Hinsichtlich der Verhältnismäßigkeit der Maßnahme konnte der Gesetzgeber vernünftigerweise davon ausgehen, dass die Freiberufler, die eigenen Regeln im Bereich der Berufspflichten unterliegen, durch die Disziplinarbehörden finanziell kontrolliert werden.
Wat de evenredigheid van de maatregel betreft, vermocht de wetgever redelijkerwijs te oordelen dat de beoefenaars van vrije beroepen, aangezien zij aan eigen deontologische regels zijn onderworpen, een financieel toezicht door de tuchtoverheden ondergaan.