Jeder Person, gegen die eine Strafverfolgung angestrengt wird, werden im Rahmen der gerichtlichen Untersuchung dieselben Rechte geboten wie dem Beschuldigten (Artikel 61bis Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches, eingefügt durch Artikel 12 des Gesetzes vom 12. März 1998).
Iedere persoon ten aanzien van wie de strafvordering is ingesteld, geniet in het kader van het gerechtelijk onderzoek dezelfde rechten als de inverdenkinggestelde (artikel 61bis, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij artikel 12 van de wet van 12 maart 1998).