Traduction de «dieser institution vertritt » (Allemand → Néerlandais) :

5. legt der Kommission in diesem Zusammenhang nahe, gemäß Ziffer 17 der Resolution 2199 des Sicherheitsrats der Vereinten Nationen vom 12. Februar 2015 in Betracht zu ziehen, eine politikbereichsübergreifende Abteilung einzurichten, deren Aufgabe es wäre, den illegalen Handel mit Kulturgütern zu verhindern und Maßnahmen dagegen umzusetzen, und die ein Referat umfassen würde, das sich eigens mit den als Kulturerbe eingestuften Kulturgütern befasst, die seit dem 6. August 1990 aus dem Irak bzw. seit dem 15. März 2011 aus Syrien illegal ausgeführt wurden; vertritt die Auffassung, dass die Abteilung bei der Bekämpfung dieser Form des illegalen Handels einen koordinierten Ansatz verfolgen und sowohl mit den Ermittlungsdiensten auf nationaler Ebene als auch eng mit der UNESCO und anderen internationalen Organisationen wie dem Internationalen Museumsrat (ICOM), dem International Committee of the Blue Shield (ICBS) des ICOM, Europol, Interpol, dem Internationalen Institut für die Vereinheitlichung des Privatrechts (UNIDROIT) und der Weltzollorganisation (WZO) zusammenarbeiten sollte;
5. stelt de Commissie in dit verband voor te overwegen om in overeenstemming met paragraaf 17 van Resolutie 2199 van de VN‑Veiligheidsraad van 12 februari 2015 een sectoroverschrijdend departement op te zetten met de bevoegdheid voor de preventie en de bestrijding van de illegale handel in culturele objecten en met een afdeling die speciaal gewijd is aan goederen die deel uitmaken van het cultureel erfgoed en sinds 6 augustus 1990 op onrechtmatige wijze uit Irak en sinds 15 maart 2011 uit Syrië zijn weggehaald – dit departement moet een gecoördineerde benadering uitstippelen voor de bestrijding van die illegale handel, daarbij samenwerkend met degenen die op nationaal niveau verantwoordelijk zijn voor de opsporingsdiensten en in nauwe samenwerking met Unesco en andere internationale organisaties zoals ICOM (Internationale Raad van Musea), het Internationaal Blauwe Schild Comité (ICBS) van de ICOM, Europol, Interpol, Unidroit (Internationaal Instituut voor de eenmaking van het privaatrecht) en de WCO (Werelddouaneorganisatie);

ist der Ansicht, dass zuweilen eine unabhängige, externe Meinung zu der Nutzung von Ressourcen und der Arbeitsorganisation vonnöten ist, dies aber nur dann Nutzen bringen kann, wenn diese Meinung korrekt zustande kommt; betont, das eine politische europäische Institution wie das Parlament einzigartig ist, vertritt jedoch die Auffassung, dass langfristig darüber nachgedacht werden sollte, eine derartige externe Bewertung seiner Organisationsweise und seiner Verwaltung ausarbeiten zu lassen; ist der Ansicht, dass 2012 ein spezifischer Bereich oder einige spezifische Bereiche ermittelt und in dieser Weise geprüft werden könnten;
meent dat, zoals bij alle grote organisaties, soms behoefte bestaat aan een onafhankelijke externe visie op de wijze waarop de middelen worden gebruikt en het werk wordt georganiseerd, en dat dit nuttig kan zijn als er correct mee wordt omgegaan; onderstreept dat een politieke Europese instelling zoals het Parlement weliswaar uniek van aard is, maar meent toch dat op langere termijn overwogen moet worden een dergelijke externe analyse van zijn organisatie en beheer uit te laten voeren; is van mening dat in 2012 een of enkele specifieke sectoren voor een dergelijk onderzoek in aanmerking zouden kunnen komen;

15. erinnert an die Studie der Europäischen Kommission über die Realisierbarkeit des Europäischen Instituts für Geschlechterfragen und ersucht die Kommission, dem Europäischen Parlament mitzuteilen, welchen Standpunkt sie in dieser Angelegenheit vertritt und welche Schritte sie zu unternehmen beabsichtigt;
15. herinnert aan de haalbaarheidsstudie van de Europese Commissie inzake het European Gender Institute en verzoekt de Commissie aan het Europees Parlement mede te delen wat haar standpunt terzake is en welke stappen zij van plan is te ondernemen;

3. betrachtet die Beschlüsse über die Ernennung und Beförderung einzelner Beamter in jeder EU-Institution als Angelegenheit allein dieser Institution; vertritt die Auffassung, daß die Rolle des Parlaments darin besteht, Fairneß und Effizienz der bestehenden Management- und Personalverwaltungssysteme zu überwachen;
3. beschouwt de besluiten in verband met benoeming en bevordering van individuele ambtenaren bij elke instelling van de EU als een zaak van de instelling zelf; meent dat de rol van het Parlement gelegen is in het onderzoeken van de eerlijkheid en doelmatigheid van de aanwezige systemen voor beheer en personele middelen;

