2. Hat ein Abschlussprüfer/eine Prüfungsgesellschaft, der/die eine Abschlussprüfung durchf
ührt, die Vermutung oder berechtigten Grund zu der Vermutung, dass Sachverhalte oder Verhaltensweisen vorliegen, vorgelegen haben oder beabsichtigt sind bzw. wurden, die auf Unre
gelmäßigkeiten, wie dolose Handlungen im Zusammenhang mit dem Abschluss des geprüften Unternehmens, hindeuten, so teilt er/sie dies unbeschadet der Richtlinie 2005/60/EG dem geprüften Unternehmen mit und fordert dieses auf, die Angelegenheit zu untersuchen sowie angemesse
...[+++]ne Maßnahmen einzuleiten, um derartige Unregelmäßigkeiten abzustellen und einer Wiederholung dieser Unregelmäßigkeiten in der Zukunft vorzubeugen.2. Onverminderd Richtlijn 2005/60/EG geldt dat, wanneer een wettelijke auditor of een auditkantoor die een wettelijke controle van jaarrekeningen uitvoert, vermoedt of redelijke gronden heeft
om te vermoeden dat feiten of gedragingen die erop wijzen dat onregelmatigheden, met inbegrip van fraude met betrekking tot de financiële overzichten van de gecontroleerde entiteit, plaatsvinden of hebben plaatsgevonden of d
at daartoe pogingen worden of zijn gedaan, hij, zij of het de gecontroleerde entiteit daarvan in kennis stelt en deze verzoe
...[+++]kt de zaak te onderzoeken en passende maatregelen te nemen om deze onregelmatigheden te vervolgen en de herhaling ervan te voorkomen.