Traduction de «dieses spezifische statut » (Allemand → Néerlandais) :

Es kann ihm nicht vorgeworfen werden, darauf geachtet zu haben, dass dieses spezifische Statut für die Kategorie von Personen gilt, für die es bestimmt ist, indem ein Mechanismus zur Identifikation dieser Personen angewandt wird.
Er kan hem niet worden verweten erover te hebben gewaakt dat dat specifieke statuut van toepassing is op de categorie van personen voor wie het is bestemd door een mechanisme voor de identificatie van die personen in te voeren.

Umgekehrt wurden in der Französischen Gemeinschaft diesbezüglich spezifische Bestimmungen, die die Lehrkräfte betreffen, angenommen (Erlass der Regierung der Französischen Gemeinschaft vom 24. Oktober 1996 zur Abänderung der Regelung über das Statut der Mitglieder des Direktions- und Lehrpersonals, des Erziehungshilfspersonals, des heilhilfsberuflichen Personals, des psychologischen Personals und des sozialen Personals der Anstalten für Vor-, Primar-, Sonder-, Mittel-, technischen, Kunst- und Normalschulunterricht der Französischen Gemeinschaft und der von diesen Anstalten abhängenden Internate sowie der Personalmitglieder des mit der Aufsicht über diese Anstalten beauftragten Inspektionsdienstes).
Omgekeerd zijn in de Franse Gemeenschap in dat verband specifieke bepalingen betreffende de leerkrachten aangenomen (besluit van de Franse Gemeenschapsregering van 24 oktober 1996 tot wijziging van de reglementering betreffende het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel, van het psychologisch personeel en van het sociaal personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs van de Franse Gemeenschap, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen).

In diesen Stellungnahmen wurde bemerkt, dass « eine gewisse Anzahl von Missbräuchen der Regelung » (Stellungnahme Nr. 1.744, S. 1) in Bezug auf das spezifische Sozialstatut der Künstler festgestellt wurde und dass dieses Statut gewisse Lücken aufwies (ebenda, S. 6).
In die adviezen werd opgemerkt dat « er in een aantal gevallen misbruiken zijn wat betreft de regelgeving » (advies nr. 1.744, p. 1) inzake het specifieke sociale statuut van de kunstenaars en dat dat laatste een zeker aantal lacunes vertoonde (ibid., p. 6).

22. fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, ihre Gesetzgebung für Genossenschaften im Einklang mit der ILO-Empfehlung 193/2002 im Allgemeinen und im Besonderen in Bezug auf spezifische Arten von Genossenschaften (wie Arbeitergenossenschaften, soziale Genossenschaften, handwerkliche Genossenschaften, genossenschaftliche Banken) zu überarbeiten, um eine umfassende Strategie zur Unterstützung des genossenschaftlichen Geschäftsmodells einzuführen und einen Regelungsrahmen zu schaffen, der der Anerkennung der Rolle der Genossenschaften und ihrer Verbände und der Entwicklung von Genossenschaften besonders in Bereichen und Wirtschaftszweigen dient, in denen dieses Geschäftsmodell nachweislich mit einem sozialen, wirtschaftlichen und ökologischen Mehrwert verbunden ist; fordert die Mitgliedstaaten auf, gemeinsam mit den Sozialpartnern und anderen Interessenträgern auf regionaler und lokaler Ebene strategisch wichtige Wirtschaftszweige zu ermitteln, die für Genossenschaftsvorhaben geeignet sind; betont, dass in diesem Zusammenhang auch geeignete Finanzinstrumente eingeführt werden sollten und die Rolle der Genossenschaften innerhalb des nationalen sozialen Dialogs Anerkennung finden sollte, wobei auch die Bedeutung von Kreditgenossenschaften gewürdigt werden sollte, die stets besonderen Wert auf tragfähige und sozial verantwortungsvolle Finanzierungslösungen gelegt haben und in ihren Regionen gut verankert sind; fordert, dass dieser Empfehlung im Rahmen der Überprüfung der Verordnung über das Statut der Europäischen Genossenschaft Rechnung getragen wird;
22. dringt er bij de lidstaten op aan om overeenkomstig aanbeveling 193/2002 van de IAO over te gaan tot een herziening van hun wetgeving die van toepassing is op coöperaties in het algemeen en op specifieke soorten van coöperaties in het bijzonder, bijvoorbeeld werknemerscoöperaties, sociale coöperaties, ambachtcoöperaties en coöperatieve banken, teneinde een alomvattend beleid te voeren om het coöperatieve bedrijfsmodel te ondersteunen en een regelgevingskader te scheppen waarin de erkenning van de rol van coöperaties en de beheersorganisaties ervan wordt bevorderd, vooral op terreinen en in sectoren waar dit model zijn meerwaarde op sociaal en economisch gebied en op het gebied van milieu heeft bewezen; verzoekt de lidstaten om in samenwerking met de sociale partners en andere belanghebbenden op regionaal en lokaal niveau strategische sectoren te identificeren die geschikt zijn voor coöperatieve projecten; benadrukt dat de lidstaten hiervoor passende financiële instrumenten moeten invoeren en de rol van coöperaties in de nationale sociale dialoog moeten erkennen, alsook de rol van coöperatieve kredietbanken die van oudsher bijzonder belang hechten aan duurzame en sociaal verantwoorde financiering en die sterke lokale wortels hebben; vraagt rekening te houden met deze aanbeveling bij de herziening van de verordening betreffende het statuut van de Europese coöperatieve vennootschap;