29. lehnt den Entwurf einer Vereinbarung über Verhaltensmaßnahmen zur Gewährleistung eines Informationsaustauschs zwischen Kommission und OLAF ab, da er gegen die geltende Verordnung und damit gegen den Auftrag von OLAF verstößt; vertritt die Auffassung, dass die Bestimmungen über die Weiterleitung von Informationen gegebenenfalls im Zusammenhang mit einer überarbeiteten Verordnung überprüft werden sollten; besteht darauf, dass die Unterrichtung von OLAF gemäß Artikel 2 des Standardbeschlusses im Statut festgeschrieben wird; fordert nachdrücklich, dass der Direktor von OLAF über den Inhalt der Informationen entscheiden sollte, und zwar unter Berücksichtigung der Kriterien des Schutzes der Rechte der betroffenen Person, der Notwendigkeit der Durchführung einer effektiven und effizienten Untersuchung und der Notwendigkeit eines Schutzes der EU-Institutionen vor künftigen finanziellen Verlusten; fordert die Kommission und OLAF auf zu prüfen, ob es sinnvoll sein könnte, die Position eines Vertrauensanwalts zu schaffen; vertritt die Auffassung, dass jede EU-Institution Regeln dafür festlegen sollte, wie sie mit Informationen, die sie von OLAF erhält, verfährt, wobei sie auf die Einhaltung dieser Kriterien achten sollte;
29. verwerpt de gemeenschappelijke intentieverklaring, die een gedragscode voor de uitwisseling van informatie tussen OLAF en de Commissie bevat, daar deze in strijd is met de vigerende verordening en derhalve met de bevoegdheden van OLAF; is van mening dat de bepalingen inzake de toezending van informatie wellicht in verband met een gewijzigde verordening herzien moet worden; dringt erop aan dat de kennisgeving aan OLAF overeenkomstig artikel 2 van het standaardbesluit in het statuut wordt opgenomen; dringt erop aan dat het hoofd van OLAF de inhoud van die informatie bepaalt en daarbij als criteria hanteert de bescherming van de rechten van de betrokken personen, de behoefte aan uitvoering van een effectief en efficiënt onderzoek en de noodzaak om de EU-instellingen in de toekomst te beschermen tegen eventuele financiële verliezen; verzoekt de Commissie en OLAF na te gaan of het wellicht zinvol is om de post van vertrouwensadvocaat te creëren; is van mening dat de EU-instellingen onafhankelijk bepalingen moeten vaststellen inzake de wijze waarop zij met informatie van OLAF omgaan;

28. lehnt den Entwurf einer Vereinbarung über Verhaltensmaßnahmen zur Gewährleistung eines Informationsaustauschs zwischen Kommission und OLAF ab, da er gegen die geltende Verordnung und damit gegen den Auftrag von OLAF verstößt; vertritt die Auffassung, dass die Bestimmungen über die Weiterleitung von Informationen gegebenenfalls im Zusammenhang mit einer überarbeiteten Verordnung überprüft werden sollten; besteht darauf, dass die Unterrichtung von OLAF gemäß Artikel 2 des Standardbeschlusses im Statut festgeschrieben wird; fordert nachdrücklich, dass der Direktor von OLAF über den Inhalt der Informationen entscheiden sollte, und zwar unter Berücksichtigung der Kriterien des Schutzes der Rechte der betroffenen Person, der Notwendigkeit der Durchführung einer effektiven und effizienten Untersuchung und der Notwendigkeit eines Schutzes der EU-Institutionen vor künftigen finanziellen Verlusten; fordert die Kommission und OLAF auf zu prüfen, ob es sinnvoll sein könnte, die Position eines Vertrauensanwalts zu schaffen; vertritt die Auffassung, dass jede EU-Institution Regeln dafür festlegen sollte, wie sie mit Informationen, die sie von OLAF erhält, verfährt, wobei sie auf die Einhaltung dieser Kriterien achten sollte;
28. verwerpt de gemeenschappelijke intentieverklaring, die een gedragscode voor de uitwisseling van informatie tussen OLAF en de Commissie bevat, daar deze in strijd is met de vigerende verordening en derhalve met de bevoegdheden van OLAF; is van mening dat de bepalingen inzake de toezending van informatie wellicht in verband met een gewijzigde verordening herzien moet worden; dringt erop aan dat de kennisgeving aan OLAF overeenkomstig artikel 2 van het standaardbesluit in het statuut wordt opgenomen; dringt erop aan dat het hoofd van OLAF de inhoud van die informatie bepaalt en daarbij als criteria hanteert de bescherming van de rechten van de betrokken personen, de behoefte aan uitvoering van een effectief en efficiënt onderzoek en de noodzaak om de EU-instellingen in de toekomst te beschermen tegen eventuele financiële verliezen; verzoekt de Commissie en OLAF na te gaan of het wellicht zinvol is om de post van vertrouwensadvocaat te creëren; is van mening dat de EU-instellingen onafhankelijk bepalingen moeten vaststellen inzake de wijze waarop zij met informatie van OLAF omgaan;