Der Gesetzgeber konnte nämlich vernünftigerweise den Standpunkt vertreten, dass die Zivilpartei in diesen Fällen, selbst wenn sie in ihren Ansprüchen abgewiesen würde, nicht als verantwortlich für die Verfolgung des Angeklagten anzusehen ist (Parl. Dok., Senat, 2006-2007, Nr. 3-1686/5, S. 33).
Immers, de wetgever vermocht redelijkerwijs ervan uit te gaan dat,
in die hypothesen, zelfs wanneer de burgerlij
ke partij in haar aanspraken in het ongelijk wordt gesteld, zij niet verantwoordelijk moest
worden geacht v
oor de vervolgingen tegen de beklaagde (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. 3-1686/5, p. 33)
...[+++].