41. betont, dass es in der Zuständigkeit der Mitgliedstaaten liegt, die Forschung mit menschlichen embryonalen Stammzellen und In-vit
ro-Fertilisation zu erlauben, verbieten oder regulieren, dass die Mitgliedstaaten in dieser Hinsicht jedoch die Regeln der Richtlinie 2004/23/EG, einschließlich der Qualität, der Sicherheit, des gesetz
ten Rahmens und dem Prinzip der unentgeltlichen Spende berücksichtigen müssen; weist darauf hin, dass die Europäische Union über eingesch
ränkte Kompetenz in diesem ...[+++] Bereich verfügt und berücksichtigen muss, dass bei der Anwendung dieser Kompetenz die Grundsätze der Charta der Grundrechte und die Grundsätze des Urteils des Europäischen Gerichtshofs angewandt werden müssen41. onderstreept dat het tot de bevoegdheid van de lidstaten behoort om onderzoek met menselijke embryonale stamcellen en in-vitrofertilisatie al dan niet toe te staan, te verbieden of te reguleren, maar dat de lidstaten in dit verband de in Richtlijn 2004/23/EG vastgelegde regels, waaronder regels inzake kwaliteit en veiligheid en betreffende het beginsel van onbetaalde donatie, moeten naleven; wijst erop dat de Europese Unie op dit terrein beperkte bevoegdheid heeft en bi
j het toepassen van deze bevoegdheid de beginselen van het EU-Handvest van de
grondrechten en de principes ...[+++] die worden toegepast in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie dient na te leven;