Traduction de «diesen ländern insbesondere » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Übereinkommen der Vereinten Nationen zur Bekämpfung der Wüstenbildung in den von Dürre und/oder Wüstenbildung schwer betroffenen Ländern,insbesondere in Afrika | Wüsten-Konvention
Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming in de landen die te kampen hebben met ernstige droogte en/of woestijnvorming,in het bijzonder in Afrika | Woestijnverdrag

Übereinkommen der Vereinten Nationen zur Bekämpfung der Wüstenbildung in den von Dürre und/oder Wüstenbildung schwer betroffenen Ländern, insbesondere in Afrika | Übereinkommen zur Bekämpfung der Wüstenbildung
Verdrag ter bestrijding van woestijnvorming | Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van woestijnvorming in de landen die te kampen hebben met ernstige droogte en/of woestijnvorming, in het bijzonder in Afrika

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Diese Verordnung enthält Bestimmungen über die Zusammenarbeit mit benachbarten Drittländern, denn ein gut strukturierter und permanenter Informationsaustausch und eine gut strukturierte und permanente Zusammenarbeit mit diesen Ländern, insbesondere im Mittelmeerraum, sind Schlüsselfaktoren für die Erreichung der Ziele von EUROSUR.
Deze verordening bevat bepalingen inzake samenwerking met aangrenzende derde landen, omdat goed gestructureerde en duurzame informatie-uitwisseling en samenwerking met deze landen, in het bijzonder in het Middellandse Zeegebied, van doorslaggevend belang zijn om de doelstellingen van Eurosur te verwezenlijken.

Weiterhin wurde vorgebracht, die Fortschreibung der Antidumpingmaßnahmen gegen die VR China sei diskriminierend, da andere Drittländer keinen Maßnahmen unterlägen, obwohl die Einfuhren aus diesen Ländern, insbesondere aus Sri Lanka, gedumpt seien und Schädigungen verursachten.
Ook werd aangevoerd dat handhaving van de antidumpingmaatregelen tegen de VRC discriminerend zou zijn, omdat invoer uit andere derde landen, in het bijzonder Sri Lanka, met dumping zou worden verkocht en schade zou veroorzaken zonder dat tegen die landen een maatregel is ingesteld.

1. BEGRÜSST, dass die Reformen zur Verbesserung der Tragfähigkeit der öffentlichen Finan­zen, die seit Vorlage des Tragfähigkeitsberichts der Kommission für das Jahr 2009 von einigen Mitgliedstaaten insbesondere im Bereich der Altersversorgungssysteme ergrif­fen wurden, zu einer Verringerung der projizierten Kosten der Bevölkerungsalterung in diesen Ländern geführt haben; IST SICH vor dem Hintergrund der Krise BEWUSST, dass die Herausforderungen in einigen Ländern in erster Linie kurz- bis mittelfristiger Natur sind und zum Teil auf die eventuellen Risiken einer fiskalischen Stresssituation oder eines hohen öffentlichen Schuldenstands zurückzuführen sind, während sich in anderen Ländern eher längerfristige Probleme stellen, die zeigen, dass die langfristigen Entwick­lungen bei den alterungsbedingten öffentlichen Ausgaben, insbesondere für Alters- und Gesundheits­versorgung sowie Langzeitpflege, angegangen werden müssen, was wiederum die Trag­fähigkeit der öffentlichen Finanzen zu einer akuten politischen Herausforderung werden lässt.
1. VERHEUGT ZICH EROVER dat de op versterking van de houdbaarheid gerichte hervormingen in sommige lidstaten, als vervolg op het houdbaarheidsverslag over 2009, met name op het gebied van pensioenen, de geraamde stijging van de kosten van de vergrijzing in die landen hebben teruggedrongen; ERKENT tegen de achtergrond van de crisis dat de problemen in sommige landen vooral de korte tot middellange termijn betreffen, gedeeltelijk in verband met mogelijke risico's voor begrotingsstress of verhoogde overheidstekorten, terwijl de problemen voor andere landen veeleer de lange termijn betreffen en aangeven dat er iets moet worden gedaan aan leeftijdgerelateerde tendensen in de overheidsuitgaven voor de lange termijn, met name inzake pensioenen, gezondheidszorg en langdurige zorg, waardoor de houdbaarheid van de begroting een acute uitdaging voor het beleid wordt.

