicatie zonder tijdslimiet en zonder precieze reikwijdte, zoals het filteren door aanbieders van internetdiensten of de verzameling van gegeve
ns door houders van rechten, geen billijk evenw ...[+++]icht tot stand wordt gebracht tussen intellectuele-eigendomsrechten en andere grondrechten en fundamentele vrijheden, met name het recht op bescherming van persoonsgegevens en de vrijheid om inlichtingen te ontvangen of te verstrekken of de vrijheid van ondernemerschap (artikel 8, 11 en 16 van het Handvest);