' § 1. Dieses Kapitel findet Anwendung auf die Arbeitgeber und die Arbeitnehmer, die dem Gesetz vom 5. Dezember 1968 über die kollektiven Arbeitsabkommen und die paritätischen Kommissionen unterliegen, und insofern diese Arbeitgeber in jedem der vier Quartale des Jahres 1996 andere Arbeitnehmer beschäftigt haben als solche, die hauptsächlich Leistungen im Haushalt des Arbeitgebers oder dessen Familie erbringen, und als die Personen im Sinne von Artikel 4 des königlichen Erlasses vom 28. November 1969 zur Ausführung des Gesetzes vom 27. Juni 1969 zur Revision des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944 über die soziale Sicherheit der Arbeitnehmer.
' § 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de werkgevers en de werknemers op wie de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités van toepassing is en voor zover deze werkgevers in elk van de vier kwartalen van 1996 hebben tewerkgesteld andere dan werknemers die hoofdzakelijk prestaties verrichten voor de huishouding van de werkgever of diens gezin, en de personen bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.