Diese Verpflichtung zur Zustellung, mit der sich daraus ergebenden Verpflichtung zur Hinterlegung der Schriftstücke, hat einerseits zur Folg
e, die Frist von 60 Tagen zu eröffnen, in der der Beschwerdeführer
neue Schriftstücke oder neue Beschwerden vorlegen kann (Artikel 378 Absatz 2 und Artikel 381), und anderers
eits, es bei Ablauf dieser Frist der Behörde, die über die Beschwerde geurteilt
...[+++] hat, zu ermöglichen, in der Kanzlei des Appellationshofes die Akte und die neuen Schriftstücke einzusehen (Artikel 382).Die verplichting tot betekening, en de verplichting tot neerlegging van de stukken die eruit voortvloeit, heeft tot gevolg, enerzijds, da
t de termijn van 60 dagen waarbinnen de au
teur van het beroep nieuwe stukken of nieuwe gr
ieven kan doen gelden, ingaat (artikel 378, tweede lid, en artikel 381), en, anderzijds, dat, bij het verstrijken van die termijn, aan de overheid die zich over het beroep heeft uitgesproken, de mogelijkheid wordt geboden ter griffie van het hof van beroep kennis te nemen
...[+++] van het dossier en van de nieuwe stukken (artikel 382).