Traduction de «drittländern betreffend folter » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

EU-Leitlinien betreffend Folter | Leitlinien für die Politik der Europäischen Union gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe
EU-richtsnoeren inzake foltering | richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Leitlinien für die EU-Politik gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe – Aktualisierung der Leitlinien 6129/1/12 REV1 vom 20. März 2012
Richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing — Een herziening van Richtsnoeren 6129/1/12 REV1 van 20 maart 2012

Siehe die Leitlinien der Europäischen Union für Dialoge im Bereich der Menschenrechte (vom Rat am 13. Dezember 2001 angenommen und am 19. Januar 2009 aktualisiert), die Leitlinien für die EU-Politik gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe (vom Rat am 9. April 2001 angenommen und am 29. April 2008 aktualisiert), die Leitlinien der EU zu Kindern und bewaffneten Konflikten (vom Rat am 8. Dezember 2003 angenommen und am 17. Juni 2008 aktualisiert), die Leitlinien der EU für die Förderung und den Schutz der Rechte des Kindes (vom Rat am 10. Dezember 2007 angenommen), die Leitlinien der EU betreffend Gewalt gegen Frauen und die Bekämpfung aller Formen der Diskriminierung von Frauen (vom Rat am 8. Dezember 2008 angenommen) und den Gemeinsamen Standpunkt 2003/444/GASP des Rates vom 16. Juni 2003 zum Internationalen Strafgerichtshof (ABl. L 150 vom 18.6.2003, S. 67).
Zie richtsnoeren van de EU voor de dialoog betreffende mensenrechten (goedgekeurd door de Raad op 13 december 2001, geactualiseerd op 19 januari 2009); Richtsnoeren voor EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (goedgekeurd door de Raad op 9 april 2001, geactualiseerd op 29 april 2008); Richtsnoeren van de EU over kinderen en gewapende conflicten (goedgekeurd door de Raad Algemene Zaken van 8 december 2003, geactualiseerd op 17 juni 2008); Richtsnoeren van de EU ter bevordering en bescherming van de rechten van het kind (goedgekeurd door de Raad op 10 december 2007); Richtsnoeren inzake geweld tegen vrouwen en meisjes en de bestrijding van alle vormen van discriminatie van vrouwen (goedgekeurd door de Raad op 8 december 2008) en Gemeenschappelijk Standpunt 2003/444/GBVB van de Raad van 16 juni 2003 over het ICC (PB L 150 van 18.6.2003, blz. 67.).

– in Kenntnis der Leitlinien für die Politik der Europäischen Union gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe in ihrer im Jahr 2012 aktualisierten Fassung ,
– gezien de richtsnoeren voor het EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, bijgewerkt in 2012 ,

19. erinnert an die Aktualisierung der Leitlinien für die EU-Politik gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, menschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe von 2008 und fordert den Rat und die Kommission gemäß diesen Leitlinien auf, die Verordnung (EG) des Rates Nr. 1236/2005 als einem Beispiel für bewährte Praktiken bei Treffen mit Drittländern zu fördern und Drittländer, die Gerät ausführen, dessen Einfuhr durch die Verordnung (EG) des Rates Nr. 1236/2005 verboten ist, zu ermuntern, Händler in jenen Ländern auf die Verbote der Verordnung hinzuweisen;
19. herinnert eraan dat de richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing in 2008 zijn bijgewerkt, en verzoekt de Raad en de Commissie overeenkomstig deze richtsnoeren verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad in vergaderingen met derde landen als voorbeeld van beste praktijk aan te bevelen, en derde landen die apparatuur exporteren waarvan de import op grond van Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad verboden is, aan te moedigen om handelaars in deze landen over de verbodsbepalingen van de verordening te informeren;

20. erinnert an die Aktualisierung der Leitlinien für die EU-Politik gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, menschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe von 2008 und fordert den Rat und die Kommission gemäß diesen Leitlinien auf, die Verordnung (EG) des Rates Nr. 1236/2005 als einem Beispiel für bewährte Praktiken bei Treffen mit Drittländern zu fördern und Drittländer, die Gerät ausführen, dessen Einfuhr durch die Verordnung (EG) des Rates Nr. 1236/2005 verboten ist, zu ermuntern, Händler in jenen Ländern auf die Verbote der Verordnung hinzuweisen;
20. herinnert eraan dat de Richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing in 2008 zijn bijgewerkt en verzoekt de Raad en de Commissie overeenkomstig deze richtsnoeren Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad in vergaderingen met derde landen als voorbeeld van beste praktijk aan te bevelen; en derde landen die apparatuur exporteren waarvan de import op grond van Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad verboden is, aan te moedigen om handelaars in deze landen over de verbodsbepalingen van de verordening te informeren;

