Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «dieser verpflichtung hätte » (Allemand → Néerlandais) :

Die Kommission fordert Finnland dringend auf, seine nationalen Rechtsvorschriften vollständig an die EU-Bestimmungen zum Zugang von Bürgerinnen und Bürgern zu sämtlichen Umweltinformationen in schriftlicher, visueller, akustischer, elektronischer oder sonstiger materieller Form anzupassen; dieser Verpflichtung hätte Finnland bis 14. Februar 2005 nachkommen müssen.

De Europese Commissie dringt er bij Finland op aan zijn nationale wettelijke regeling volledig in overeenstemming te brengen met de EU-voorschriften inzake de toegang van burgers tot alle informatie in geschreven, visuele, auditieve, elektronische of enige andere materiële vorm over het milieu, wat uiterlijk op 14 februari 2005 had moeten gebeuren.


Nach dieser Verpflichtung war es unter anderem untersagt, die in einem Drittland hergestellte betroffene Ware in die Union zu verkaufen, da dies eine Kontrolle der Verpflichtung und insbesondere der Einhaltung der Cross-Sales-Bestimmung unmöglich oder zumindest unpraktikabel gemacht hätte.

Bij die verbintenis was het onder meer verboden het betrokken product dat in een derde land was geproduceerd, naar de Unie uit te voeren, aangezien het daardoor onmogelijk of op zijn minst erg onpraktisch zou zijn geworden om toezicht te houden op de verbintenis, en met name op de bepaling daarin met betrekking tot kruisverkoop.


Am 22. Juni 2010 stellte der Europäische Gerichtshof in einem Grundsatzurteil[5] klar, dass Artikel 67 Absatz 2 AEUV sowie die Artikel 20 und 21 des Schengener Grenzkodex einer nationalen Regelung entgegenstehen, die es den Polizeibehörden des betreffenden Mitgliedstaats gestattet, in einem 20 km breiten Streifen entlang der Binnengrenzen die Identität einer Person zu kontrollieren, um festzustellen, ob sie die gesetzliche Verpflichtung zum Besitz und zum Mitführen von Ausweispapieren und Bescheinigungen eingehalten hat, ohne dass ihr Verhalten dazu Anlass gegeben hätte und ohne ...[+++]

Op 22 juni 2010 heeft het Europees Hof van Justitie in een richtinggevend vonnis[5] verduidelijkt dat een nationale wettelijke regeling waarbij aan de politieautoriteiten van een lidstaat de bevoegdheid wordt verleend om uitsluitend binnen een twintig kilometer diep gebied langs een binnengrens de identiteit van eenieder te controleren, ongeacht het gedrag van de betrokkene en los van specifieke omstandigheden waarvan een risico op aantasting van de openbare orde uitgaat, ten einde de naleving van de verplichtingen ter zake van het ho ...[+++]


« Verstoßen die Artikel 80 Absatz 3 und 82 Absatz 2 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass - ohne dass das Gericht diesbezüglich über die geringste Ermessensbefugnis verfügt - im Gegensatz zu dem ggf. faktisch getrennten Ehepartner, dem Ex-Ehepartner und dem gesetzlich Zusammenwohnenden, die von Rechts wegen die Wirkung der Entschuldbarkeit genießen, der Lebensgefährte bzw. die Lebensgefährtin des Konkursschuldners, der bzw. die mit ihm eine eheähnliche Gemeinschaft bildet und persönlich für die Schulden des Konkursschuldners haftbar wäre, weder infolge der dem Konkursschuldner gewährten Entschuldbarkeit von dieser ...[+++]

« Schenden de artikelen 80, derde lid, en 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie volgens welke, en zonder dat de rechtbank in dat verband over enige beoordelingsbevoegdheid beschikt, de partner van de gefailleerde, die een feitelijk gezin met hem vormt en die persoonlijk aansprakelijk zou zijn voor de schuld van de gefailleerde, in tegenstelling tot de al dan niet feitelijk gescheiden echtgenoot, de voormalige echtgenoot en de wettelijk samenwonende die van rechtswege de werking van de verschoonbaarheid genieten, noch van die verplichting kan worden bevrijd ...[+++]


Die Vorabentscheidungsfrage betrifft die Vereinbarkeit der vorerwähnten Bestimmungen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, in der Auslegung, dass, « ohne dass das Gericht diesbezüglich über die geringste Ermessensbefugnis verfügt », der faktisch zusammenwohnende Partner eines für entschuldbar erklärten Konkursschuldners anders behandelt werde als der Ehepartner, der Ex-Ehepartner oder der gesetzlich Zusammenwohnende eines solchen Konkursschuldners; während die Letzteren von Rechts wegen in den Vorteil der Folgen der Entschuldbarkeit gelangten, könne der faktisch Zusammenwohnende, der persönlich für die Schuld des Konkursschuldners haftbar wäre, weder durch die Wirkung der dem Konkursschuldner gewährten Entschuldbarkeit von ...[+++]

De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid van de voormelde bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie volgens welke, « zonder dat de rechtbank in dat verband over enige beoordelingsbevoegdheid beschikt », de feitelijk samenwonende van een verschoonbaar verklaarde gefailleerde anders wordt behandeld dan de echtgenoot, de voormalige echtgenoot of de wettelijk samenwonende van een dergelijke gefailleerde : terwijl die laatstgenoemden van rechtswege de werking van de verschoonbaarheid genieten, zou de feitelijk samenwonende die persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld van de gefailleerde, noch van die verplichting kunnen wo ...[+++]


