1. Ein Ausschuss, eine interparlamentarische Delegation, eine Fraktion oder mindestens 40 Mitglieder können beim Präsidenten schriftlich beantragen, über einen dringlichen Fall von Verletzung der Menschenrechte, der Demokratie und der Rechtsstaatlichkeit eine Aussprache zu führen (Artikel 149 Absatz 3).
1. Een commissie, een interparlementaire delegatie, een fractie of ten minste veertig leden kunnen de Voorzitter schriftelijk verzoeken over een dringend geval van schending van de mensenrechten, de democratie en de rechtsstaat een debat te houden (artikel 149, lid 3).