(1) „gebietsfremde Arten“: lebende Exemplare von Arten, Unterarten oder niedrigeren Taxa von Tieren, Pflanzen, Pilzen oder Mikroorganismen, die aus ihrem vergangenen oder gegenwärtigen natürlichen Verbreitungsgebiet heraus eingebracht wurden oder in ihr gegenwärtiges Verbreitungsgebiet migriert sind, einschließlich Teilen, Gameten, Samen, Eiern oder Propagationsformen dieser Arten sowie verwilderter domestizierter Arten, Hybriden, Sorten oder Rassen, die überleben und sich anschließend fortpflanzen könnten;
1) "uitheemse soorten": levende exemplaren van soorten, ondersoorten of lagere taxa van dieren, planten, schimmels of micro-organismen die
zijn geïntroduceerd buiten het vroegere of huidige natuurlijke verspreidingsgebied of die daarnaar zijn gemigreerd, met inbegrip van alle delen, gameten, zaadcellen, eicellen of propagulen van die soorten also
ok alle verwilderde gedomesticeerde soorten, kruisingen, variëteiten of rassen, die kun
...[+++]nen overleven en zich vervolgens kunnen voortplanten;