In der Erwägung, dass die Abteilung Gesetzgebung des Staatsrates die Konformität der Streichung von Artikel 46 § 1 Absatz 2 Ziffer 4° des CWATUPE im Hinblick auf Artikel 23 der Verfassung und der daraus abgeleiteten standstill-Verpflichtung in Frage gestellt hatte (Wal. Parl., 74 (2004-2005)-Nr. 1, S. 84); dass der Staatsrat beanstandet hat, dass keine Erklärungen zu den Gründen dieser Streichung angeführt wurden; dass der oben a ...[+++]

Dat de afdeling wetgeving van de Raad van State vragen had bij de overeenstemming met de schrapping van artikel 46, § § 1, tweede lid, 4°, van het Wetboek t.o.v. artikel 23 van de Grondwet en de standstillverplichting die daaruit voortvloeiet((Waals Parl., 74, (2004-2005), NR. 1, blz.84); dat de Raad van State het gebrek aan uitleg betreffende de redenen die die schrapping rechtvaardigen, verweet; dat de hierbovenvermelde tekst het antwoord van de Regering op het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State vormt;


« Verstoßen die Artikel 80 Absatz 3 und 82 Absatz 2 des Konkursgesetzes vom 8hhhhqAugust 1997 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass - ohne dass das Gericht diesbezüglich über die geringste Ermessensbefugnis verfügt - im Gegensatz zu dem ggf. faktisch getrennten Ehepartner, dem Ex-Ehepartner und dem gesetzlich Zusammenwohnenden, die von Rechts wegen die Wirkung der Entschuldbarkeit genießen, der Lebensgefährte bzw. die Lebensgefährtin des Konkursschuldners, der bzw. die mit ihm eine eheähnliche Gemeinschaft bildet und persönlich für die Schulden des Konkursschuldners haftbar wäre, weder infolge der dem Konkursschuldner gewährten Entschuldbarkeit von dieser ...[+++]

« Schenden de artikelen 80, derde lid, en 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie volgens welke, en zonder dat de rechtbank in dat verband over enige beoordelingsbevoegdheid beschikt, de partner van de gefailleerde, die een feitelijk gezin met hem vormt en die persoonlijk aansprakelijk zou zijn voor de schuld van de gefailleerde, in tegenstelling tot de al dan niet feitelijk gescheiden echtgenoot, de voormalige echtgenoot en de wettelijk samenwonende die van rechtswege de werking van de verschoonbaarheid genieten, noch van die verplichting kan worden bevrijd ...[+++]


Mit dieser Mitteilung kommt die Kommission ihrer im Vertrag festgelegten Verpflichtung nach, alle drei Jahre über die Anwendung von Artikel 23 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union (AEUV) betreffend den konsularischen Schutz Bericht zu erstatten - wie sie in ihrem Bericht gemäß Artikel 25 AEUV über die Fortschritte auf dem Weg zu einer effektiven Unionsbürgerschaft 2007 – 2010[3] angekündigt hatte.

Met deze mededeling komt de Commissie ook haar in het Verdrag neergelegde verplichting na, namelijk om de drie jaar verslag uitbrengen over de toepassing van artikel 23 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) betreffende de consulaire bescherming, zoals zij had aangekondigd in haar verslag krachtens artikel 25 VWEU over vorderingen op weg naar een echt EU-burgerschap 2007-2010[3].


Die Verpflichtung, die sich aus Artikel 10 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 2204/2002, aus Artikel 9 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 70/2001 sowie aus Artikel 7 Absatz 1 der Verordnung (EG) Nr. 68/2001 ergibt, der Kommission eine Kurzbeschreibung der Maßnahme zukommen zu lassen, ist auf Beihilfemaßnahmen nicht anwendbar, die unter dieser Verordnung ohne Änderung ihres materiellen Inhaltes nur verlängert werden und für die der Mitgliedstaat bereits Kurzinformation eingereicht hatte.

De verplichting om overeenkomstig artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 68/2001, artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 70/2001 en artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2204/2002, een samenvatting van de informatie betreffende de ten uitvoer gelegde maatregelen toe te zenden, geldt niet voor staatssteunmaatregelen waarbij bestaande maatregelen krachtens onderhavige verordening worden verlengd, op voorwaarde dat deze maatregelen niet aanzienlijk werden gewijzigd en dat bij de tenuitvoerlegging van deze maatregelen naar behoren een samenvatti ...[+++]


« In der Annahme, dass die Französische Gemeinschaft nicht die Verpflichtung hätte, angesichts der Problematik der ergänzenden Einschreibungsgebühren bzw. der Frage der zusätzlichen Einnahmen der Hochschulen gesetzgeberisch aufzutreten, könne dieser Umstand nicht zur Folge haben, dass die Problematik den Rahmen des Anwendungsbereichs von Artikel 24 § 5 der Verfassung sprengen und sich demzufolge der Prüfung durch den Schiedshof entziehen würde».

« Gesteld dat de Franse Gemeenschap niet de verplichting zou hebben wetgevend op te treden ten aanzien van de problematiek van de aanvullende inschrijvingsrechten of de kwestie van de aanvullende inkomsten van de hogescholen, dan mag die omstandigheid niet tot gevolg hebben dat die problematiek buiten de toepassingssfeer zou vallen van artikel 24, § 5, van de Grondwet en, bij wege van gevolgtrekking, zou ontsnappen aan de toetsing door het Arbitragehof».


w