54. vertritt die Ansicht, dass der Datenschutzbeauftragte seinen Sitz in Brüssel haben sollte; vertritt die Auffassung, dass die Räumlichkeiten des Parlaments in Brüssel geeignet sind, um dieses neue Organ aufzunehmen; ist ferner der Ansicht, dass ein Kooperationsabkommen zwischen dem Parlament und dem Datenschutzbeauftragten dazu beitragen würde, Doppelarbeit und doppelte Ressourcen zu vermeiden, wie das Kooperationsabkommen zwischen dem Parlament und dem Bürgerbeauftragten zeigt;
54. is van oordeel dat de Toezichthouder voor gegevensbescherming in Brussel gevestigd moet zijn en dat de gebouwen van het Parlement in Brussel geschikt zijn om dit nieuwe orgaan te huisvesten; is verder van mening dat een samenwerkingsovereenkomst tussen het Parlement en de Toezichthouder voor gegevensbescherming dubbel werk en overlapping kan helpen vermijden, net zoals bij de samenwerkingsovereenkomst tussen het Parlement en de Ombudsman;