Förderung einer engeren Zusammenarbeit zwischen den kulturellen Einrichtungen — einschließlich der Kulturinstitute — der EU-Mitgliedstaaten in Drittländern und mit ihren Partnereinrichtungen in diesen Ländern, insbesondere durch Vernetzung.
tot slot verdere samenwerking stimuleren tussen de culturele instellingen van de lidstaten van de Unie, met inbegrip van culturele instituten, in derde landen en met hun tegenhangers in die landen, vooral via de ontwikkeling van netwerken.

Drittländern, insbesondere Ländern auf die Europäische Nachbarschaftspolitik angewandt wird, EU-Bewerberländern, Beitrittskandidaten oder der Europäischen Union beitretenden Ländern sowie den westlichen Balkanstaaten, die in den Stabilisierungs- und Assoziierungsprozess einbezogen sind, nach Maßgabe der jeweiligen zwei- oder mehrseitigen Vereinbarungen mit diesen Ländern zur Festlegung der allgemeinen Grundsätze für deren Teilnahme an Gemeinschaftsprogrammen.
derde landen, met name de landen die onder het Europees Nabuurschapsbeleid vallen, de landen die het lidmaatschap van de Europese Unie aanvragen, de kandidaat-lidstaten, de toetredende landen en de landen van de westelijke Balkan die bij het stabilisatie- en associatieproces betrokken zijn, overeenkomstig de voorwaarden van de respectieve bilaterale of multilaterale overeenkomsten met die landen tot vaststelling van de algemene beginselen voor hun deelname aan communautaire programma's.

Die Verordnung (EG) Nr.1655/2000 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 17. Juli 2000 über das Finanzierungsinstrument für die Umwelt (LIFE) sieht insbesondere in Artikel 6 vor, dass das Instrument LIFE den beitrittswilligen mittel- und osteuropäischen Ländern nach Maßgabe der mit diesen Ländern geschlossenen Assoziierungsabkommen offen steht, und zwar auf der Grundlage der Bestimmungen, die in dem Beschluss des für das jeweilige Land zuständigen Assoziationsrates festgelegt wurden.
Verordening (EG) nr. 1655/2000 van 17 juli 2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE), inzonderheid artikel 6, bepaalt dat LIFE openstaat voor deelname van de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de met ieder betrokken land gesloten associatieovereenkomsten en op basis van het bepaalde in het besluit van de voor dat betrokken land bevoegde Associatieraad.

Wie erinnerlich, ist in der Verordnung (EG) Nr. 1655/2000 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 17. Juli 2000 über das Finanzierungsinstrument für die Umwelt (LIFE) insbesondere in Artikel 6 vorgesehen, dass das Instrument LIFE den beitrittswilligen mittel- und osteuropäischen Ländern nach Maßgabe der mit diesen Ländern geschlossenen Assoziierungsabkommen offen steht, und zwar auf der Grundlage der Bestimmungen, die in dem Beschluss des für das jeweilige Land zuständigen Assoziationsrates festgelegt wurden.
Gememoreerd wordt dat Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE), inzonderheid artikel 6, bepaalt dat LIFE openstaat voor deelname van de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa, overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in de met ieder betrokken land gesloten associatieovereenkomsten en op basis van het bepaalde in het besluit van de voor dat betrokken land bevoegde Associatieraad.

