Zum Wohnsitzerfordernis 31. Zur Reichweite des Art. 18 Abs. 1 EG hat der Gerichtshof bereits entschieden, dass die vom Vertrag eröffneten Erleichterungen der Freizügigkeit ihre volle Wirk
ung nicht entfalten könnten, wenn ein Staatsangehöriger eines Mitgliedstaats von ihrer Wahrnehmung durch Hindernisse abgehalten werden könnte, die seinem Aufenthalt im Aufnahmemitgliedstaat infolge einer Regelung sei
nes Herkunftsstaats entgegenstehen, die Nachteile daran
knüpft, dass er von diesen ...[+++] Erleichterungen Gebrauch gemacht hat (Urteile vom 29. April 2004, Pusa, C-224/02, Slg. 2004, I-5763, Randnr. 19, und Tas-Hagen und Tas, Randnr. 30).
Woonplaatsvereiste 31. Aangaande de werkingssfeer van artikel 18, lid 1, EG heeft het Hof reeds geoordeeld dat de door het Verdrag toegekende rechten op het gebied van vrij verkeer hun
volle werking niet kunnen ontplooien indien een onderdaan van een lidstaat ervan ka
n worden weerhouden deze rechten uit te oefenen door be
lemmeringen die bij zijn verblijf in de lidstaat van ontvangst worden opgeworpen door een regeling van zijn lids
...[+++]taat van oorsprong die hem benadeelt wegens het feit dat hij deze rechten heeft uitgeoefend (arrest van 29 april 2004, Pusa, C-224/02, Jurispr. blz. I-5763, punt 19, alsook arrest Tas-Hagen en Tas, reeds aangehaald, punt 30).