Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «durch klagenden parteien führe sie dazu » (Allemand → Néerlandais) :

In der Auslegung der angefochtenen Bestimmung durch die klagenden Parteien führe sie dazu, dass die Besitzer von Nicht-Haushaltsabfällen, die in der Region Brüssel-Hauptstadt einen Händler oder Abfalleinsammler in Anspruch nähmen, verpflichtet seien, dies nachzuweisen, indem sie der Agentur einen schriftlichen Vertrag mit diesem privaten Unternehmen oder ein anderes schriftliches Dokument vorlegten, aus dem hervorgehe, dass der Abf ...[+++]

In de lezing die de verzoekende partijen geven aan de bestreden bepaling leidt deze ertoe dat de houders van niet-huishoudelijk afval die in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een beroep doen op een handelaar of afvalinzamelaar ertoe verplicht zijn dit aan te tonen door aan het Agentschap een schriftelijk contract met die particuliere onderneming of een ander schriftelijk document voor te leggen waaruit blijkt dat het afval regelmatig en systematisch wordt opgehaald.


Insofern durch diese Bestimmung implizit ein Behandlungsunterschied zwischen einerseits den Zusammenarbeitsverbänden, die ein Krankenhaus oder eine Einrichtung in diesem Sinne betreiben, und andererseits den Zusammenarbeitsverbänden, die - ebenso wie die klagenden Parteien - keine Einrichtung dieser Art betreiben, eingeführt wird, könnte sie sich jedoch als diskriminierend erweisen und sich auf diese Weise direkt und nachteilig auf ...[+++]

In zoverre die bepaling impliciet een verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, de samenwerkingsverbanden die een ziekenhuis of een daarin beoogde instelling uitbaten en, anderzijds, de samenwerkingsverbanden die, net zoals de verzoekende partijen, geen inrichting van dat type uitbaten, zou zij evenwel discriminerend kunnen blijken en zodoende de situatie van de verzoekende partijen rechtstreeks en ongunstig kunnen raken.


Der geltend gemachte, in B.7 erwähnte Nachteil findet seinen Ursprung in Artikel 13 des angefochtenen Dekrets, der die ersten drei klagenden Parteien dazu verpflichtet, die in Artikel 1 des angefochtenen Dekrets vorgesehene Eingangs- und Zulassungsprüfung abzulegen, da sie vor dem Inkrafttreten des Dekrets für die Studien des ersten Zyklus der Medizin und Zahnheilkunde eingeschrieben waren und da sie nicht über die Zugangsbescheinigung für das weitere Programm des Zyklus, ...[+++]

Het aangevoerde nadeel, vermeld in B.7, vindt zijn oorsprong in artikel 13 van het bestreden decreet dat de eerste drie verzoekende partijen verplicht om het ingangs- en toelatingsexamen af te leggen bedoeld in artikel 1 van het bestreden decreet, aangezien zij ingeschreven waren voor de studies van de eerste cyclus in de medische wetenschappen en tandheelkundige wetenschappen vóór de inwerkingtreding van het decreet en dat zij niet over het attest voor toelating tot het vervolg van het programma van de cyclus beschikken dat na het vergelijkend examen wordt uitgereikt.


Die klagenden Parteien sind der Auffassung, dass die Verpflichtung, vor jeder Pfändung von Gütern von fremden Mächten die Erlaubnis des Pfändungsrichters zu erhalten, diskriminierend sei, insofern sie nur für die Gläubiger von fremden Mächten gelte, insofern sie dazu führe, dass diese Güter in der Praxis unpfändbar würden, und insofern dadurch der Gläubiger verpf ...[+++]

De verzoekende partijen zijn van mening dat de verplichting om vóór elk beslag op eigendommen van buitenlandse mogendheden de toelating van de beslagrechter te verkrijgen discriminerend is in zoverre zij enkel van toepassing is op de schuldeisers van buitenlandse mogendheden, in zoverre zij ertoe leidt dat die eigendommen in de praktijk niet vatbaar voor beslag worden, en in zoverre zij de schuldeiser verplicht om het bewijs te leveren dat een van de voormelde voorwaarden wordt vervuld, hetgeen een omkering van de bewijslast zou uitma ...[+++]


[...] Der Gerichtshof ist der Auffassung, dass, obwohl die griechischen Gerichte den deutschen Staat dazu verurteilt haben, den klagenden Parteien einen Schadensersatz zu zahlen, dies nicht notwendigerweise die Verpflichtung für den griechischen Staat mit sich bringt, den klagenden Parteien die Eintreibung ihrer Forderung durch ein Zwangsvollstreckungsverfahren auf griechischem Boden zu garantieren » (EuGHMR, Entscheidung über die ...[+++]

