Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.
Muss
Tatsächlich bestehen
Zu lesen ist minderjährigen

Vertaling van "dieses kind berechtigt " (Duits → Nederlands) :

Der Anspruch auf Kinderzulagen, den dieser Selbständige für ein Kind hat, muss tatsächlich bestehen, bevor die in Artikel 51 § 2 erwähnte Person für dieses Kind berechtigt wird,

Dit recht op kinderbijslag voor een kind in hoofde van deze zelfstandige moet effectief bestaan, vooraleer de persoon bedoeld in artikel 51, § 2, rechthebbende wordt voor dit kind;


Der Anspruch auf Kinderzulagen, den dieser Selbständige für ein Kind hat, muss tatsächlich bestehen, bevor die in Artikel 51 § 2 erwähnte Person für dieses Kind berechtigt wird, ».

Dit recht op kinderbijslag voor een kind in hoofde van deze zelfstandige moet effectief bestaan, vooraleer de persoon bedoeld in artikel 51, § 2, rechthebbende wordt voor dit kind; ».


Die fragliche Bestimmung hat außerdem keine unverhältnismäßigen Folgen, denn darin wird ausdrücklich angeführt, dass der « Anspruch auf Kinderzulagen, den dieser Selbständige für ein Kind hat, [.] tatsächlich bestehen [muss], bevor die in Artikel 51 § 2 erwähnte Person für dieses Kind berechtigt wird ».

De in het geding zijnde bepaling heeft ook geen onevenredige gevolgen vermits ze uitdrukkelijk bepaalt dat het « recht op kinderbijslag voor een kind in hoofde van deze zelfstandige [.] effectief [moet] bestaan, vooraleer de persoon bedoeld in artikel 51, § 2, rechthebbende wordt voor dit kind ».


Nimmt eine Person, die berechtigt ist, Anspruch auf die Leistungen zu erheben, dieses Recht nicht wahr, berücksichtigt der zuständige Träger des Mitgliedstaats, dessen Rechtsvorschriften anzuwenden sind, einen Antrag auf Familienleistungen, der von dem anderen Elternteil, einer als Elternteil behandelten Person oder von der Person oder Institution, die als Vormund des Kindes oder der Kinder handelt, gestellt wird.

Indien een persoon die gerechtigd is om de uitkeringen aan te vragen dit recht niet uitoefent, houdt het bevoegde orgaan van de lidstaat waarvan de wetgeving van toepassing is rekening met een aanvraag om gezinsuitkeringen die is ingediend door de andere ouder, een als ouder beschouwde persoon of een persoon of instelling die de voogdij over het kind of de kinderen uitoefent.


Art. 2 - Angliederungsfaktoren zur Bestimmung der Zuständigkeit der Gebietskörperschaften für Familienleistungen Die Zuständigkeit einer Gebietskörperschaft für Familienleistungen zugunsten der Kinder, die aufgrund der geltenden Gesetzgebung auf Familienleistungen berechtigt sind, wird nach den folgenden Angliederungsfaktoren, in dieser Reihenfolge bestimmt: 1° der gesetzliche Wohnsitz des Kindes in der Gebietskörperschaft; 2° der Aufenthaltsort des Kindes in der Gebietskörperschaft; 3° die Ortsangabe in der Gebietskörperschaft der ...[+++]

Art. 2. Aanknopingsfactoren voor het bepalen van de bevoegdheid van de deelentiteiten inzake gezinsbijslag De bevoegdheid van een deelentiteit inzake gezinsbijslag, voor de kinderen die rechtgevend zijn op gezinsbijslag op grond van de toepasselijke wetgeving, wordt bepaald op basis van de volgende aanknopingsfactoren, in deze volgorde: 1° de wettelijke woonplaats van het kind in de entiteit; 2° de verblijfplaats van het kind in de entiteit; 3° de lokalisatie in de entiteit van de vestigingseenheid of, wanneer dat gegeven niet besc ...[+++]


« Vorliegende Gesetze können auch nicht geltend gemacht werden von den in Artikel 51 § 2 erwähnten Personen, die eine andere Tätigkeit als diejenige eines Arbeitnehmers ausüben, der durch einen Arbeitsvertrag wie in vorliegenden Gesetzen erwähnt gebunden ist, sofern diese Personen aufgrund des Königlichen Erlasses vom 8. April 1976 zur Festlegung der Regelung der Familienleistungen für Selbständige für ein Kind schon einen tatsächlichen Anspruch auf Kinderzulagen haben, bevor die in Artikel 51 § 2 erwähnten Personen für dieses Kind aufgrund diese ...[+++]

