Gesicherte und ungesicherte Darlehen, wie zum Beispiel Überbrückungsfinanzierungen, die vom qualifizierten Risikokapitalfonds einem qualifizierten Portfolio-Unternehmen gewährt werden, an dem der qualifizierte Risikokapitalfonds bereits qualifizierte Anlagen hält, sollten als mögliche Ergänzung, jedoch nicht als Ersatz, für Eigenkapital- und eigenkapitalähnliche Instrumente möglich sein, sofern höchstens 50 % des aggregi
erten eingebrachten Kapitals und noch nicht eingeforderten zugesagten Kapitals des qualifizierten Ris
ikokapitalfonds für diese Darlehen <
...[+++]b class=yellow1>verwendet werden.Als mogelijke aanvulling – maar niet ter vervanging – van aandelen- en quasiaandeleninstrumenten moeten gewaarborgde en niet-gewaarborgde leningen, bijvoorbeeld overbruggingskredieten, die door het in aan
merking komende durfkapitaalfonds worden verstrekt aan een in aanmerking komende portefeuillemaatschappij waarin het in aanmerking komende durfkapitaalfonds al in aanmerking komende beleggingen heeft, toegestaan zijn, op voorwaarde dat niet meer dan 30 procent van het totaalbedrag van de kapitaalinbrengen en het niet-gestort toegezegd kapitaal in het in aanmerking komende dur
fkapitaalfonds voor deze ...[+++] leningen wordt gebruikt.