Derzeit wird dieses Statut durch das Gemeindegesetz, das Provinzialgesetz oder durch spezifische Gesetze geregelt (Gesetz vom 10. April 1841 über die Vizinalwege, Gesetz vom 9. August 1948 zur Abänderung der Rechtsvorschriften über das Landwegenetz, Gesetz vom 12. Juli 1956 zur Festlegung des Autobahnstatuts, usw.) » (Parl. Dok., Senat, 1992-1993, Nr. 558/5, SS. 412-413).
Momenteel wordt dit statuut geregeld door de gemeentewet, de provinciewet of door specifieke wetten (wet van 10 april 1841 op de lokale wegenis, wet van 9 augustus 1948 tot wijziging van de wetgeving op de landwegenis, de wet van 12 juli 1956 tot bepaling van het statuut van de autosnelwegen, enz.) » (Parl. St., Senaat, 1992-1993, nr. 558/5, pp. 412-413).

Aus Gründen der Kohärenz zwischen der Steuer- und der Sozialgesetzgebung musste verhindert werden, dass auf diese Personen auf sozialer Ebene hingegen das spezifische Statut für mithelfende Ehepartner Anwendung findet» (Parl. Dok., Kammer, 2002-2003, DOC 50-2343/001, SS. 16 und 17)
Om redenen van coherentie tussen de fiscale en de sociale wetgeving was het noodzakelijk te verhinderen dat deze personen op sociaal vlak wel zouden onderworpen zijn aan het specifieke statuut voor meewerkende echtgenoten» (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-2343/001, pp. 16 en 17)

71. ist der Auffassung, dass der Status und die vertraglichen Regelungen für die parlamentarischen Assistenten durch die Einführung eines Statuts für diese Kategorie von Bediensteten geklärt werden müssen; ist ferner der Auffassung, dass ein derartiges Statut eine geregelte Grundlage für die Beschäftigung aller akkreditierten Assistenten (die für ein oder mehrere Mitglieder in Voll- oder Halbzeittätigkeit arbeiten) darstellten sollte; ist der Ansicht, dass ein solches Statut jedoch eine Ausnahmeregelung für Dienstleistungserbringer, die zur Durchführung spezifischer und zeitlich begrenzter Aufgaben eingesetzt werden, bieten sollte; betont, dass die Mitglieder selbst zwar für die Anstellung, die Kategorie der Dienstbezüge und die Entlassung ihres persönlichen Personals verantwortlich bleiben, dass jedoch die Verwaltung des Parlaments in einer einheitlichen und transparenten Weise die Gesamtverantwortung für die administrativen und vertraglichen Regelungen im Zusammenhang mit den Dienstbezügen und der sozialen Sicherheit zu übernehmen hat;
71. is van mening dat de status en de contractuele regelingen van assistenten van de leden moeten worden verduidelijkt met behulp van de opstelling van een statuut voor deze personeelscategorie; is van opvatting dat een dergelijk statuut de reglementaire basis dient te vormen voor de tewerkstelling van alle geaccrediteerde assistenten (die voltijds of halftijds voor een of meer leden werkzaam zijn); meent dat een dergelijk statuut niettemin een uitzondering dient te bevatten voor dienstverleners die worden ingeschakeld voor het uitvoeren van specifieke en tijdelijke taken; onderstreept dat hoewel de leden zelf verantwoordelijk blijven voor aanstelling, beloningscategorie en ontslag van hun persoonlijke staf, de algehele bevoegdheid voor een passende en transparante uitvoering van de administratieve en contractuele regelingen in verband met betaling en sociale zekerheid, bij de Administratie van het Parlement zou kunnen worden gelegd;