Vertaling van "diesem zeitpunkt daraus " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

das muendliche Verfahren wurde vor diesem Zeitpunkt eroeffnet
de mondelinge procedure is voor deze datum geopend

zu diesem Zeitpunkt herrschende Motorbetriebsbedingungen
momentopname motorcondities

die Fristen fuer die Klageerhebung laufen erst vor diesem Zeitpunkt an
de termijnen voor het instellen van beroep beginnen eerst op dit zelfde tijdstip te lopen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Sie geht darin insbesondere auf die erreichten Fortschritte und die Schwierigkeiten bei der Durchführung der Bestandsaufnahme der Funkfrequenzen ein, des Weiteren auf die Analyse, die sie auf Grundlage der vorhandenen Daten erstellen konnte und auf die Schlussfolgerungen, die zu diesem Zeitpunkt daraus abgeleitet werden können.
Er wordt aandacht besteed aan de vorderingen in de uitvoering van de spectruminventaris en de problemen die zich hierbij voordeden, de analyse die de Commissie op grond van de beschikbare gegevens heeft kunnen maken en de conclusies die in dit stadium kunnen worden getrokken.

Bis zu diesem Zeitpunkt muss es den lokalen Rundfunkanstalten erlaubt bleiben, zusammenzuarbeiten und Kooperationsverbänden beizutreten oder daraus auszutreten, gemäß den früheren Bestimmungen der Artikel 144 und 145 des Dekrets.
Tot die tijd moet het voor lokale radio-omroeporganisaties wel toegestaan blijven om samen te werken en in en uit samenwerkingsverbanden te stappen, conform de vroegere bepalingen van artikel 144 en 145 van het decreet.

« Die Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes sind anwendbar auf die Kinder, die vor seinem Inkrafttreten geboren und zu diesem Zeitpunkt noch am Leben sind, ohne dass sich daraus irgendein Recht in den vorher eröffneten Nachlässen ergeben kann ».
« Deze wet is van toepassing op de kinderen geboren vóór haar inwerkingtreding en die nog in leven zijn op dat ogenblik, zonder dat daaruit evenwel enig recht in de voordien opengevallen erfenissen kan volgen ».

170. betrachtet die Verbesserung der Aufsichtsfunktion der Kommission als laufenden Prozess, der zu keiner Zeit als „vollzogen“ gelten kann; betont in diesem Zusammenhang die Bemerkung des Rechnungshofs, die besagt, daraus, dass Verwaltungs- und Kontrollsysteme zu einem bestimmten Zeitpunkt wirkungsvoll waren, ergebe sich nicht zwangsläufig, dass sie wirkungsvoll bleiben, weil Systeme, Personal und Stellen, die für die Verwaltung von Strukturmaßnahmen zuständig sind, sich ändern können; fordert die Kommission auf, sich den Empfehlungen des Rechnungshofs voll und ganz anzuschließen; betrachtet Verbesserungen am Aktionsplan als notwendig, falls sich die Erwartungen an die Verbesserung der Finanzverwaltung durch die Kommission nicht erfüllen;
170. is van mening dat de verbetering van de toezichthoudende rol van de Commissie een doorlopend proces is; benadrukt in dit verband de opmerking van de Rekenkamer dat ook al waren de beheers- en controlesystemen op een gegeven moment toereikend, dit niet noodzakelijkerwijs betekent dat zij dit altijd zullen blijven, omdat er veranderingen kunnen optreden op het gebied van de systemen, medewerkers en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het beheer van structurele acties; verzoekt de Commissie de aanbevelingen van de Rekenkamer onverkort te onderschrijven; is van mening dat het actieplan op bepaalde punten verbeterd moet worden indien niet wordt voldaan aan de verwachtingen wat betreft de verbetering van het financieel beheer van de Commissie;