« Het voordeel van deze wetten kan eveneens niet ingeroepen worden door de personen bedoeld in artikel 51, § 2, die een ander beroep uitoefenen dan dat van werknemer verbonden door een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in deze wetten, indien er in hoofde van deze personen een effectief recht op kinderbijslag bestaat voor een kind overeenkomstig het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen, vooraleer deze personen bedoeld in ar ...[+++]


(1) Jeder Mitgliedstaat trifft die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass die Vertraulichkeitsbestimmungen, die die nationalen Rechtsvorschriften für die Angehörigen bestimmter Berufsgruppen vorsehen, deren Hauptaufgabe die Arbeit mit Kindern ist, diese nicht daran hindern, den für Kinderschutz zuständigen Stellen Fälle zu melden, bei denen sie berechtigte Gründe für die Annahme haben, dass ein Kind Opfer von Straftaten nach den Artikeln 3 bis 7 ist.

1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de vertrouwelijkheidsregels die op grond van het nationale recht gelden voor bepaalde beroepsbeoefenaars die als hoofdtaak hebben met kinderen te werken, voor die beroepsbeoefenaars geen belemmering vormen om bij de diensten voor kinderbescherming melding te maken van iedere situatie waarin ze redelijke gronden hebben om aan te nemen dat een kind het slachtoffer is ...[+++]


1. Jeder Mitgliedstaat trifft die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass die Vertraulichkeitsbestimmungen, die die einzelstaatlichen Rechtsvorschriften für die Angehörigen bestimmter Berufsgruppen vorsehen, die im Kontakt mit Kindern arbeiten, diese nicht daran hindern, den für Kinderschutz zuständigen Stellen die Fälle zu melden, bei denen sie berechtigte Gründe für die Annahme haben, dass ein Kind Opfer von Straftaten nach den Artikeln 3 bis 7 ist.

1. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de vertrouwelijkheidsregels die op grond van de nationale wetgeving gelden voor bepaalde beroepsgroepen die bij hun werkzaamheden in contact komen met kinderen, voor die beroepsgroepen geen hinderpaal vormen om bij de diensten voor kinderbescherming melding te maken van iedere situatie waarin ze redelijke gronden hebben om aan te nemen dat een kind het slachtoffer is van een van de in de artikelen 3 tot en met 7 genoemde strafbare feiten.


1. Jeder Mitgliedstaat trifft die erforderlichen Maßnahmen, um sicherzustellen, dass die Vertraulichkeitsbestimmungen, die die einzelstaatlichen Rechtsvorschriften für die Angehörigen bestimmter Berufsgruppen vorsehen, deren Hauptaufgabe in der Arbeit mit Kindern besteht, diese nicht daran hindern, den für Kinderschutz zuständigen Stellen die Fälle zu melden, bei denen sie berechtigte Gründe für die Annahme haben, dass ein Kind Opfer von Straftaten nach den Artikeln 3 bis 7 ist.

1. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de vertrouwelijkheidsregels die op grond van de nationale wetgeving gelden voor bepaalde beroepsgroepen die als hoofdtaak met kinderen werken, voor die beroepsgroepen geen belemmering vormen om bij de diensten voor kinderbescherming melding te maken van iedere situatie waarin ze redelijke gronden hebben om aan te nemen dat een kind het slachtoffer is van een van de in de artikelen 3 tot en met 7 genoemde strafbare feiten.


« Führt Artikel 2 § 1 Absatz 1 Nr. 2 des Gesetzes vom 7. August 1974 zur Einführung des Rechts auf ein Existenzminimum, dahingehend ausgelegt, dass er zum Existenzminimum zum erhöhten Satz für Alleinstehende (Artikel 2 § 1 Absatz 1 Nr. 2) nur einen Elternteil berechtigt, der ausschliesslich mit einem unterhaltsberechtigten volljährigen [zu lesen ist : minderjährigen] Kind zusammenlebt, wenn dieses Kind seinen Hauptaufenthalt bei ihm hat, eine im Widerspruch zu den Artikeln ...[+++]

« Voert artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, geïnterpreteerd als slechts rechtgevend op een bestaansminimum toegekend als verhoogde uitkering voor alleenstaanden (artikel 2, § 1, eerste lid, 2°) voor een ouder die enkel samenwoont met een meerderjarig kind ten laste, op voorwaarde dat dat kind hoofdzakelijk bij hem verblijft, een discriminatie in die in strijd is met de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet, tussen, enerzijds, de ouder die hoofdzakelijk verblijft met een minderjarig kind ten laste en, anderzijds, de ouder, die naar gelang van het t ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'dieses kind berechtigt' ->

Date index: 2023-09-23
w