Die vorliegende Nichtigkeitsklage wird insofern, als sie gegen die angefochtenen Artikel 18, 22, 23, 24, 48 - insoweit er Änderungen in Absatz 2 von Artikel 16 des Provinzialwahlgesetzes vornimmt - und 49 gerichtet ist, erst endgültig gegenstandslos nach Ablauf der in Artikel 3 § 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Schiedshof vorgesehenen sechsmonatigen Frist, welche nach der V
eröffentlichung des Dekrets der Flämischen Region vom 7. Juli 2006 im Belgischen Staatsblatt vom 13. Juli 2006 einsetzt, oder nachdem, falls die Bestimmungen des letztgenannte
n Dekrets innerhalb dieser ...[+++] Frist angefochten werden sollten, der Hof die gegen diese Bestimmungen gerichteten Klagen zurückgewiesen hätte.Het huidige beroep
, in zoverre het is gericht tegen de bestreden artikelen 18, 22, 23, 24, 48 - in zoverre het wijzigingen aanbrengt in het tweede lid van artikel 16 van de provinciekieswet - en 49, zal pas definitief zonder voorwerp worden na het verstrijken van de in artikel 3, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof bepaalde termijn van zes maanden, die ingaat na de b
ekendmaking van het decreet van 7 juli 2006 in het Belgisch Staatsblad van 13 juli 2006, of nadat, indien de bepalingen van dit laatste decre
...[+++]et zouden worden bestreden binnen die termijn, het Hof de beroepen tegen die bepalingen zou hebben verworpen.