[...] Het Hof [is] van oordeel dat, hoewel de Griekse rechtbanken de Duitse Staat hebben veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan de verzoekende partijen, zulks voor de Griekse Staat niet noodzakelijkerwijs de verplichting met zich meebrengt om de verzoekende partijen de invordering van hun schuldvordering te waarborgen via een procedure van gedwongen tenuitvoerlegging op het Griekse grondgebied » (EHRM, ontvankelijkheidsbeslissing van 12 december 2002, Kalogeropoulou e.a. t. Griekenland en Duitsland; zie eveneens EHRM, grote kamer, 21 november 2001, Al-Adsan ...[+++]


Die Nichtanfechtung von Artikel 6 hat zwar zur Folge, dass Artikel 49 des Gesetzes vom 4. April 2014 - in dem eine Übergangsregelung, die den klagenden Parteien gegebenenfalls dienlich sein kann, enthalten ist - nicht wieder wirksam werden könnte, aber sie impliziert ebenfalls, dass die durch die Artikel 34 und 38 § 1 des Geset ...[+++]

Het niet-bestrijden van artikel 6 heeft weliswaar tot gevolg dat artikel 49 van de wet van 4 april 2014 - waarin een overgangsregeling, die de verzoekende partijen in voorkomend geval dienstig kan zijn, vervat is - niet kan herleven, maar het impliceert eveneens dat de bij de artikelen 34 en 38, § 1, van de wet van 4 april 2014 voor het eerst opgelegde strikte voorwaarden inzake het uitoefenen van de psychotherapie opgeheven blijven, hetgeen de verzoekende partijen niet tot nadeel strekt.


Die klagenden Parteien sind überdies der Auffassung, dass diese Bestimmungen nicht vereinbar seien mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, da durch sie ein nicht gerechtfertigter Behandlungsunterschied eingeführt werde zwischen einerseits den Personen, die in Belgien Zugriff auf die sie betreffenden Daten, die in der « Scheng ...[+++]

De verzoekende partijen menen bovendien dat die bepalingen niet bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij een niet-verantwoord verschil in behandeling in het leven roepen tussen, enerzijds, de personen die in België toegang willen verkrijgen tot de hen betreffende gegevens die in de « Schengen-databank » worden verwerkt en, anderzijds, de personen die in andere landen toegang willen verkrijgen tot de hen betreffende gegevens in die databank.


Der Ministerrat stellt das Interesse der klagenden Parteien an der Klageerhebung in Abrede, weil sie nicht durch konkrete Elemente nachwiesen, dass sie direkt von den angefochtenen Bestimmungen betroffen seien.

De Ministerraad betwist het belang van de verzoekende partijen om in rechte op te treden omdat zij niet aan de hand van concrete elementen zouden aantonen dat hun situatie rechtstreeks wordt geraakt door de bestreden bepalingen.


Der Ministerrat führt an, dass die klagenden Parteien und die intervenierenden Parteien nicht das rechtlich erforderliche Interesse nachwiesen, da sie durch die angefochtenen Bestimmungen nicht nachteilig betroffen sein könnten.

De Ministerraad voert aan dat de verzoekende partijen en de tussenkomende partijen niet doen blijken van het rechtens vereiste belang nu zij niet ongunstig worden geraakt door de bestreden bepalingen.


Es ist in diesem Fall nicht notwendig, das Interesse der zweiten, dritten und vierten klagenden Parteien zu prüfen, da das Interesse der ersten klagenden Partei weder angefochten wird, noch anfechtbar ist, umso mehr, als sie ebenfalls Partei in der Rechtssache ist, in der der Staatsrat durch seinen Entscheid Nr. 228. 690 vom 7. Oktober 2014 dem Gerichtshof eine Vorabentscheidungsfrage zu Artikel 4.8.21 des Flämischen Raumordnungskodex gestellt hat.

Het is te dezen niet nodig het belang van de tweede, derde en vierde verzoekende partijen te onderzoeken, nu het belang van de eerste verzoekende partij niet wordt betwist, noch betwistbaar is, temeer daar zij eveneens partij is in de zaak waarin de Raad van State bij zijn arrest nr. 228.690 van 7 oktober 2014 aan het Hof een prejudiciële vraag heeft gesteld over artikel 4.8.21 van de VCRO.


w