Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «durch artikel 348 des zivilgesetzbuches vorgeschriebenen zustimmungen » (Allemand → Néerlandais) :

Artikel 167 des Zivilgesetzbuches, wieder aufgenommen durch Artikel 15 des Gesetzes vom 4. Mai 1999 und anschließend abgeändert durch Artikel 2 des Gesetzes vom 1. März 2000, bestimmte vor dem Inkrafttreten von Artikel 5 des Gesetzes vom 2. Juni 2013: « Der Standesbeamte weigert sich, die Trauung vorzunehmen, wenn ersichtlich wird, dass die für die Eingehung der Ehe ...[+++]

Artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek, hersteld bij artikel 15 van de wet van 4 mei 1999 en vervolgens gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 1 maart 2000, bepaalde, vóór de inwerkingtreding van artikel 5 van de wet van 2 juni 2013 : « De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert het huwelijk te voltrekken wanneer blijkt dat niet is voldaan aan de hoedanigheden en voorwaarden vereist om een huwelijk te mogen aangaan, of indien hij van oordeel is dat de voltrekking in strijd is met de beginselen van de openbare orde.


« Verstösst Artikel 368 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er hinsichtlich des Datums, an dem das Alter eines Adoptierten berücksichtigt wird, unterscheidet zwischen dem Adoptierenden, der die durch Artikel 348 des Zivilgesetzbuches vorgeschriebenen Zustimmungen erhalten hat, und demjenigen, dem diese Zustimmungen versagt worden sind?

« Schendt artikel 368, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ten aanzien van de datum van inaanmerkingneming van de leeftijd van de geadopteerde een verschil in het leven roept tussen de adoptant die de bij artikel 348 van het Burgerlijk Wetboek vereiste toestemmingen heeft verkregen en diegene aan wie die toestemmingen zijn geweigerd ?


Artikel 368 § 2 des Zivilgesetzbuches verstösst nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insoweit er hinsichtlich des Datums, an dem das Alter eines Adoptierten berücksichtigt wird, unterscheidet zwischen dem Adoptierenden, der die durch Artikel 348 des Zivilgesetzbuches vorgeschriebenen Zustimmungen erhalten hat, und demjenigen, dem diese Zustimmungen versagt worden sind.

Artikel 368, § 2, van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet, in zoverre het ten aanzien van de datum van inaanmerkingneming van de leeftijd van de geadopteerde een verschil in het leven roept tussen de adoptant die de bij artikel 348 van het Burgerlijk Wetboek vereiste toestemmingen heeft verkregen en diegene aan wie die toestemmingen zijn geweigerd.


« Verstösst Artikel 368 § 2 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er hinsichtlich des Datums, an dem das Alter eines Adoptierten berücksichtigt wird, unterscheidet zwischen dem Adoptierenden, der die durch Artikel 348 des Zivilgesetzbuches vorgeschriebenen Zustimmungen erhalten hat, und demjenigen, dem diese Zustimmungen versagt worden sind?

« Schendt artikel 368, § 2, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het ten aanzien van de datum van inaanmerkingneming van de leeftijd van de geadopteerde een verschil in het leven roept tussen de adoptant die de bij artikel 348 van het Burgerlijk Wetboek vereiste toestemmingen heeft verkregen en diegene aan wie die toestemmingen zijn geweigerd ?


Die Formen der Adoption werden, ob es um eine Volladoption geht oder nicht, im Zivilgesetzbuch auf unterschiedliche Weise geregelt, und zwar je nachdem, ob die in den Artikeln 347 und 348 desselben Gesetzbuches vorgeschriebenen Zustimmungen erhalten wurden oder nicht.

De vormen van adoptie, ongeacht of het al dan niet om een volle adoptie gaat, worden in het Burgerlijk Wetboek op verschillende wijze geregeld naargelang de in de artikelen 347 en 348 van hetzelfde Wetboek vereiste toestemmingen al dan niet verkregen zijn.


Die einzige Frage sei natürlich, ob die Koexistenz einer solchen Frist mit der durch Artikel 2262 des Zivilgesetzbuches vorgeschriebenen Frist hinsichtlich ausservertraglicher Haftung zu einem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung führen könne, weil sie unverhältnismässig wäre zu dem durch den Gesetzgeber angestrebten Ziel.

De enige vraag is natuurlijk of het naast elkaar bestaan van een dergelijke termijn en de termijn die is voorgeschreven bij artikel 2262 van het Burgerlijk Wetboek, inzake extracontractuele aansprakelijkheid, kan leiden tot een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet omdat het onevenredig zou zijn met het door de wetgever nagestreefde doel.


w