Vertaling van "diesem richtwert wird " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

die Satzung des Gerichtshofes wird durch ein Zusatzprotokoll zu diesem Vertrag festgelegt
het Statuut van het Hof is vastgesteld bij een aan dit Verdrag toegevoegd protocol

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

100. fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, der Bezahlbarkeit von Energie und Kraftstoff-/Energiearmut besondere Aufmerksamkeit zu widmen; ist der Ansicht, dass zur Bekämpfung dieser Probleme ein kohärenter Politikrahmen einschließlich angemessener sozialpolitischer Maßnahmen benötigt wird, und fordert die Kommission auf, den Austausch von bewährten Verfahren in diesem Bereich zu fördern und mit den Mitgliedstaaten zusammenzuarbeiten, um Indikatoren und Richtwerte zum Ermitteln und Vergleichen derzeitiger und potenzieller Energiearmut zu entwickeln; erkennt an, dass mit Maßnahmen zur Energieeffizienz strukturell gegen Energiearmut vorgegangen wird; weist darauf hin, dass die Energieversorgung eine grundlegende Leistung der Daseinsvorsorge ist, die unter das Protokoll Nr. 26 über Dienste von allgemeinem Interesse im Anhang des Vertrags von Lissabon fällt; hebt hervor, dass die Kosten der Energiepolitik auf möglichst faire Weise gedeckt werden sollten, wobei sozial schwache Haushalte mit niedrigem Einkommen, die von höheren Energiepreisen am stärksten betroffen sind, besonders berücksichtigt werden müssen; ist der Auffassung, dass das Engagement der Verbraucher gefördert werden sollte; betont, dass der Ausbau der Märkte und der Infrastruktur den Bedürfnissen der Bürger entsprechen muss und dass die getätigten Investitionen der Transparenz und Rechenschaftspflicht bedürfen;
100. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan specifieke aandacht te besteden aan de betaalbaarheid van energie en aan brandstof- of energiearmoede; is van mening dat voor de aanpak van deze problemen een coherent beleidskader, met inbegrip van passende sociale beleidsmaatregelen, noodzakelijk is, en verzoekt de Commissie de uitwisseling van optimale werkwijzen op dit gebied te bevorderen en samen met de lidstaten indicatoren en benchmarks te ontwikkelen om de huidige en potentiële energiearmoede in kaart te brengen en te vergelijken; erkent dat energiearmoede structureel wordt aangepakt met maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie; merkt op dat energie een essentiële dienst is, die binnen het toepassingsbereik valt van Protocol nr. 26 betreffende de diensten van algemeen belang, dat is bijgevoegd bij het Verdrag van Lissabon; benadrukt dat de kosten van het energiebeleid zo eerlijk mogelijk moeten worden verhaald, met speciale nadruk op kwetsbare huishoudens met een laag inkomen, die het hevigst onder de hoge energieprijzen te lijden hebben; is van mening dat de betrokkenheid van de consument moet worden bevorderd; benadrukt dat een opwaardering van de markten en de infrastructuur aan de behoeften van de burgers moet voldoen, en dat er transparantie en verantwoordingsplicht voor de gedane investeringen moet zijn;

98. fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten auf, der Bezahlbarkeit von Energie und Kraftstoff-/Energiearmut besondere Aufmerksamkeit zu widmen; ist der Ansicht, dass zur Bekämpfung dieser Probleme ein kohärenter Politikrahmen einschließlich angemessener sozialpolitischer Maßnahmen benötigt wird, und fordert die Kommission auf, den Austausch von bewährten Verfahren in diesem Bereich zu fördern und mit den Mitgliedstaaten zusammenzuarbeiten, um Indikatoren und Richtwerte zum Ermitteln und Vergleichen derzeitiger und potenzieller Energiearmut zu entwickeln; erkennt an, dass mit Maßnahmen zur Energieeffizienz strukturell gegen Energiearmut vorgegangen wird; weist darauf hin, dass die Energieversorgung eine grundlegende Leistung der Daseinsvorsorge ist, die unter das Protokoll Nr. 26 über Dienste von allgemeinem Interesse im Anhang des Vertrags von Lissabon fällt; hebt hervor, dass die Kosten der Energiepolitik auf möglichst faire Weise gedeckt werden sollten, wobei sozial schwache Haushalte mit niedrigem Einkommen, die von höheren Energiepreisen am stärksten betroffen sind, besonders berücksichtigt werden müssen; ist der Auffassung, dass das Engagement der Verbraucher gefördert werden sollte; betont, dass der Ausbau der Märkte und der Infrastruktur den Bedürfnissen der Bürger entsprechen muss und dass die getätigten Investitionen der Transparenz und Rechenschaftspflicht bedürfen;
98. dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan specifieke aandacht te besteden aan de betaalbaarheid van energie en aan brandstof- of energiearmoede; is van mening dat voor de aanpak van deze problemen een coherent beleidskader, met inbegrip van passende sociale beleidsmaatregelen, noodzakelijk is, en verzoekt de Commissie de uitwisseling van optimale werkwijzen op dit gebied te bevorderen en samen met de lidstaten indicatoren en benchmarks te ontwikkelen om de huidige en potentiële energiearmoede in kaart te brengen en te vergelijken; erkent dat energiearmoede structureel wordt aangepakt met maatregelen op het gebied van energie-efficiëntie; merkt op dat energie een essentiële dienst is, die binnen het toepassingsbereik valt van Protocol nr. 26 betreffende de diensten van algemeen belang, dat is bijgevoegd bij het Verdrag van Lissabon; benadrukt dat de kosten van het energiebeleid zo eerlijk mogelijk moeten worden verhaald, met speciale nadruk op kwetsbare huishoudens met een laag inkomen, die het hevigst onder de hoge energieprijzen te lijden hebben; is van mening dat de betrokkenheid van de consument moet worden bevorderd; benadrukt dat een opwaardering van de markten en de infrastructuur aan de behoeften van de burgers moet voldoen, en dat er transparantie en verantwoordingsplicht voor de gedane investeringen moet zijn;

9. fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, Elemente grüner Infrastruktur in die Raum- und Flächennutzungsplanung einzubeziehen und vorrangig zu berücksichtigen, indem auf allen (lokalen, regionalen und nationalen) Entscheidungsebenen im Rahmen von Aufklärungskampagnen eine Abstimmung mit den Interessenträgern vor Ort und der lokalen Bevölkerung sowie eine entsprechende Sensibilisierung stattfindet, und fordert die Kommission auf, in diesem Bereich für Leitlinien und Richtwerte zu sorgen, damit die grüne Infrastruktur regelmäßig zum Bestandteil der Raumplanung und territorialen Entwicklung in der gesamten Union wird; weist darauf hin, dass bei Genehmigungsverfahren für neue Bauvorhaben oder graue Infrastruktur eine vollständige Abschätzung der negativen Folgen für die Ökosysteme und die bestehende grüne Infrastruktur erforderlich ist, damit solche Folgen vermieden oder gemildert werden und der tatsächliche langfristige gesellschaftliche Nutzen sichergestellt wird;
9. dringt er bij de lidstaten op aan kwesties in verband met groene infrastructuur te integreren in de ruimtelijke ordening en er prioriteit aan te geven door belanghebbenden „in het veld” en lokale bewoners te raadplagen en hen via voorlichtingscampagnes bewust te maken, waarbij alle besluitvormingsniveaus (lokaal, regionaal en nationaal) worden betrokken, en vraagt de Commissie richtsnoeren en benchmarking op dit gebied te ondersteunen om ervoor te zorgen dat groene infrastructuur in de hele Unie een standaardonderdeel van ruimtelijke ordening en territoriale ontwikkeling wordt; merkt op dat eventuele negatieve effecten op de ecosystemen en de bestaande groene infrastructuur uitvoerig moeten worden beoordeeld in de vergunningsprocedures voor nieuwe ontwikkelingen of grijze infrastructuur, teneinde deze effecten te voorkomen en te verzachten en daadwerkelijk te zorgen voor maatschappelijke langetermijnvoordelen;

Eine Abweichung von diesem Richtwert wird in den Jahresbericht der Kommission begründet.
Een afwijking van het referentiepunt wordt in het jaarverslag van de Commissie gemotiveerd.