Es sei daran erinnert, dass gemäß der Verordnung (EG) Nr. 1655/2000 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 17. Juli 2000 über das Finanzierungsinstrument für die Umwelt und insbesondere dessen Artikel 6 das Instrument LIFE den beitrittswilligen mittel- und osteuropäischen Ländern nach Maßgabe der mit diesen Ländern geschlossenen Assoziierungsabkommen offen steht, und zwar auf der Grundlage der Bestimmungen, die in der Entscheidung des für das jeweilige Land zuständigen Assoziationsrates festgelegt wurden.
Gememoreerd zij dat Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 betreffende het financieel instrument voor het milieu en met name artikel 6 daarvan bepaalt dat aan LIFE kan worden deelgenomen door de Midden- en Oost-Europese landen die kandidaat zijn voor toetreding, overeenkomstig de Associatieovereenkomsten met die landen en op basis van de bepalingen van het besluit van de bevoegde Associatieraad voor elk betrokken land.

Im Beschluß 97/15/EG des Rates vom 9. Dezember 1996 über ein drittes Mehrjahresprogramm für kleine und mittlere Unternehmen (KMU) in der Europäischen Union (1997-2000), insbesondere in Artikel 7 Absatz 1, ist vorgesehen, daß das Programm den assoziierten mitteleuropäischen Ländern nach Maßgabe der Bedingungen offensteht, die in den mit diesen Ländern über die Beteiligung an Gemeinschaftsprogrammen geschlossenen Zusatzprotokollen zu den Assoziationsabkommen festgelegt sind.
In Besluit 97/15/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende een derde meerjarenprogramma voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) in de Europese Unie (1997-2000), inzonderheid in artikel 7, lid 1, is bepaald dat dit programma wordt opengesteld voor deelname van de geassocieerde landen in Midden-Europa, volgens de in de Aanvullende Protocollen bij de Europa-overeenkomsten opgenomen voorwaarden voor deelname aan programma's van de Gemeenschap.

Aus diesen Unterschieden kann eine Reihe von Lehren gezogen werden: i) Unterschiede zwischen Mitgliedstaaten zeigen, daß Länder, die bei Strukturreformen die größten Fortschritte erzielt haben, während sie eine vernünftige makroökonomische Politik betreiben, ihre Beschäftigungssituation verbessern konnten; ii) Unterschiede in der regionalen Arbeitslosigkeit in mehreren Ländern zeigen an, daß in diesen Ländern bei den Tarifverhandlungen Produktivitätsunterschiede je nach Qualifikation, Fähigkeiten und geographischen Gebieten berücksichtigt werden müssen und daß es notwendig ist, die Mobilität der Arbeitskräfte zu erhöhen; und iii) die besonders hohe Arbeitslosigkeit bei bestimmten Gruppen von Arbeitskräften (Geringqualifizierte, Frauen, Jugendliche) ist hauptsächlich auf das Verhalten des Arbeitskräfteangebots und auf Einstellungsmuster, einschließlich faktischer Diskriminierung, aber auch auf die hohen Kosten mancher dieser Gruppen von Arbeitskräften (insbesondere ungelernte Arbeiter) und auf unzureichende Fähigkeiten zurückzuführen.
Hieruit kunnen verschillende lessen worden getrokken: i) uit de verschillen tussen de lidstaten blijkt dat landen die bij de structurele hervormingen de meeste vooruitgang hebben geboekt en tegelijkertijd een gezond macro-economisch beleid hebben gevoerd, hun werkgelegenheidssituatie hebben verbeterd; ii) wegens de verschillen in regionale werkloosheid in diverse landen is het nodig om in deze landen bij de collectieve onderhandelingen rekening te houden met productiviteitsverschillen naargelang kwalificaties, vaardigheden en geografische gebieden en om de arbeidsmobiliteit te vergroten; en iii) de bijzonder hoge werkloosheid bij bepaalde arbeidscategorieën (laaggeschoolden, vrouwen, jongeren) weerspiegelt hoofdzakelijk het patroon van het arbeidsaanbod en in de aanwervingsprocedures, met inbegrip van de facto discriminatie, maar ook de hoge kosten van enkele van deze categorieën (in het bijzonder de ongeschoolden) en de ontoereikende kwalificaties.