Der Werdegang der angefochtenen Bestimmung lässt erkennen, dass der
Gesetzgeber es als wichtig erachtet, anerkannte Künstler für den Kunstunterricht anzuwerben, und dass er die Voraussetzungen sch
affen möchte, damit diese Künstler ihre künstlerischen Tätigkeiten neben ihrem Lehrauftrag weiterführen können, weil dies die Qualität des Kunstunterrichtes verb
essert (Parl. Dok., Parlament der Französischen Gemeinschaft, 2001-2002, Nr. 2
...[+++]07/1, SS. 7 und 8).
Uit de totstandkoming van de bestreden bepaling blijkt dat de decreetgever het belangrijk acht befaamde kunstenaars aan te trekken voor het kunstonderwijs en de voorwaarden wil scheppen opdat zij hun artistieke activiteiten kunnen voortzetten naast hun onderwijsopdracht, omdat dit de kwaliteit van het kunstonderwijs ten goede komt (Parl. St., Parlement van de Franse Gemeenschap, 2001-2002, nr. 207/1, pp. 7 en 8).