40. nimmt den Briefwechsel zwischen dem rumänischen Ministerpräsidenten und der Kommission zur Kenntnis; fordert die Kommission auf, eine detaillierte Analyse der in diesem Bericht genannten Fragen anzufertigen und diese ständig zu beobachten sowie dem Parlament darüber zu berichten; empfiehlt deshalb der Kommission und dem Rat, die Beitrittsstrategie mit Rumänien neu auszurichten, um dieses Land mit absoluter Vorrangigkeit zur Einführung der Rechtsstaatlichkeit zu führen, die das wichtigste der politischen Kriterien von Kopenhagen darstellt; fordert die Kommission auf, unverzüglich einen Plan für eine stärkere und wirkungsvollere Überwachung der Durchführung der bereits von Rumänien übernommenen Teile des Besitzstandes, insbesondere im Bereich Justiz und Inneres, festzulegen, der durch eindeutige Richtwerte, die Einführung von regelmäßigen Berichtszeiträumen und die Unterstützung der Korruptionsbekämpfung ergänzt wird; fordert ferner die rumänische Regierung auf, strikt die Menschenrechte zu achten;
40. neemt kennis van de briefwisseling tussen de Roemeense premier en de Commissie; verzoekt de Commissie om een gedetailleerde analyse en voortdurende toetsing van de in dit verslag genoemde vraagstukken en om hierover aan het Parlement verslag uit te brengen; beveelt de Commissie en de Raad derhalve aan de toetredingsstrategie met Roemenië te heroriënteren om dit land in de allereerste plaats te leiden naar de invoering van de rechtsstaat, het belangrijkste van de politieke criteria van Kopenhagen; verzoekt de Commissie onverwijld een plan op te stellen voor meer en doeltreffend toezicht op de uitvoering van de delen van het reeds door Roemenië overgenomen acquis, met name op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, aangevuld met duidelijke benchmarks, de invoering van regelmatige herzieningsperiodes en steun in de strijd tegen corruptie; verzoekt de Roemeense regering om strikte eerbiediging van de mensenrechten;

NIMMT KENNTNIS von der Zusage der internationalen Gemeinschaft, den vom UNEP-Verwaltungsrat auf seiner siebten Sondertagung angenommenen Beschluss Nr. I über internationales Umweltmanagement uneingeschränkt umzusetzen; BESTÄTIGT die Bereitschaft der EU, konkrete Schritte zur Stärkung einer globalen Umweltpolitik, die zur Aufwertung des UNEP zu einer spezialisierten VN-Agentur mit einem umfassenden Mandat für Umweltbelange führen könnten, und zur Schaffung eigener Verbindungen zwischen der globalen Umweltpolitik und der auf nachhaltige Entwicklung ausgerichteten Politik zu unternehmen; in diesem Zusammenhang sieht die EU einem erfolgreichen Abschluss der nächsten Tagung des UNEP-Verwaltungsrates erwartungsvoll entgegen und ihre Mitgliedstaaten bekräftigen ihre Bereitschaft, einer künftigen freiwilligen Finanzierung des UNEP, die in Cartagena vereinbarte Bewertung freiwilliger Richtwerte zugrunde zu legen; ERSUCHT die Generalversammlung, auf ihrer 57. Tagung die wichtige und komplexe Frage der Schaffung einer universellen Mitgliedschaft im Verwaltungsrat/weltweiten Ministerforum für Umweltfragen zu erörtern, und WIRD dieses Thema im Zusammenhang mit der Vorbereitung des Globalen Ministeriellen Umweltforums 2003 AKTIV WEITERVERFOLGEN;
28. NEEMT AKTE van de door de internationale gemeenschap aangegane verbintenis om ten volle de resultaten uit te voeren van Besluit I inzake internationaal milieubeheer dat de UNEP-Beheersraad in zijn zevende speciale zitting heeft aangenomen; BEVESTIGT dat de EU bereid is concrete stappen te ondernemen om het internationaal milieubeheer (JEG) te versterken, wat er toe kan leiden dat het UNEP een hogere status krijgt als gespecialiseerd VN-orgaan met een mandaat op brede basis voor milieu-aangelegenheden, en om de relatie tussen IEG en het bestuur van duurzame ontwikkeling te versterken; in dit verband kijkt de EU uit naar een vruchtbare volgende UNEP-Beheersraad en bevestigen de lidstaten hun bereidheid om de toekomstige vrijwillige financiering van UNEP te baseren op de vrijwillige indicatieve beoordelingsschaal zoals in Cartagena is overeengekomen; en VERZOEKT de Algemene Vergadering zich tijdens de 57e zitting te buigen over de belangrijke maar complexe kwestie van het invoeren van het universele lidmaatschap voor de Beheersraad/het Wereldwijd Milieuforum op ministerieel niveau; en ZAL dit punt ACTIEF OPNEMEN in verband met de voorbereiding van het Wereldwijd Milieuforum op ministerieel niveau in 2003.