170. betrachtet die Verbesserung der Aufsichtsfunktion der Kommission als laufenden Prozess, der zu keiner Zeit als „vollzogen” gelten kann; betont in diesem Zusammenhang die Bemerkung des Rechnungshofs, die besagt, daraus, dass Verwaltungs- und Kontrollsysteme zu einem bestimmten Zeitpunkt wirkungsvoll waren, ergebe sich nicht zwangsläufig, dass sie wirkungsvoll bleiben, weil Systeme, Personal und Stellen, die für die Verwaltung von Strukturmaßnahmen zuständig sind, sich ändern können; fordert die Kommission auf, sich den Empfehlungen des Rechnungshofs voll und ganz anzuschließen; betrachtet Verbesserungen am Aktionsplan als notwendig, falls sich die Erwartungen an die Verbesserung der Finanzverwaltung durch die Kommission nicht erfüllen;
170. is van mening dat de verbetering van de toezichthoudende rol van de Commissie een doorlopend proces is; benadrukt in dit verband de opmerking van de Rekenkamer dat ook al waren de beheers- en controlesystemen op een gegeven moment toereikend, dit niet noodzakelijkerwijs betekent dat zij dit altijd zullen blijven, omdat er veranderingen kunnen optreden op het gebied van de systemen, medewerkers en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het beheer van structurele acties; verzoekt de Commissie de aanbevelingen van de Rekenkamer onverkort te onderschrijven; is van mening dat het actieplan op bepaalde punten verbeterd moet worden indien niet wordt voldaan aan de verwachtingen wat betreft de verbetering van het financieel beheer van de Commissie;

Daraus könnte abgeleitet werden, dass auch Batterien, die ordnungsgemäß vor dem 26. September 2008 in Verkehr gebracht wurden, nach diesem Zeitpunkt weiterhin auf dem Markt sind und nicht der Richtlinie entsprechen, vom Markt zu nehmen sind.
Hieruit zou kunnen worden afgeleid dat batterijen die vóór 26 september 2008 rechtmatig op de markt zijn gebracht, die na die datum nog op de markt zijn en niet aan de vereisten van de richtlijn voldoen, ook van de markt moeten worden genomen.

Im Übrigen ist er genau zu diesem Zeitpunkt sehr wichtig, weil es jetzt möglich ist, eine Zwischenbilanz zu ziehen, und daraus auch Schlussfolgerungen für eine verstärkte Entwicklungskooperation der neuen Mitgliedstaaten, gerade auch mit dem Schwerpunkt AKP-Staaten, zu ziehen.
Dankzij dit belangrijke verslag kunnen we nu de tussentijdse balans opmaken en op basis daarvan conclusies trekken die erop gericht zijn de bijdrage van de nieuwe lidstaten aan de ontwikkelingssamenwerking te vergroten, in het bijzonder de hulp aan de ACS-landen.

In dem in Absatz 1 Nr. 3 vorgesehenen Fall und spätestens innerhalb einer Frist von zwei Jahren wird das Personalmitglied definitiv in das Beförderungsamt ernannt, wenn es zu diesem Zeitpunkt alle Bedingungen von Artikel 49 erfüllt und wenn der Organisationsträger es nicht daraus entlassen hat ».
In die periode blijft het personeelslid titularis van de betrekking waarin hij vast benoemd is. In het geval bedoeld in lid 1, 3° en uiterlijk tegen het einde van een periode van twee jaar, wordt het personeelslid in vast verband benoemd in het bevorderingsambt indien hij op dat ogenblik aan alle voorwaarden van artikel 49 voldoet en indien de inrichtende macht hem er niet van ontlast heeft ».

« Wenn eine Immobilie Teil der Konkursmasse ist, verstösst in diesem Fall Artikel 251 des Einkommensteuergesetzbuches 1992, ggf. in Verbindung mit Artikel 7 § 1 desselben Gesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass unwiderlegbar vermutet wird, dass der Genuss und/oder die Nutzung dieser Immobilie von der Konkursverwaltung und/oder von der Gläubigermasse ausgeübt wird, und somit eine Masseschuld in Bezug auf Immobilienvorabzug entsteht für den ganzen Zeitraum zwischen dem Zeitpunkt der Konkurseröffnung und dem Zeitpunkt der Eigentumsübertragung an eine Drittperson - sogar wenn es für die Konkursverwaltung gesetzlich und faktisch unmöglich war, den Genuss dieser Immobilie auszuüben und/oder diese tatsächlich zu nutzen oder daraus Erträge oder Einkünfte zu erhalten - gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem diese Gesetzesbestimmung den Belgischen Staat - Föderaler Öffentlicher Dienst Finanzen - in eine günstigere Lage versetzt als die anderen Gläubiger, und somit ohne ausreichende Rechtfertigung das Prinzip der Gleichheit der Gläubiger, das u.a. in den Artikeln 8 und 9 des Hypothekengesetzes vom 16. Dezember 1851 und in den Artikeln 46 und 99 des Gesetzes vom 8. August 1997 verankert ist, sowie das allgemeine Prinzip der Gleichheit der Gläubiger im Falle der Konkurrenz von Schuldforderungen, so wie es in den vorerwähnten Bestimmungen verankert ist, missachtet?
« Wanneer een onroerend goed deel uitmaakt van de activa van een faillissement, schendt in dat geval artikel 251 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, eventueel in samenhang gelezen met artikel 7, § 1, van hetzelfde Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat het genot en/of het gebruik van dat onroerend goed wordt uitgeoefend door de curatoren en/of alle schuldeisers samen, zodat een boedelschuld wordt teweeggebracht in de vorm van onroerende voorheffing voor de gehele periode die moet verlopen tussen de datum van het faillissement en die van de overdracht van de eigendom van het goed aan een derde - zelfs wanneer de curatoren zich in de juridische en feitelijke onmogelijkheid bevinden het genot van het onroerend goed uit te oefenen en/of zich werkelijk ervan te bedienen en de vruchten en inkomsten ervan te ontvangen - de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat die wettelijke bepaling de Belgische Staat, Federale Overheidsdienst Financiën, in een gunstiger situatie plaatst dan de andere schuldeisers en derhalve, zonder voldoende verantwoording, het beginsel van de gelijkheid van de schuldeisers schendt, zoals dat onder meer is vastgelegd in de artikelen 8 en 9 van de hypotheekwet van 16 december 1851, in de artikelen 46 en 99 van de wet van 8 augustus 1997, en het algemene beginsel van de gelijkheid van de schuldeisers in geval van samenloop van schuldvorderingen, zoals voorgeschreven in de voormelde bepalingen ?

