Der Gerichtshof der Europäischen Union hat geurteilt, dass « Art. 18 Abs. 1 EG dahin auszulegen ist, dass er der Regelung eines Mitgliedstaats en
tgegensteht, wonach dieser seinen Staatsangehörigen allgemein und unter allen Umstände
n die Zahlung einer Leistung für zivile Kriegs- oder Repressionsopfer allein au
fgrund des Umstands verweigert, dass sie nicht während der gesamten Zeit des Leistungsbezugs im Gebiet dieses Staates, sonder
...[+++]n im Gebiet eines anderen Mitgliedstaats wohnen » (EuGH, 22. Mai 2008, C-499/06, Nerkowska, Randnr. 47. Adde EuGH, 26. Oktober 2006, C-192/05, K. Tas-Hagen, Randnr. 40).Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat « artikel
18, lid 1, EG aldus dient te worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een wettelijke regeling van een lidstaat op grond waarvan deze laatste absoluut, onder a
lle omstandigheden, weigert om aan zijn onderdanen een uitkering te betalen die aan burgerslachtoffers van de oorlog of repressie is toegekend, op de loutere grond dat zij gedurende de periode dat deze uitkering wordt betaald, niet op het grondgebied van deze staat wonen, maar op dat van een andere lidstaat » (HvJ, 22 mei 20
...[+++]08, C-499/06, Nerkowska, punt 47. Adde HvJ, 26 oktober 2006, C-192/05, K. Tas-Hagen, punt 40).