20. erinnert an die Aktualisierung der Leitlinien für die EU-Politik gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, menschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe von 2008 und fordert den Rat und die Kommission gemäß diesen Leitlinien auf, die Verordnung (EG) des Rates Nr. 1236/2005 als einem Beispiel für bewährte Praktiken bei Treffen mit Drittländern zu fördern und Drittländer, die Gerät ausführen, dessen Einfuhr durch die Verordnung (EG) des Rates Nr. 1236/2005 verboten ist, zu ermuntern, Händler in jenen Ländern auf die Verbote der Verordnung hinzuweisen;
20. herinnert eraan dat de richtsnoeren voor een EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing in 2008 zijn bijgewerkt en verzoekt de Raad en de Commissie overeenkomstig deze richtsnoeren Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad in vergaderingen met derde landen als voorbeeld van beste praktijk aan te bevelen; en derde landen die apparatuur exporteren waarvan de import op grond van Verordening (EG) nr. 1236/2005 van de Raad verboden is, aan te moedigen om handelaars in deze landen over de verbodsbepalingen van de verordening te informeren;

In den Leitlinien für die Politik der Europäischen Union gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe ist festgelegt, dass innerstaatliche rechtliche Garantien dafür geschaffen werden müssen, "dass Aussagen, die durch Folter und Misshandlung herbeigeführt wurden, nicht als Beweis in einem Verfahren verwendet werden dürfen, es sei denn gegen eine der Folter angeklagte Person als Beweis dafür, dass die Aussage gemacht wurde".
In de richtsnoeren voor het EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing is vastgelegd dat er nationale wetgeving moet worden gecreëerd die garandeert "dat een verklaring waarvan wordt vastgesteld dat deze is afgelegd ten gevolge van foltering, niet wordt aangevoerd als bewijs in een rechtszaak, behalve tegen een van foltering beschuldigde persoon als bewijs dat de verklaring werd afgelegd".

Gemäß den Leitlinien für die Politik der Europäischen Union gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe beziehen die Missionschefs in Drittländern in ihre regelmäßigen Berichte eine Analyse der Vorkommnisse von Folter und anderer grausamer, unmenschlicher oder erniedrigender Behandlung oder Strafe in dem Staat, in dem sie akkreditiert sind, sowie der entsprechenden Gegenmaßnahmen ein.
De richtsnoeren voor het EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing bepalen onder meer dat de hoofden van missies in derde landen in hun periodieke verslagen een analyse dienen op te nemen van eventuele gevallen van foltering of andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing in het land waarin zij geaccrediteerd zijn, en de maatregelen die zijn genomen om dit tegen te gaan.

Am 9. April 2001 billigte der Rat die „Leitlinien für die Politik der Europäischen Union gegenüber Drittländern betreffend Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe“.
Op 9 april 2001 hechtte de Raad zijn goedkeuring aan de „Richtsnoeren voor het EU-beleid ten aanzien van derde landen inzake foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing”.

Bei den Anhörungen zu diesem Thema lag der Schwerpunkt auf Israel und Ägypten, dem Europa-Mittelmeer-Raum zehn Jahre nach der Erklärung von Barcelona, Südostasien, Nepal, den Frauenmorden in Mexiko und Guatemala, den EU-Leitlinien betreffend Folter und andere grausame, unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe, Äthiopien ein Jahr nach den Wahlen und verschiedenen Menschenrechtsdialogen der EU mit Drittländern.
Wat de hoorzittingen hieromtrent betreft, werd de nadruk gelegd op: Israël en Egypte, de Euro-mediterrane regio tien jaar na de verklaring van Barcelona, Zuidoost-Azië, Nepal, de moorden op vrouwen in Mexico en Guatemala, de EU-richtsnoeren tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende bestraffingen of behandelingen, Ethiopië een jaar na de verkiezingen, evenals verschillende door de EU met derde landen gevoerde dialogen inzake mensenrechten.