Zij is van mening dat die bepaling een schending inhoudt van de artikelen 10, 11, 22, 23, derde lid, 1°, en 24, § 4, van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 5 van het Verdrag van 28 januari 1981 tot bescherming van personen ten opzichte van de geautomatiseerde ver
werking van persoonsgegevens en met artikel 6, lid 1, b), van de richtlijn 95/46/
EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vri
...[+++]je verkeer van die gegevens.