« Wenn eine Immobilie Teil der Konkursmasse ist, verstösst in diesem Fall Artikel 251 des Einkommensteuergesetzbuches 1992, ggf. in Verbindung mit Artikel 7 § 1 desselben Gesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass unwiderlegbar vermutet wird, dass der Genuss und/oder die Nutzung dieser Immobilie von der Konkursverwaltung und/oder von der Gläubigermasse ausgeübt wird, und somit eine Masseschuld in bezug auf Immobilienvorabzug entsteht für den ganzen Zeitraum zwischen dem Zeitpunkt der Konkurseröffnung und dem Zeitpunkt der Eigentumsübertragung an eine Drittperson - sogar wenn es für die Konkursverwaltung gesetzlich und faktisch unmöglich war, den Genuss dieser Immobilie auszuüben und/oder diese tatsächlich zu nutzen oder daraus Erträge oder Einkünfte zu erhalten - gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem diese Gesetzesbestimmung den Belgischen Staat - Föderaler Öffentlicher Dienst Finanzen - in eine günstigere Lage versetzt als die anderen Gläubiger, und somit ohne ausreichende Rechtfertigung das Prinzip der Gleichheit der Gläubiger, das u.a. in den Artikeln 8 und 9 des Hypothekengesetzes vom 16. Dezember 1851 und in den Artikeln 46 und 99 des Gesetzes vom 8. August 1997 verankert ist, sowie das allgemeine Prinzip der Gleichheit der Gläubiger im Falle der Konkurrenz von Schuldforderungen, so wie es in den vorerwähnten Bestimmungen verankert ist, missachtet?
« Wanneer een onroerend goed deel uitmaakt van de activa van een faillissement, schendt in dat geval artikel 251 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, eventueel in samenhang gelezen met artikel 7, § 1, van hetzelfde Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat op onweerlegbare wijze wordt vermoed dat het genot en/of het gebruik van dat onroerend goed wordt uitgeoefend door de curatoren en/of alle schuldeisers samen, zodat een boedelschuld wordt teweeggebracht in de vorm van onroerende voorheffing voor de gehele periode die moet verlopen tussen de datum van het faillissement en die van de overdracht van de eigendom van het goed aan een derde - zelfs wanneer de curatoren zich in de juridische en feitelijke onmogelijkheid bevinden het genot van het onroerend goed uit te oefenen en/of zich werkelijk ervan te bedienen en de vruchten en inkomsten ervan te ontvangen - de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat die wettelijke bepaling de Belgische Staat, Federale Overheidsdienst Financiën, in een gunstiger situatie plaatst dan de andere schuldeisers en derhalve, zonder voldoende verantwoording, het beginsel van de gelijkheid van de schuldeisers schendt, zoals dat onder meer is vastgelegd in de artikelen 8 en 9 van de hypotheekwet van 16 december 1851, in de artikelen 46 en 99 van de wet van 8 augustus 1997, en het algemene beginsel van de gelijkheid van de schuldeisers in geval van samenloop van schuldvorderingen, zoals voorgeschreven in de voormelde bepalingen ?